Leo Oomens (1943 – 2012)
Toen we op 1 maart in Amsterdam met velen afscheid namen van Leo Oomens, werd gememoreerd dat hij vooral eigenwijs, eigengereid, belezen en erudiet was geweest. Leo, in Amsterdam neerlandicus geworden en enige jaren als leraar Nederlands in zijn bagage, kwam in 1984 bij de kunstredactie van het Algemeen Dagblad in Rotterdam. Eerst als freelancer, maar al snel in vaste dient, als toneelredacteur.
Wij schreven allen als ‘byline’ bij onze stukken onze voor- en achternaam, en dat deden we al jaren. Leo was eigengereid en deed dat dus niet. Boven of onder zijn bijdragen stond: door L. Oomens. El Punt Oomens werd aan het bureau al snel de vraag: ‘Weet iemand waar Loomens uithangt?’
Als hij op de redactie aan de Westblaak en later de Marten Meesweg verscheen, was Leo, harde stem, onmiddellijk zeer nadrukkelijk aanwezig. Met zijn eigen artikelen, meestal snel geschreven, met opmerkingen over tekst van collega’s die nog wel enige redactie behoefde, op redactievergaderingen, aan de tafels van layout en eindredactie. Deze Amsterdammer was discussie en dispuut, soms moeilijk van een tegendeel te overtuigen, maar bleef steeds betrokken bij alle stadia van het journalistieke proces.
Leo was ook het type kunstredacteur zoals dat wel uit de jaren ‘50 van de vorige eeuw werd overgeleverd: monomane mannen die bijdroegen aan hun eigen mythevorming. Zo gaat het verhaal dat hij voor een première van de toneelgroep Theater met de portier van de artiesteningang van de duistere, want gesloten schouwburg in Arnhem in discussie ging omdat hij vond dat de voorstelling in Arnhem móest zijn, waar de betreffende man hem ervan trachtte te overtuigen dat hij voor die première toch echt in de schouwburg van Nijmegen werd verwacht.
Nog iets dat bijdroeg aan zijn status van excentriek: Leo en lease auto’s. Hij reed binnen geen tijd vier auto’s aan gort, omdat hij altijd haast had en, eerlijk is eerlijk, zelden op tijd vertrok. Hoofdredacteur Ron Abram spijkerde hem vervolgens voor de rest van het jaar aan het bureau.
Of hij nu over toneel schreef, of over boeken, literatuur en non-fictie, en later over beeldende kunst en tentoonstellingen, Leo was steeds oorspronkelijk in zijn oordeel en zijn woordkeuze. Hij had veel gezien, veel gelezen en veel gehoord en dat las je terug in zijn beschouwingen, interviews en recensies. Nieuws? Nee, daar was Leo Oomens, in zijn vrije tijd ervaren schaker, niet zo van.
Vaak had hij als auteur iets van de leraar die zijn lezers enthousiast wilde maken voor iets dat ze konden gaan zien, lezen of horen en er dan een beetje wijzer van worden. Kunstredacteuren van zijn slag bestaan bijna niet meer.
Menno Schenke, oud-chef kunstredactie Algemeen Dagblad