‘Je wordt er niet rijk van’
Een initiatief dat lijkt op dat van De Correspondent, maar toch nét anders, is het vorig jaar gestarte TPO Magazine. Villamedia vroeg Jan Jaap Heij, uitgever van het online platform, terug te kijken naar 2013 en vooruit te blikken naar de toekomst. ‘Betaalde online journalistiek heeft echt nog een paar jaar nodig.’
Het duurde tot december 2013 voordat ik eindelijk een voor journalisten begrijpelijke uitleg vond van wat wij van De Nieuwe Pers (DNP) en later The Post Online (TPO) Magazine nu eigenlijk doen. ‘Je moet het zien als een winkel voor digitale boeken, maar dan met hele dunne boeken. Die hele dunne boeken kun je kopen, en zoals het een boekenuitgever betaamt: wij leggen ze in zo veel mogelijk verschillende winkels. Bij onszelf, maar ook bij eLinea, MyJour, binnenkort Blendle, artikelgemist.nl en wie er verder nog maar zo’n winkel wil beginnen. Journalisten publiceren een artikel en dat is dan op zo veel mogelijk plekken te koop. Als je de boeken van een bepaalde auteur leuk vindt, kun je er ook een abonnement op nemen.’
Eén keer een stuk schrijven, overal (betaald) verschijnen – dat is wat wij doen. Binnenkort maken we het, in de vorm van een dienst die Reporters Online heet, ook mogelijk voor journalisten die eenmalig een artikel willen verkopen en niet structureel in dergelijke winkels willen liggen.
Die uitleg was nogal een puzzel, enerzijds omdat het even duurde voordat het ons duidelijk werd waar – vergeef me de management speak – de toegevoegde waarde van het bedrijf precies ligt: zorg dat freelance journalisten hun eigen stukken aan lezers kunnen verkopen, zoals bands dat via iTunes en Spotify kunnen. Anderzijds omdat het in alle publiciteit erover voornamelijk over iets anders ging: wat jullie doen, dat doen Tone (een wekelijke iPad-app-editie met artikelen over politiek, economie en media, geschreven door een vaste groep journalisten, red.) en De Correspondent toch ook?
Nee dus. Veel meer dan bij hen volgen lezers bij ons de journalist persoonlijk. Die maakt de artikelen, die is het merk.
Het was natuurlijk ook verwarrend, al die digitale start-ups – het waren er veel, inclusief de digitale nieuwskiosken die deze maanden live gaan, en er was fiks wat aandacht voor. Ik heb in 2013 congreszalen gezien tot het me de neus uitkwam.
Je zou haast denken: dan zal het geld ook wel tegen de plinten klotsen. Zulks is niet het geval, door de bank genomen. Lezers, kijkers (het verschil is aan het vervagen) hebben op papier al een enorme keuze, en op hun computerscherm nog veel meer. Daar vechten oude en nieuwe, gratis en betaalde media om aandacht. Met elkaar, en met, euh, Facebook. Waarbij Facebook doorgaans wint. Het is in de betaalde digitale media met z’n allen roeren in een niet al te groot vennetje.
Voor de lezer is dat alleen maar leuk. Die krijgt de keuze tussen alles wat-ie al had en daarbij nog: nieuwe mediamerken, nieuwe abonnementsvormen als ‘persoonlijk’ of ‘all you can read’. Vooralsnog is volkomen onduidelijk welk model daarbij favoriet zal blijken, of dat ze allemaal naast elkaar kunnen bestaan. Duidelijk is al wel dat lezers veel minder dan voorheen zullen hoeven te betalen voor kwaliteitsjournalistiek.
Voor uitgevers en journalisten is dat minder leuk, en deze ontwikkeling zal ook in 2014 veel mensen in de media hun baan kosten. Tegelijkertijd zijn er mogelijkheden die vroeger echt ondenkbaar waren.
Neem ons nou. Er is alles bij elkaar ongeveer 80.000 euro in TPO Magazine. Met wat we nu weten zou het ook voor 10.000 euro kunnen trouwens, zo snel wordt technologie goedkoper.
