FNV prijst Tweede Kamer-debat over seksueel grensoverschrijdend gedrag maar maant overheid tot méér

Een speciale commissie van de Tweede Kamer debatteert 24 mei over de adviezen die regeringscommissaris Mariëtte Hamer geeft over de wijze waarop organisaties moeten omgaan met meldingen van seksueel grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer. Vakbond FNV heeft voorafgaand aan dat debat nog enkele aanvullingen voorgesteld.
De vakbond prijst het zogeheten Nationaal Actieplan Seksueel grensoverschrijdend gedrag en Seksueel geweld (NAP) maar plaatst vraagtekens rondom financiële middelen die voor de uitvoering ervan zijn vrijgemaakt. “Er wordt gesproken over een investering van 11 miljoen euro. Onduidelijk is wat daaruit wordt gefinancierd”, stelt de FNV.
Verder is het volgens de vakbond van belang om in te zetten op preventie. De overheid heeft daar al bijna 30 jaar geleden wetgeving voor opgetuigd, maar ruim de helft van Nederlandse bedrijven negeert de plicht om de risico’s op seksueel grensoverschrijdend gedrag (SSG) en seksueel geweld (SG) vooraf te inventariseren.
De VN-organisatie International Labour Organization (ILO) heeft verder richtlijnen rondom SSG/SG opgesteld, maar Nederland heeft dat verdrag niet geratificeerd. Dat zou volgens FNV eerst moeten gebeuren. Bij de omzetting naar Nederlandse wetgeving moet dat verdrag bovendien in volle ‘beleidswijdte’ overnemen, vindt de vakbond.
“De wet- en regelgeving die nu wordt gehanteerd voldoet aantoonbaar niet, en heeft geen antwoord op nieuwe vormen van seksuele intimidatie op de werkvloer (zoals het ligbad van Jack van Gelder) en groepen die extra kwetsbaar zijn, zoals sollicitanten en ex-werknemers. Er zal dus aanvullende wetgeving nodig zijn”, schrijft FNV.
De bond wil verder dat een verbod op zwijgbedingen in gevallen van seksueel geweld of grensoverschrijdend gedrag. Daarbinnen worden partijen opgedragen om te zwijgen over wat er is gebeurd en hoe dat intern is afgehandeld. Dat is een riskante koers, stelt FNV: “Dergelijke bedingen belemmeren immers melding te maken van (S)GG en houden daarmee een zwijgcultuur in stand. Daardoor kunnen ook anderen het slachtoffer worden van dergelijk gedrag. Daders kunnen zich door dergelijke bedingen juist beschermd voelen.”
De overheid moet bij wetgeving tegen SSG/SG rekening houden met kwetsbare groepen, waaronder ook mensen die van diezelfde overheid afhankelijk zijn voor bijvoorbeeld een uitkering. Verder staan mensen met een tijdelijk contract, flexwerk of onzekere banen op achterstand als het gaat om melding maken van SSG/SG. De bond herhaalt de oproep tot “het snel verhogen van het percentage vaste contracten”.
Duidelijk sanctiebeleid op deze vormen van grensoverschrijdend gedrag helpt zowel werknemer als leidinggevenden. Die laatste groep voelt zich volgens de vakbond soms handelingsonbekwaam bij meldingen over grensoverschrijdend gedrag. “Helder sanctiebeleid ondersteunt hen om adequaat te handelen”, aldus de bond.
Commissiedebat Integrale aanpak seksueel grensoverschrijdend gedrag (24 mei 2023, 14-18 uur)
Praat mee