H.J. (Chris) Scheffer (1919-2008)
Kritisch, eigenzinnig en toegewijd, dat was journalist en pershistoricus Chris Scheffer een leven lang. Neem nou zijn naam. Hij werd als Hendrik Jan geboren, maar na 1945 bleef hij de naam gebruiken die hij in het gewapend verzet in Rotterdam had gebruikt. Rooie Chris of Chris Voorhoef werd hij daar genoemd en wie hem na de oorlog nog met Henk aansprak kon steevast rekenen op de vraag waar je die curieuze gewoonte vandaan had. Hij droeg zijn geuzennaam met ere, maar zijn artikelen en boeken ondertekende hij wel met H.J. Scheffer.
En dat waren er nogal wat, want Scheffer was een productief man. Hoewel hij als econoom was opgeleid belandde hij in oktober 1945 in de journalistiek. Eerst was hij reizend correspondent van de NRC maar zijn reportages over de politionele acties van het Nederlandse leger in Indonesië waren zo onafhankelijk en kritisch geschreven dat hoofdredacteur Maarten Rooij hem in 1947 dwong ontslag te nemen. Typerend voor zijn karakter was dat hij kritisch over dat onderwerp bleef schrijven, maar dan voor The Times.
Terug in Nederland werkte hij voor tal van bladen, waarvan het Rotterdams Nieuwsblad de belangrijkste was. Bij die krant zou hij uiteindelijk in de hoofdredactie belanden. Het was ook de krant die zijn voorliefde voor de persgeschiedenis deed ontwaken. Hij schreef er als ‘t 46ste lid’ het commentaar bij de gemeenteraadsvergaderingen en toen hij merkte dat dit pseudoniem al sinds 1896 werd gebruikt, was hij verkocht. In 1960 promoveerde hij op ‘In Vorm Gegoten. Rotterdams Nieuwsblad in de negentiende eeuw’. Het is nog steeds een juweeltje in de Nederlandse persgeschiedenis, geschreven vol liefde voor het vak, maar ook met een ongekende drift om alles te willen weten. Naast zijn latere werk voor de Haagsche Courant, Sijthoff Pers en de Koninklijke Academie van Wetenschappen, waar hij zijn carrière in 1979 afsloot, schreef hij nog drie andere boeken over persgeschiedenis. Met ongetwijfeld als hoogtepunt de biografie van het merkwaardige heerschap Henri Tindal, in 1893 de oprichter van De Telegraaf.
Chris Scheffer overleed jongstleden 21 mei in Rotterdam, vrij anoniem. Geen krant maakte er melding van, ook niet de kranten waarvoor hij ooit werkte of over schreef. Het is een beetje wrang bij een man die alles heeft gedaan om het historisch bewustzijn in de journalistiek te vergroten. Maar zijn roep om de boeiende geschiedenis van het vak vooral niet te vergeten, klinkt voor eeuwig door in een prachtige pershistorische productie. En dat is een hele troost.
Huub Wijfjes
Foto: Rien Zilvold
Kritisch, eigenzinnig en toegewijd, dat was journalist en pershistoricus Chris Scheffer een leven lang. Neem nou zijn naam. Hij werd als Hendrik Jan geboren, maar na 1945 bleef hij de naam gebruiken die hij in het gewapend verzet in Rotterdam had gebruikt. Rooie Chris of Chris Voorhoef werd hij daar genoemd en wie hem na de oorlog nog met Henk aansprak kon steevast rekenen op de vraag waar je die curieuze gewoonte vandaan had. Hij droeg zijn geuzennaam met ere, maar zijn artikelen en boeken ondertekende hij wel met H.J. Scheffer.
En dat waren er nogal wat, want Scheffer was een productief man. Hoewel hij als econoom was opgeleid belandde hij in oktober 1945 in de journalistiek. Eerst was hij reizend correspondent van de NRC maar zijn reportages over de politionele acties van het Nederlandse leger in Indonesië waren zo onafhankelijk en kritisch geschreven dat hoofdredacteur Maarten Rooij hem in 1947 dwong ontslag te nemen. Typerend voor zijn karakter was dat hij kritisch over dat onderwerp bleef schrijven, maar dan voor The Times.
Terug in Nederland werkte hij voor tal van bladen, waarvan het Rotterdams Nieuwsblad de belangrijkste was. Bij die krant zou hij uiteindelijk in de hoofdredactie belanden. Het was ook de krant die zijn voorliefde voor de persgeschiedenis deed ontwaken. Hij schreef er als ‘t 46ste lid’ het commentaar bij de gemeenteraadsvergaderingen en toen hij merkte dat dit pseudoniem al sinds 1896 werd gebruikt, was hij verkocht. In 1960 promoveerde hij op ‘In Vorm Gegoten. Rotterdams Nieuwsblad in de negentiende eeuw’. Het is nog steeds een juweeltje in de Nederlandse persgeschiedenis, geschreven vol liefde voor het vak, maar ook met een ongekende drift om alles te willen weten. Naast zijn latere werk voor de Haagsche Courant, Sijthoff Pers en de Koninklijke Academie van Wetenschappen, waar hij zijn carrière in 1979 afsloot, schreef hij nog drie andere boeken over persgeschiedenis. Met ongetwijfeld als hoogtepunt de biografie van het merkwaardige heerschap Henri Tindal, in 1893 de oprichter van De Telegraaf.
Chris Scheffer overleed jongstleden 21 mei in Rotterdam, vrij anoniem. Geen krant maakte er melding van, ook niet de kranten waarvoor hij ooit werkte of over schreef. Het is een beetje wrang bij een man die alles heeft gedaan om het historisch bewustzijn in de journalistiek te vergroten. Maar zijn roep om de boeiende geschiedenis van het vak vooral niet te vergeten, klinkt voor eeuwig door in een prachtige pershistorische productie. En dat is een hele troost.
Huub Wijfjes
Foto: Rien Zilvold