— dinsdag 17 december 2019, 09:00 | 0 reacties, praat mee

Jitske Schols: Fotograaf van toen en nu

Zelf is ze een opgewekte vrouw van deze tijd, zegt ze. Toch lijken haar foto’s een andere taal te spreken. Jitske Schols (50) fotografeert pas sinds zes jaar en put rijkelijk uit een ver verleden. Een portfolio-interview. Klik op de carrousel linksboven op de openingsfoto voor meer beeld. Laatste wijziging: 6 september 2023, 08:20

‘Even dansen’, zegt Jitske Schols snel, nog voordat het gesprek op gang is gekomen. Buiten trekt de regen vette strepen langs de ramen van het leegstaande kantoorgebouw in Amsterdam-Overamstel, waar de fotograaf tijdelijk haar atelier heeft ingericht. Binnen valt de duisternis in. Vanaf de muur kijken tientallen hoofden op krantenpapier haar na, als ze naar het midden loopt en wapperend met haar armen naar het systeemplafond reikt. Neonlampen beantwoorden haar dans met geknipper en een vloedgolf van licht.

Schols zit nog maar net in het anti-kraakgebouw dat ze deelt met kunstenaars en ZZP’ers. De grote, doelmatige ruimte heeft ze behangen met voornamelijk Parool-­covers van eigen makelij. Ronnie Flex, Wim Kieft, Ruben Terlou, Willeke Alberti en andere BN’ers bevinden zich er in een huiselijke setting met vloerkleden en grote kamerplanten. Buiten woedt de wereld. Rond de grauwe kantoorpuien heerst vandaag naargeestigheid.

Schols heeft er impulsief haar intrek genomen, hoewel stedelijke bebouwing niet haar natuurlijke habitat is. Binnenkort verhuist ze naar een atelier in Amsterdam-Noord, met uitzicht op het Vliegenbos. Het ligt dicht bij haar huis, dat ze deelt met het gezin. ‘Mijn hart gaat open als ik bomen zie’, zegt ze achter een grote werktafel, gevuld met tekenpennen, stanleymessen, verfbakjes en beschilderde kranten. ‘Vanuit mijn nieuwe atelier kan ik straks direct op het bos kijken.’

Ze zal er weer gasten ontvangen voor fotoshoots en werken aan de vervolmaking van haar herkenbare fotoportretten – meestal uitgedrukt in zwart-witte tinten, sober en melancholisch van toon. De lach op de gezichten blijft vaak weg. Tientallen portretten heeft ze zo al gemaakt in opdracht van Het Parool, de Volkskrant en het AD. Haar talent bleef niet onopgemerkt. In 2017 won ze de Dutch Photographic Portrait Prize.

Het had een bekroning kunnen zijn van een leven lang hard werken, van falen en toch weer verder gaan. Dat is het niet. De werkelijkheid is spannender. Jitske Schols wist 44 jaar lang niet wat fotografie inhield, ze was er niet mee bezig. ‘Nooit aan gedacht. Geen flits: dat lijkt me nou leuk’, lacht ze. ‘Fotografie kwam pas toen ik fotograaf werd, nog maar kort geleden.’ Haar vriend Jeroen de ­Jager, radioverslaggever, zette haar op het spoor. Hij woonde in Amsterdam-Noord, zij in Amsterdam Oud-­Sloten. Toen ze haar huis verkocht om bij hem in te trekken, adviseerde hij haar een cadeau te kopen, om het moment te markeren. Ze kon niets verzinnen. ‘Jeroen zei: waarom geen camera? Hij had me vaak met mijn telefoontje foto’s zien maken’, vertelt Schols. ‘Wat een leuk idee, dacht ik, en ben meteen naar de Mediamarkt gegaan om een spiegelreflexcamera te kopen.’

Een nieuw leven begon. De camera werd ­onafscheidelijk, ze kon hem niet meer wegleggen. Schols noemt het ‘obsessief.’ Alles om haar heen werd een onderwerp, zelfs een kop en schotel, waarmee ze de dieptewerking van een foto oefende. Ter illustratie schuift ze met een theekopje over de tafel, als plotseling het licht uitvalt. ‘Even dansen’, zegt ze terloops, om direct na haar zonnepasjes weer naar haar verhaal terug te keren. Zwervend ging ze haar nieuwe buurt in Noord fotograferen, vertelt ze, zoals achtergelaten rollators, een hondje en vetplanten op een vensterbank. Zo raakte ze ingeburgerd en maakte ze onbewust haar eerste reportage.

