‘Het had weinig gescheeld of ik zat in die kooi’

Rena Netjes, of Johanna Indinietta, zoals het Egyptische Openbaar Ministerie haar noemt, is net op tijd Egypte ontvlucht. Inmiddels is ze bij verstek tot tien jaar cel veroordeeld. ‘Ik ga niet klagen, ik ben vrij. Maar voorlopig waan ik me alleen in Nederland echt veilig.’
‘Rena wil je alsjeblieft zo snel mogelijk naar de ambassade komen’, e-mailt een ambassademedewerker mij. De angst slaat me om het hart. Ik ben het dus. De ‘Nederlandse’ correspondent die het Egyptisch OM zoekt. Het lid van de Mariott terreur cel. De dag ervoor had de Volkskrant een groot stuk over ‘Nederlandse beschuldigd voor spionage’. Een BNR-collega stuurt mij een DM: ‘Ben jij dit?’ Een andere BNR-redacteur had mij vlak daarvoor gebeld ‘Rena, weet jij wie dat is?’
De hel is gearriveerd. Lid van een terroristisch netwerk. Stapelgek die Egyptenaren, compleet paranoïde. Duivelse praktijken zijn het. Nu geen tijd om verder na te denken, ik moet een auto regelen. Ik durf geen gewone taxi te bestellen, als die onderweg wordt aangehouden levert de chauffeur mij uit aan de politie. Mijn eigen chauffeur is niet in de buurt. Een andere betrouwbare speciale chauffeur en auto toevallig wel.
Ik reken op een half uur. Ben doodsbang, de politie in Rehab City, de ‘well to do’ buitenwijk waar ik woon, weet mij vast snel te vinden. Ik houd er rekening mee dat het alsnog misgaat. ‘50 procent kans dat ik vanavond in de beruchte Tora gevangenis zit’, gaat er door mijn hoofd. Mijn God, als blonde terrorisme verdachte word je vast verkracht. Ik bid dat ik veilig op de ambassade aan mag komen.
‘Neem maar wat logeerspullen mee’, mailt de ambassademedewerker. Dat had hij niet hoeven zeggen, ik was mijn sporttas al aan het pakken. Geen grote koffer, want dat valt teveel op. Ik moet nog langs de bewaking van Rehab en wil geen argwaan wekken. Ik pak mijn crèmepjes. Als mijn dierbaren op bezoek komen als ik in de gevangenis zit, zie ik er in ieder geval nog een beetje goed uit. ‘Ik zal sportoefeningen in de cel moeten doen’, gaat er door mij heen. De chauffeur laat op zich wachten. Verdorie nou, hij gaat er langer over doen dan een half uur. Er zit niets anders op dan geduldig te wachten en ondertussen geen belangrijke items te vergeten. Ik durf niet eens uit het raam te kijken. Misschien staat de politie inmiddels wel om mijn huis. Ik pak mijn laptops en twee van mijn vier mobieltjes. Niet alle vier want dat zouden de Egyptenaren te verdacht vinden. Die vinden alles verdacht, zelfs als je Arabisch spreekt. ‘Waarom zou iemand zoveel moeite doen om zo’n moeilijke taal te leren. Dan moet het wel een spion zijn’, redeneren veel Egyptische (niet erg-opgeleide) politieagentjes. Als ik onderweg word aangehouden bij een politiecheckpoint, zouden ze mij alleen daarom al aanhouden.
De chauffeur arriveert. Ik ben erg opgelucht, maar nu komt het engste. Drie minuten vanuit mijn appartement naar de taxi lopen die net buiten de gate staat. Buiten gekomen zie ik geen politie. Ik probeer zo normaal mogelijk naar de poort te lopen en mijd oogcontact. Ik zie de wagen staan. De beveiliging negeert mij en ik open de deur van de auto. Wat een opluchting, ik zit erin. Dat scheelt alvast heel veel. Nu nog een uur naar Zamalek, waar de ambassade zit. Ik heb onderweg contact met een ambassademedewerker via sms. Ondertussen zie ik op Twitter een Belgische collega schrijven: ‘Kent iemand Johanna Indinietta?’ Oh mijn God, het OM heeft mijn naam vrij gegeven. Mijn doopnaam is Johanna Henrietta. Collega Brenda Stoter belt mij constant op viber (van Egyptische journalisten hoor ik dat viber onder de radar blijft). Ik reageer niet. Tot vlak voor de ambassade, nadat ze het tientallen keren heeft geprobeerd en duidelijk onraad vermoedt, breek ik en neem op. De tranen rollen over mijn wangen en ik zeg: ‘Ik ben bijna op Nederlandse bodem’. Ze weet genoeg.
We komen ook nog in de file. Rustig blijven maar. Wat ben ik opgelucht dat we geen checkpoints tegenkomen. Dan rijden we Zamalek op. Ik sms of de ambassademedewerker naar buiten wil komen om mij vanuit de auto te begeleiden. Ik durf niet de twintig seconden vanuit de auto naar de ingang door de beveiliging te lopen. De ambassademedewerker staat klaar, we lopen naar binnen, de lift in. Ik ben eindelijk veilig.
