Er is geen kloof tussen oude en nieuwe journalistiek

Het stuk van media-onderzoekster Klaske Tameling over een vermeende kloof tussen oude en nieuwe journalistiek vraagt om een reactie. Klaske begint haar artikel met het betuigen van steun aan de stelling dat er een geografische kloof gaapt tussen journalistiek, die wordt bedreven vanuit Amsterdam en die vanuit de provincie.
Bewijs voor die bewering komt uit de stelling dat twee-derde van de journalisten in de Randstad woont. Maar over welke journalisten dit gaat en welke media het betreft wordt niets gemeld.
Overigens is die kloof inderdaad nu en dan merkbaar, al was het alleen al omdat de landelijke kranten natuurlijk toch in de Randstad worden gemaakt en de doorgaans uitstekende regionale kranten vaak een onterecht gevoel koesteren dat ze op het tweede plan acteren. Bij alle regionale kranten, waar ik heb gewerkt, werd de overgang van een collega naar een landelijke krant sowieso als een forse promotie gezien.
Maar Klaske heeft een in haar ogen veel grotere kloof ontdekt, die tussen oude en nieuwe journalistiek. En dan ontspoort Klaske behoorlijk heftig. Oude journalistiek, zo betoogt ze, ‘creëert onnodige tegenstellingen, geeft geen ruimte aan nuance of aan luisteren naar een ander en gaat niet in op argumenten of statistieken’.
Dat is nogal wat en het wordt vrijwel uitsluitend gestaafd door wat de oud-Telegraaf-kopstukken Jan-Kees Emmer en Sjuul Paradijs als reactie hebben gegeven op het feit dat ook hun nieuwsorganisatie vooral Randstedelijke journalistiek bedrijft.
Nee, neem dan de nieuwe journalistiek in de ogen van Klaske. Die nieuwe journalistiek is ‘transparant, komt tot stand met behulp van het publiek, waarover verantwoording wordt afgelegd en waarbinnen bovendien ook ruimte is voor duiding, verdieping en context’. Ronduit beledigend wordt ze als ze schrijft dat je in plaats van nieuwe journalistiek ook zou kunnen spreken van kwaliteitsjournalistiek. Ze pleit ervoor dat kwaliteit weer prioriteit wordt. ‘Quotje A tegenover Quotje B en klaar zijn we. Oude journalistiek dus’, aldus Klaske Tameling.
Natuurlijk is er wel wat veranderd in de ordentelijke tak van de journalistiek. Er is nog meer aandacht gekomen voor de duiding van het nieuws, kritische lezers worden niet alleen maar als lastig beschouwd, er wordt serieuzer gezocht naar positieve naast rampzalige elementen van het nieuws, om maar een paar verworvenheden van de huidige journalistiek te noemen.
Maar aan de basis van de journalistiek blijven staan een kritische benadering van de samenleving, betrouwbare bronnen, waarheidsvinding en hoor en wederhoor. En het zou goed zijn als dat zo blijft, ondanks de soms verderfelijke invloed van de sociale media. Een kunstmatige scheiding der geesten tussen oude en nieuw journalistiek past niet in wat thans ‘constructieve journalistiek’ wordt genoemd.
Dick Toet was lid van de hoofdredactie van de Haagsche Courant, parlementair redacteur voor de Brabant Pers en correspondent in de Verenigde Staten voor de Zuid-Oost-Pers.
Praat mee
1 reactie
J.C. Roodenburg, 18 december 2017, 20:54
Eens met Dick Toet. Ik heb als dagbladjournalist gewoond in achtereenvolgens Ridderkerk, Breda en Sint-Annaland. Ik was wél altijd werkzaam bij regionale dagbladen in Rotterdam. Dus de regio heb ik van huis uit meegekregen. Er bestaat nauwelijks verschil tussen de Randstad en de verre gebieden. Als maar hoor en wederhoor wordt toegepast. Ik betrap collega’s erop dat zij het hierin niet zo nauw meer nemen en eigen opinies schrijven waarin zij ‘anderzijds’ gedachten niet meer laten zien.