EHRM: ‘ongeblurd in documentaire inbreuk privacy’

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft naar aanleiding van een Australische man geoordeeld dat zijn grondrechten zijn geschonden toen hij heimelijk gefilmd is voor een Turkse documentaire over bekeringsdrang van buitenlandse organisaties. Dion Ross Bremner werd ongeblurd in beeld gebracht, een schending van zijn recht op privacy, aldus het Hof.
De zaak sleept al sinds eind jaren negentig. Op 24 juni 1997 werd hij in de documentaire over christelijke organisaties die in Turkije actief zijn als ‘buitenlandse koopman van religie’ weggezet. Op 25 juni werd Bremner door de Turkse openbaar aanklager aangeklaagd voor ‘belediging van God en islam’ - iets waarvan hij bijna een jaar later werd vrijgesproken. Daarop klaagde Bremner de presentator en producenten van de documentaire aan.
In Turkije leidde dat tot een gang via de rechtbanken, dat resulteerde in het oordeel van de hoogste instanties dat de documentaire zijn privacy niet schond, omdat de documentaire zich niet met zijn privéleven bezig hield - enkel met een onderwerp dat actueel was en in de publieke interesse lag. Bremner werd daarna uitgezet naar Bulgarije.
Het EHRM erkent dat de verborgen camera soms nuttig en noodzakelijk gereedschap is voor journalisten. Het is een ingrijpende middel, dat terughoudend en met zorg moet worden ingezet, stelt het Hof. In het geval van Bremner was er volgens het Hof geen rechtvaardiging om zijn gezicht zonder vervaging in beeld te brengen.
Bremner was geen bekende figuur en daarmee was zijn gezicht niet nieuwswaardig of nuttig, stelt het Hof. De wijze waarop de Turkse autoriteiten Bremner na de documentaire hebbben aangepakt bood de Australiër onvoldoende bescherming om anoniem te blijven. Turkije moet Bremner 7500 euro schadevergoeding betalen.
Praat mee