Op de ambassade aangekomen blijkt dat het Egyptisch OM een niet-bestaande Johanna Indinietta had opgegeven, die geen match maakt met een Nederlandse in Caïro. En een niet-bestaand paspoortnummer, maar dat nummer matchte wel met mijn sofinummer. Ik vraag de ambassade een voorstel te doen om Egypte te verlaten om niet te worden vastgezet. Ik wil wel weg, als de Egyptenaren mij helpen. De ambassade belt onder andere met de Hoofdofficier van Justitie: ‘Ze mag wat mij betreft wel gaan, het bewijs tegen haar is erg zwak, maar helaas ligt het al onder de rechter.’ Vier dagen leef ik op verschillende onderduikadressen en ben ik doodsbang. De eerste nacht slaap ik nauwelijks. Iedere keer als ik iets hoor, zit ik rechtop in bed. Er staat een boekenkast exact naast de deur. Ik moet aan Anne Frank denken. Na vier dagen verlies ik hoop, bid God om een exodus en een uur later op 3 februari komt het goede nieuws: ‘Rena, we hebben groen licht, maar je moet nu meteen vertrekken.’ De eerste vlucht was via Dubai, en ik kom de volgende ochtend in Nederland aan.
Na dertien sessies waarin het OM in de rechtszaal als bewijslast beelden van paarden in Luxor op Sky News, een persconferentie in Kenia van Peter Greste, en een documentaire over Somalische vluchtelingen op de BBC laat zien, weet je wel hoe laat het is.
Ze doen maar wat. Het kan ze niet eens schelen dat er fout beeldmateriaal wordt getoond ter overstaand van de rest van de wereld. De rechter vraagt zelfs batterijtjes aan de aanwezige journalisten om de apparaten aan de praat te krijgen, en papier om op te schrijven. Ongegeneerd lui. Bij een van de sessies roept de hoofdverdachte Mohamed Fahmy uit de kooi: ‘Het spijt mij zo voor Rena Netjes! Dat ze in al deze problemen kwam door alleen een kopje thee met mij te drinken.’ Tranen rollen over mijn wangen. Het is emotioneel allemaal, het had weinig gescheeld of ik zat ook in die kooi.
Op zaterdag 21 juni lijken de broers van Peter Greste en Mohamed Fahmy enige hoop te hebben. Ik niet. Ik verwacht minstens vijftien jaar. De avond ervoor proost ik alvast met een vriendin in Amsterdam Zuid op de veroordeling. ‘Bitter’ballen en witte wijn. We praten over de twee Nederlandse meisjes die omgekomen zijn in Panama, over de Oekraïne, Rusland en Egypte. Die avond kan ik de slaap niet goed vatten, ik lever ook nog een blog in. Het werk gaat gewoon door. Het is zo’n rare mengeling van over Egypte schrijven en er zelf zo door geraakt worden. Maar dat motiveert mij des te meer. Een geluk bij een ongeluk is dat ik een groter platform heb om Egypte uit te leggen. Als er nieuws uit Egypte komt, word ik uitgenodigd om er in de media over te praten. Spreekbeurten over Egypte van Rotterdam tot Groningen, op universiteiten en op festivals. Daarmee verdien ik mijn geld. Ik doe niets liever.
Inmiddels is Johanna Indinietta tot tien jaar cel veroordeeld, omdat ze voor Al Jazeera zou werken, de zender zou financieren en met filmmateriaal zou knoeien. Ik heb nog nooit filmmateriaal zelf gemonteerd. Dat ze mij nooit hebben aangehouden, zelfs geen idee hadden wie die Johanna Indinietta nou is, maakt blijkbaar niet uit.
In de rechtszaal werd één keer summier over een ‘Nederlandse’ gesproken. Ik ga niet klagen, ik ben vrij. Ik moet mij nu bezig gaan houden met Interpol. Gaat Egypte een arrestatie bevel proberen uit te schrijven? Of gaat Egypte aan politiebureaus overal ter wereld informatie over ons versturen? Waar kan ik nog wel en niet naartoe reizen? Wat een bastards zijn het ook bij die Egyptische geheime dienst.
Volgens Jago Russel van Fair Trials, een organisatie die zich inzet voor eerlijke rechtspraak wereldwijd, maken landen oneigenlijk gebruik van Interpol. Zelfs Italië, Spanje en Polen zijn niet waterdicht. Vorige week woensdag is er al een brief van Fair Trials naar Interpol gegaan met de vraag om een eventueel verzoek van Egypte te weigeren. Voor mij betekent het concreet dat ik mij voorlopig alleen in Nederland echt veilig waan.
-Rena Netjes (47) studeerde Arabisch en Hebreeuws in Amsterdam, Tel Aviv en Cairo.
-Rena Lingua, Taaltrainingen, Tolk- & Vertaaldiensten Arabisch en Hebreeuws opgericht.
-Duo raadslid CDA Amsterdam in De Baarsjes en Centrale Stad.
-Cursus Arabisch en Arabische Wereld bij het NOS Journaal.
-Vanaf januari 2011 correspondent Egypte voor Het Parool, BNR, VRT. Producer NOS Journaal.
Platbellen
Marjan Enzlin, voorzitter van de NVJ, roept collega’s op om vragen te stellen over de zaak Rena Netjes. ‘Of u nu voor een tijdschrift, radio, televisie, de krant of een huis-aan-huisblad werkt. Opdat men niet vergeet (in het geval van de minister) en weet (in het geval van de Egyptische ambassadeur) wat een luis in de pels betekent. Rena Netjes staat voor vele collega’s in de wereld die vanwege het bedrijven van vrije en gedegen journalistiek in het nauw kwamen. En juist die vrije en gedegen journalistiek geeft ons de mogelijkheid ons verzet daartegen te tonen. Bellen dus. Veel en vaak.’
Telefoon ambassade van Egypte: (+31) 70 354 4535 (+31) 70 354 2000
Praat mee
1 reactie
bas vossen, 8 september 2014, 19:40
tot zover de Araapjes lente. In eigen land is het gooien van een waxinelichtje voldoende. Ben met vreedzame USdame getrouwd maar krijg geen vergunning tot verblijf zoals Khalid Koppensneller. Tot zover ook mijn multicultigevoel.