Grapperhaus: lekken is niet automatisch hetzelfde als klokkenluiden

Demissionair minister van Justitie Grapperhaus ontkent in een brief aan de Tweede Kamer dat er een onderzoek loopt naar klokkenluiders binnen zijn departement. Kamerldeden Michiel van Nispen (SP) en Pieter Omtzigt (partijloos) hadden daar eerder vragen over gesteld. Wel wordt volgens Grapperhaus gezocht naar een lek, waar wellicht achteraf klokkenluidersbescherming voor geldt.
“Voor medewerkers van mijn ministerie geldt een geheimhoudingsplicht die ik heb te handhaven als er aanwijzingen zijn dat die geheimhouding is geschonden”, schrijft Grapperhaus. De overheid respecteert de vrijheid van meningsuiting zoals vastgelegd in de Grondwet en Europese verdragen, maar kan beperkingen aanbrengen, aldus de minister.
De ministeriële verantwoordelijkheid beperkt wat ambtenaren aan uitlatingen mogen doen, aangezien die de verantwoordelijke minister worden aangerekend. “Uitgangspunt bij de toepassing van de norm is dat ambtenaren vrijheid van meningsuiting hebben en dat voorzichtigheid geboden is bij het inperken daarvan. Waar in een concreet geval precies de grens ligt, hangt af van de omstandigheden van het geval”, schrijft Grapperhaus.
Er lopen twee onderzoeken naar gelekte documenten die onder de geheimhoudingsplicht vielen en “terecht zijn gekomen bij partijen die daartoe niet gerechtigd zijn”, stelt Grapperhaus. Een van de onderzoeken heeft geleid al tot aangifte en nader onderzoek door de Rijksrecherche.
“Vanuit de verantwoordelijkheid die ik heb voor het creëren van een veilige werkomgeving voor alle medewerkers van het ministerie kan het in sommige situaties nodig zijn om aangifte te doen als vertrouwelijke informatie weglekt. Medewerkers moeten erop kunnen vertrouwen dat informatie van hun hand niet door collega’s buiten hun medeweten om wordt verstrekt aan onbevoegde derden”, aldus de minister.
Om wat voor type gelekte documenten het precies gaat wil Grapperhaus niet zeggen.
De onderzoeken naar de lekken verlopen volgens Grapperhaus met respect voor nationale en Europese wetgeving rondom klokkenluiders. Die definitie gaat volgens de minister in deze zaak niet op. “Een klokkenluider verdient te allen tijde bescherming. Voor het overige geldt dat wet- en regelgeving bepalen dat iemand die in strijd met die wet- en regelgeving informatie lekt, niet als een klokkenluider beschouwd kan worden.”
NRC-journalist Andreas Kouwenhoven noemt die enge definitie een omgekeerde wereld.
Het is weer eens de omgekeerde wereld. Dankzij deze klokkenluiders weten we dat de overheid illegaal burgers online volgde, stiekem onderzoekers liet rondneuzen in moskeeën en de privacywet schond. Maar tegen wie doet Grapperhaus aangifte? 2/3
— Andreas Kouwenhoven (@AMKouwenhoven) November 22, 2021
Grapperhaus stelt dat werkelijke klokkenluiders van de lopende onderzoeken niets te vrezen hebben. Hij belooft “vanzelfsprekend” toe te zien dat medewerker(s) volgens de Europese richtlijnen voor klokkenluiders worden behandeld, mocht gaandeweg het onderzoek blijken dat het de medewerker(s) de juiste rechtvaardigingsgronden hanteerden voor openbaarmaking. Meer bij Tweede Kamer
Praat mee