Justitie reageert op EHRM-oordeel
Via de Rijksvoorlichtingsdienst laat minister van Justitie Hirsch Ballin weten 'kennisgenomen te hebben' van de uitspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) inzake Sanoma Uitgevers/AutoWeek versus de Nederlandse Staat. Het Hof oordeelde dinsdag dat Nederland de vrijheid van meningsuiting, zoals vastgelegd in artikel tien van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens, heeft beperkt door uitgave AutoWeek in 2002 te dwingen foto’s af te staan die waren gemaakt voor een artikel over een illegale straatrace in Hoorn. De Rijksvoorlichtingdienst meldt dat - mede door een eerdere uitspraak van het EHRM in de zaak Voskuil - een wetsvoorstel wordt voorbereid, waarin het bronbeschermingsrecht voor journalisten uitdrukkelijk in de wet (het Wetboek van Strafvordering) wordt opgenomen.
Het wordt zo duidelijker waar de grenzen van justitieel optreden liggen, stelt Rijksvoorlichtingsdienst. “Zo mag degene die een beroep op bronbescherming kan doen, weigeren gevolg te geven aan een vordering tot uitlevering van - in dit geval - beeldmateriaal door een opsporingsambtenaar. Met deze bepaling komt de minister tegemoet aan het kernpunt van het arrest: de mogelijkheid om inbreuk te maken op het recht op bronbescherming moet zijn voorzien in de wet en de beslissing om die inbreuk te maken moet worden genomen door een rechter en niet door een opsporingsambtenaar of een officier van justitie.”
Bron: Ministerie van Justitie