Duitse Hooggerechtshof verklaart sleepnet buitenlandse communicatie ongrondwettelijk

Het Duitse Hooggerechtshof heeft de huidige wijze van dataverzameling van communicatiegegevens door de Duitse inlichtingendienst BND en het delen van deze informatie met buitenlandse diensten in de huidige vorm ongrondwettelijk verklaard.
De uitspraak volgt op een klacht van onder meer de Duitse journalistenverenigingen DJU en DJV en diverse (onderzoeks)journalistieke organisaties in het buitenland.
De Bundesnachrichtendienst mag binnen Duitsland officieel geen journalisten afluisteren of tot doelwit maken, maar met hulp van gegevens van bevriende inlichtingendiensten kan er toch een volledig beeld worden opgebouwd, stelden de klagers. Buitenlandse journalisten die geen EU-burger zijn, werden onder de in 2016 vernieuwde afluisterwet quasi-vogelvrij verklaard, vonden de indieners.
Het Hooggerechtshof volgt die lijn, maar stelt dat er binnen de kaders van de grondwet in principe ruimte is om gegevens met buitenlandse inlichtingendiensten te delen.
In een toelichting op het oordeel stelt het Bundesverfassungsgericht dat het met de uitspraak “voor het eerst helder maakt dat bescherming van de grondrechten ten aanzien van de macht van de Duitse Staat zich niet enkel tot het Duitse staatsgebied beperkt.”
Elk moment dat de Duitse Staat handelt en daarmee potentieel de noodzaak tot bescherming van grondrechten uitlokt, moeten dat gebeuren ongeacht waar die handelingen plaatsvinden, op wie ze gericht zijn of de vorm ervan, stelt het Hof.
“En dat geldt in ieder geval voor het grondrecht om niet vanuit overheidswege te worden gevolgd”, aldus de uitspraak. Het Hof wijst op Duitse internationale verplichtingen rond mensenrechten en dat beperkingen in de Duitse grondwet - ook wat betreft buitenlanders in het buitenland - de positie en het aanzien van de Duitse republiek in de internationale gemeenschap bepalen.
“Een vrijwaring van grondwettelijke eisen voor inlichtingendiensten omdat ze zich enkel op het buitenland richten, kent de Grondwet niet, net zo min als wanneer dat met goedkeuring van de politiek plaatsvindt”, stelt het Hof.
De bevoegdheden die inlichtingendienst BND zich heeft toegeëigend zijn ook op formele gronden ongrondwettelijk, constateert het Hof. De brede ongerichte dataverzameling, die ook nog eens in het geheim plaatsvindt, is problematisch. Dat die gegevens veelal zonder nadere selectie met bevriende inlichtingendiensten worden gedeeld, is dat ook.
“De verzameling is zonder aanzien des persoons tegen iedereen in te zetten”, aldus het Hof. “Deze bevoegdheid is, gezien de huidige stand van de technologie en de impact ervan op de communicatie, van een uitzonderlijke reikwijdte”, stellen de rechters.
Ze constateren dat de huidige technologie het mogelijk maakt om diep in het dagelijkse bestaan van mensen te duiken en zeer persoonlijke en spontane communicatie te analyseren en samen te vatten tot een profiel met interesses, wensen en voorkeuren. Dat verdient betere omkadering, aldus het Hof - ook voor de op het buitenland gerichte dataverzameling.
Overigens stelt de Duitse veiligheidsdienst met het bespioneren van mensen in het buitenland meerdere aanslagen en andere terroristische activiteiten te hebben voorkomen. Duitsland deelde de resultaten van surveillance ook met geheime diensten van andere landen.
— Wouter Zwart NOS (@WouterZwart) May 19, 2020
Het verzamelen van gegevens is volgens het Hof goed te verdedigen - als daarmee de regering daardoor goed geïnformeerd kan beslissen over buitenlandpolitiek en veiligheidsvraagstukken. Als dankzij de inlichtingendiensten potentieel desastreuze vergissingen zijn te voorkomen, helpt deze dataverzameling juist om de de democratie en de Grondwet te beschermen.
Het is echter van belang dat doel van de verzameling concreet, controleerbaar en precies is vastgelegd. Inzet van de middelen voor het ‘opmerken van gevaar’ dient duidelijk omlijnde doelen te hebben - en het moet “principieel uitgesloten worden” dat de verzamelde data daarna nog voor andere doelen worden ingezet.
De bewaartermijn van zes maanden mag absoluut niet overschreden worden, aldus het Hooggerechtshof. Ook buitenlandse inlichtingendiensten moeten beloven die bewaartermijn na te leven, stelt het Hof. De politiek krijgt tot 31 december 2021 om noodzakelijke wijzigingen door te voeren.
Praat mee