FTC begint rechtszaak tegen Facebook en stuurt aan op afstoten Instagram en WhatsApp

Door de overnames van Instagram (2012) en WhatsApp (2014) zou Facebook vooral potentiële concurrenten hebben willen uitschakelen. De FTC zegt dat consumenten en adverteerders uiteindelijk minder keus hebben en het moeilijker is geworden voor andere softwarebedrijven om voet aan de grond te krijgen.

Wie met Facebook samenwerkt en graag met eigen apps op het platform wil aanhaken, krijgt volgens FTC alleen toegang tot de benodigde techniek als bepaalde rechten worden opgegeven. Zo zouden ontwikkelaars geen concurrerende diensten mogen ontwikkelen en in hun apps alleen met Facebook praten, niet met andere sociale netwerken.

De FTC zegt bewijs te hebben dat Facebook ontwikkelaars heeft gestraft die zich niet aan die regels hielden. De toezichthouder wil via de federale rechter onder meer afdwingen dat Facebook bezittingen zoals Instagram en WhatsApp moet afstoten. Het bedrijf moet verder aan banden worden gelegd wat betreft voorwaarden die ze software-ontwikkelaars opleggen. Verder wil de FTC voor elke potentiële overname of fusie goedkeuring verlenen.

In een zeer uitgebreide reactie stelt Facebook dat de FTC met de rechtszaken “aan revisionistische geschiedschrijving” doet.

Facebook verwijst met betrekking tot WhatsApp naar de Europese Unie, waar de overname na onderzoek doorgang mocht vinden. “Toezichthouders lieten dat toe omdat er geen gevaar voor concurrentie bestond”, schrijft Facebook-jurist Jennifer Newstead. De FTC zelf stemde in 2012 unaniem in met de overname van Instagram. “Nu willen ze ineens, jaren later, hun huiswerk overdoen”, aldus Newstead.

“Facebook zoals het vandaag bestaat was niet mogelijk zonder de Amerikaanse wetten die aansporen tot concurrentie en innovatie”, stelt Newstead. Ze zegt uit te zien naar our day in court.