Jan Eijkelboom (1926-2008)
Op 1 maart 1972, zijn 46e verjaardag, ging Jan Eijkelboom aan de slag bij De Dordtenaar. Zijn staat van dienst was er vanuit Dordts perspectief een met mythische proporties: Propria Cures, Vrij Nederland (waar hij adjunct-hoofdredacteur was), Het Vrije Volk.
De Dordtenaar was een kopblad van het Algemeen Dagblad met een warm kloppend hart voor de plaatselijke middenstandsbelangen: wat moest een man van zijn journalistieke postuur bij deze krant?
Om van zijn politieke signatuur maar te zwijgen.
Dordrecht was dan wel van oudsher een rode stad, het was voor het eerst dat de grootste krant ter plaatse (oplage 30.000) werd geleid door iemand die er geen geheim van maakte dat zijn politieke sympathie uitging naar de PvdA. Maar heette zijn column in Het Vrije Volk nog Linkerhoek, in De Dordtenaar schreef hij drie keer in de week een rubriek onder het voor zijn vrienden wellicht provocerende kopje Rechterhoek. Niet dat zijn opvattingen dezelfde switch maakten.
Op de andere dagen van de week stond op die plek mijn column Dagdromen. We waren op dezelfde dag begonnen bij De Dordtenaar, hij als hoofdredacteur, ik als leerlingjournalist. Eijkelboom ontpopte zich tot de gedroomde leermeester. Geen plek in de krant was voor mij taboe. Vond hij iets wat ik had geschreven niet zo goed, dan was het omdat hij vond dat ik beter kon. En dan deed ik beter.
Hoewel Eijkelboom ook in zijn latere leven trouw is gebleven aan Dordrecht, bleek De Dordtenaar te klein, te benauwd. Ik kwam hem weer tegen op de redactie van Het Vrije Volk in Rotterdam. Hier was hij chef van de kunstredactie, later van buitenland, maar wie daar oog voor had, zag hem gestaag afdrijven in de richting van de poëzie die hem landelijke faam, literaire onderscheidingen en het ereburgerschap van Dordrecht zou bezorgen.
Frank van Dijl