Journaliste mocht heimelijk opgenomen gesprek openbaren

In dat gesprek deed Leutscher uitlatingen over de benoeming van de waarnemend burgemeester van IJsselstein. Hij mocht geen namen noemen omdat hij in de benoemingscommissie zat, maar door concrete aanwijzingen was de naam van de te benoemen waarnemend burgemeester te achterhalen en schond hij dus de afgesproken geheimhouding. De burgemeester werd op de hoogte gebracht en er werd een integriteitsonderzoek naar het raadslid gestart. Uiteindelijk stapte Leutscher op.

De rechtbank Midden-Nederland oordeeltdat het maatschappelijke belang van het aan de kaak stellen van de integriteit van het ex-raadslid in dit geval zwaarder weegt dan zijn persoonlijk belang.

Naast het starten van een civiele zaak, deed het voormalige raadslid ook aangifte van onrechtmatig opnemen. Die aangifte werd eerst geseponeerd. Tegen dat besluit begon Leutscher een rechtszaak. Het hof oordeelde onlangs dat er voldoende aanknopingspunten zijn om te kunnen vervolgen.

Het hof neemt daarbij in overweging dat Verwegen geen toestemming had voor het opnemen van het gesprek tussen Leutscher en Bekkering en dat er op het moment van opnemen (nog) geen sprake was van een zwaarwichtig maatschappelijk belang.

Er is nu dus een rechter die wel voldoende maatschappelijk belang ziet en een rechterlijke instantie die dat niet ziet. Wanneer de strafzaak dient, is onduidelijk. Leutscher gaat in hoger beroep tegen de uitspraak in de civiele zaak.