Kwajongens met een gouden pen









Rondom ’t Lieverdje aan het Amsterdamse Spui staan oude en nieuwe journalistieke rebellen hard te drinken. Mark Koster en fotograaf Frank Groeliken waren er bij.
’We hebben gewonnen’, grinnikt Annabel Nanninga, provocatiedame van het conservatieve blog Jalta. Rondom ’t Lieverdje aan het Amsterdamse Spui oreren niet langer zweefprovo’s, maar staan nieuwetijdse rebellen hard te drinken.
Het zijn de vrienden van Arthur van Amerongen en tekenaar Gabriël Kousbroek. Het duo lanceert een bundel Volkskrant-columns die door hoofdredacteur Phillippe Remarque wordt omschreven als een boek vol ’Herman Brood verhalen’. ’Zaken waar de lezers van de krant graag over lezen, omdat ze die zelf niet meemaken’, zegt hij met zelfspot.
Net als Brood hebben de mannen het talent om ogenschijnlijk verschillende journalistieke bloedgroepen samen te drijven op een paar vierkante grachtengordelmeters zonder dat de VN hoeft in te grijpen.
Telegraaf’s Rob Hoogland praat met Sylvia Witteman van de Volkskrant, en advocaat Theo Hiddema filosofeert in bijzijn van actrice Carine Crutzen dat het tijd wordt lekker links te worden nu iedereen ineens liberaal is. ’Gezellig met de socialistische jeugdclub op stap’, zegt hij ironisch.
Ook aandoenlijk om te zien is dat de nieuwe hoofdredactie van Nieuwe Revu probeert het columnistenstel een aanbod te doen dat de chefjes zelf moeten weigeren. Kousbroek: ’Ze boden 450 euro per tekening en 30 cent per woord. Een schitterend aanbod. Dus wij gingen akkoord, maar daar kwamen de heren op terug.’
De zon gloeide en er was biertoevoer uit het keldertje van het Nieuwscentrum, terwijl er op het plein toch echt een verbodsbord waarschuwde dat er geen alcohol gedronken mocht worden. En zo waaierde de anarchistische geest van columnist Henri Knap, die het figuur ’t Lieverdje voor het eerst opvoerde in zijn stadskroniek in het Parool, uit over Mokum. ’t Lieverdje was een kwajongen met een gouden hart, zoals u weet. Deze kwajongens hebben vooral een gouden pen.
Praat mee