Een jaar nadat ze de haar eerste camera had gekocht, besloot ze om fulltime fotograaf te worden. Het was herfst 2013, een maand eerder had ze haar vorige baan opgezegd. Twintig jaar lang had Schols een leven geleid als communicatie- en marketingmedewerker bij bedrijven en organisaties, zoals The Body Shop, Schiphol en woningstichting Rochdale. ‘Ik was er tevreden, echt waar’, zegt ze nadrukkelijk. ‘Ik hoefde niets anders, totdat fotografie op mijn pad kwam. Het overkwam me. Ik ben impulsief ingesteld, dus het gebeurde.’ Ze vertelde het tegen alle vrienden en collega’s, ze schreef haar hele netwerk aan. Schols: ‘Ik kan er nog niet veel van, maar geef me een kans, zei ik iedereen’. Ze mocht bruiloften en feesten fotograferen en kreeg als fotograaf opdrachten van de gemeente Amsterdam. Ze was erbij als de burgemeester een lintje knipte.

Toch sloop er twijfel in haar kop. Was dit wat ze wilde, gaf haar nieuwe werk genoeg voldoening? Toen ze ruim twee jaar geleden de nationale fotoportretprijs in ontvangst nam, wist ze het ineens zeker. Ze stuurde alle opdrachtgevers een bericht en wiste haar website en sociale media. Jitske Schols begon opnieuw. ‘Vanaf dat moment doe ik het zoals ik het wil, in mijn stijl’, zegt ze op resolute toon. ‘Ik ben portretfotograaf. Daarnaast wil ik vrij werk maken.’

Ambitie. Dat woord had ze nog nooit gebruikt. Maar ze voelde het voor het eerst. Ze was 45 jaar, als ze iets wilde bereiken, dan moest ze nu beginnen. ‘Niet om rijk en beroemd te worden. Wel om me te kunnen ontwikkelen.’ Ze sleutelde aan haar fotografische stijl en hield eraan vast. Herkenbaarheid was belangrijk, wist ze uit haar marketingverleden. Nu herkent een krantenlezer haar foto’s uit duizenden, als het goed is. Zwart en wit, een tikje rauw, van een andere en toch onze tijd. Kleur is er zelden en bijna alleen als de opdrachtgever er om vraagt. Zoals voor de serie ‘Zin van het leven’ van journalist Fokke Obbema in de Volkskrant, waarvoor Schols de portretten maakte. Binnenkort komt het vervolg onder de titel ‘Zinvol Leven’. Schols is weer gevraagd.

Zwart-wit of kleur, de keuze vindt zijn oorsprong in het eerste hoofdstuk uit Jitskes leven. Het begon als een boek, een historische roman met van tragiek doordrenkte geluksmomenten. Schols’ jeugd speelde zich af op landgoed Ewijkshoeve, in de buurt van paleis Soestdijk. Het was ooit koninklijk bezit, maar ook kunstenaars als Willem Witsen woonden en werkten er honderd jaar geleden. Nadien viel het toe aan familie van Jitskes moeder, die het zelf niet breed had. Onder voorwaarden mochten haar ouders gratis gebruik maken van het vervallen koetshuis. Ze bleven er jaren wonen.

Ze had er de tijd van haar leven. Het was primitief, in het begin hadden ze nog geen warm water. Als het regende moest ze pannetjes zetten onder het lekkende dak. Maar was het droog, dan trok ze met neven en nichten urenlang door het donkere bos, waar ze heksenjachten hielden en op zoek gingen naar de verborgen juwelen van overgrootmoeder. Overal voelde ze het verleden, ze was er heel gelukkig. ‘Wie krijgt nou zo’n jeugd?’, zegt ze over die tijd. ‘Het landgoed, de sfeer maar ook de vroegere bewoners hebben mij gevormd. Ik voel me er nog steeds verwant mee.’

Pas toen ze op zichzelf ging wonen, eerst in Groningen, dook ze in de geschiedenis. Ze studeerde Nederlands en las een boek van Rein van der Wiel over de Tachtigers, een kunststroming die actief was rond 1880. Ewijkshoeve, het domein van haar jeugd, bleek een broedplaats te zijn voor schrijvers en kunstenaars. Het boek verhuisde altijd met haar mee. Het ligt nu op de tafel van haar atelier, compleet met onderstrepingen. Schols pakt het op en bladert door teksten, foto’s en schilderijen van Willem ­Witsen en Willem Bastiaan Tholen. De sfeer en kleurtinten zijn dezelfde als die van haar eigen foto’s. Haar vinger volgt de pilaren van het grote huis, die ze direct herkent, daar de moestuin en de vijver van het landgoed. Ze houdt er de pas in. De zus van Witsen, Anna, heeft zich op een dag in het donkere water verdronken. Sinds Schols dat las, raakte de vrouw niet meer uit haar gedachten. Ze maakte een foto-essay over haar. ‘Anna is heel belangrijk voor mij. Hoe kon ze zo ongelukkig zijn op het landgoed waar ik zo gelukkig was?’, vraagt ze zich hardop af.