Zet je met zo’n investering in één keer de hele mediawereld op z’n kop? Nee. De beste korte omschrijving van een jaar TPO Magazine is dan ook: ploeteren. Iets van 4000 abonnementen verkocht in totaal, van allerlei snit: maand, half jaar, jaar, individueel, gezamenlijk. We hebben een abonnement op een bekende schrijver uitgeprobeerd: dat liep niet. Schitterende fotoreportages: de loop moet er nog een beetje inkomen. Ondergetekende is er zelf flink wat geld bij ingeschoten, ondanks een overname door Veronica en fusie met The Post Online – het is geloof ik niet wijd en zijd bekend, maar Veronica heeft een meerderheidsaandeel in TPO.
Niettemin: via ons verkopen nu een kleine veertig freelancers zelf hun artikelen. Er zijn meer bedrijven die dat mogelijk maken (sommige van de net gelanceerde nieuwskiosken doen het ook), maar via ons kunnen ze op een fiks aantal plekken tegelijk verschijnen. Er komen er elke maand een stuk of vier bij, sommigen houden er ook weer mee op: te druk, vaste baan gevonden. Vinden we prima. De meest succesvolle hebben zo’n 100 tot 150 vaste abonnees, en een paar honderd abonnementen verkocht (wij tellen eenmalige maandabonnees niet mee als abonnee, dat is een soort losse verkoop).
Wat ze verdienen gaat u niks aan, maar ze kunnen er niet van leven. Dat is ook niet bedoeling: het is een van de tien dingen die freelancers moeten doen om het anno 2014 te redden. Ze verdienen er overigens wel weer meer mee dan een redelijk bekende rockband aan Spotify.
Dus als ik de eerder genoemde uitleg over de dunne boeken achter de rug heb en de vraag krijg: loopt het een beetje?, vat ik het voorlopige resultaat samen met: alles wel, we zijn er nog lang niet. En leuk als je mee wilt doen, maar bestel nog even geen Ferrari.
Waarom die veertig journalisten dan toch meedoen? Zo door de bank genomen: omdat ze willen (en moeten) ondernemen. Freelancers hadden het altijd al vrij lastig, na een paar jaar crisis zitten velen in een situatie die nog het meest lijkt op moderne feodalisme. Smeken bij uitgevers om de laatste betaalde opdrachten, die alsmaar slechter betaald worden en zullen blijven worden.
Wonderlijk, omdat eigenlijk de enige reden is dat die verhouding zo is: een historisch gegroeide traditie. Uitgevers zijn van oudsher nodig om drukkosten voor te schieten, advertenties te verkopen en marketing te doen, niet (direct) om journalistiek mogelijk te maken. Dat laatste kunnen journalisten zelf wel.
Drukkosten zijn er digitaal niet, de meeste advertenties die nog niet bij Google staan, staan binnenkort op Facebook, en marketing kan prima en kosteloos digitaal, via e-mail en social media (liefst aangevuld met een itempje bij #DWDD). Voor de financiering, waar nog nodig, is er crowdfunding. Bij DNP haalden we de noodzakelijk 25.000 euro, na een testfase van een maand, in één dag binnen – al hadden we het geluk van een goed e-mail-bestand.
Je kunt als journalist dus prima jezelf uitgeven. Zo lang je maar in staat en bereid bent tot de noodzakelijke marketing, en je effectief met je stukken omgaat. Publiceer die op zo veel mogelijk plekken, gebruik eerder gepubliceerd werk, werk samen met sites die videokanalen publiceren, maak e-books van je stukken. En zo voort.
Dan kom je (op termijn, betaalde online journalistiek heeft echt nog een paar jaar nodig om groot te groeien) een heel eind. Ook zonder permanent te hoeven leuren bij kranten en tijdschriften. Rijk word je er niet van, dat moge inmiddels genoegzaam duidelijk zijn. Maar vrijheid en zelfrespect zijn ook wat waard.
Praat mee