Het is een raadsel, zoals ze zelf ook een raadsel is. Want zelf kent ze geen depressieve buien, melancholie is haar vreemd. Thuis is ze ’s ochtends de vrolijkste van allemaal. En ondanks de aanhoudende regen heeft ze ook vandaag zin in de dag. Haar donkere, sobere fotowerk lijkt het spiegelbeeld van een ander, maar het was toch echt zij die alle foto’s op de muur maakte en nabewerkte. Urenlang kan ze eraan schaven en polijsten, terwijl ze in die lange zen momenten luistert naar gesproken boeken van Coetzee en Tolstoj, schrijvers van de zwaarmoedigheid. Ze weet ook wel dat er spoortjes zijn naar een donker verleden. Haar ouders zijn gescheiden, vader dronk te veel en zag het leven niet zitten. ‘Misschien zit het wel beide in me, het opgewekte én het duistere, maar weet ik dat nog niet.’ Haar stem hapert, ze twijfelt of ze verder moet gaan. ‘Ja, mijn werk zou een uitlaatklep kunnen zijn voor mijn verleden. Maar waarom heb ik dat niet eerder in mijzelf gezocht? Waarom ben ik pas op latere leeftijd gaan fotograferen?’

Schols pauzeert, denkt na: ‘Ik vraag me af: bedenk ik dit alleen maar om mijn werk te willen verklaren of is er echt nog een donkere laag in me, die ik niet ken?’ Ze staat op en loopt naar een plastic opbergdoos, die ze laatst van haar moeder kreeg. Daarin, zegt ze, zitten fotoalbums, brieven en documenten van haar familie, afkomstig uit Ewijkshoeve. Ze gaat er binnenkort eens voor zitten. Van afstand: ‘Ik ben een vrouw van deze tijd, maar ik diep alles uit het verleden op. Why, why, zeg het me, als je het weet.’

De regen slaat striemend tegen de ramen, binnen valt het licht weer uit.

Jitske Schols (Rotterdam, 1969)

Opdrachtgevers: Het Parool, PS van de week, de Volkskrant (serie: De zin van het leven met Fokke Obbema), AD Magazine, HUMAN Magazine en commerciële opdrachtgevers. Voor haar fine art werk is Schols verbonden aan galerie Caroline O’Breen.
Exposities: Fotofestival Naarden, Haute Photo­graphie in Rotterdam en Photo Basel, Zwitserland (2019).
Prijzen: Dutch Photographic Portrait Prize (2017) en tweede prijs categorie ‘Mensen in het nieuws’ van Zilveren ­Camera (2018).

Tip de redactie

Wil je Villamedia tippen, maar is dat te gevoelig voor een gewone mail? Villamedia is aangesloten bij Publeaks, het platform waarmee je veilig en volledig anoniem materiaal met de redactie kunt delen: publeaks.nl/villamedia

Praat mee

Colofon

Villamedia is een uitgave van Villamedia Uitgeverij BV

Uitgever

Dolf Rogmans

Postadres

Villamedia Uitgeverij BV
Postbus 75997
1070 AZ Amsterdam

Bezoekadres

Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Factuurgegevens

Villamedia Uitgeverij BV
Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Contact

redactie@villamedia.nl

Redactie (tips?)

Chris Helt, hoofdredacteur

Marjolein Slats, adjunct-hoofdredacteur

Linda Nab, redacteur

Lars Pasveer, redacteur

Trudy Brandenburg-Van de Ven, redacteur

Rutger de Quay, redacteur

Nick Kivits, redacteur

Sales

Sofia van Wijk

Emiel Smit

Loes Smit

Webbeheer

Marc Willemsen

Vacatures & advertenties

vacatures@villamedia.nl

Bereik

Villamedia trekt maandelijks gemiddeld 120.000 unieke bezoekers. De bezoekers genereren momenteel zo’n 800.000 pageviews.

Rechten

Villamedia heeft zich ingespannen om alle rechthebbenden van beelden en teksten te achterhalen. Meen je rechten te kunnen doen gelden, dan kun je je bij ons melden.