Den Haag
In het holst van de nacht na Prinsjesdag reed ik Den Haag binnen voor de uitzending van het NOS Radio 1 Journaal. Het Binnenhof was rustiger dan ooit en er hing mist boven de Hofvijver. Normaal gesproken zenden we uit vanuit Hilversum, maar de minister van Financiën zou een half uur te gast zijn. Dat is een traditie die 24 jaar geleden is bedacht door Kees Boonman (o.a. presentator TROS Kamerbreed) en Bert van Slooten (presentator bij de NOS). Minister Dijsselbloem arriveerde tegen 8.00 uur, naar verluidt had hij in het hotel naast de Haagse redactie geslapen, wel zo dichtbij.
Het was een goed gesprek hoorde ik later van de redactie en van luisteraars. De sfeer was goed. Er was ruimte voor enkele persoonlijke bespiegelingen; ‘hoe vertelt u de boodschap aan uw kinderen?’ en ook enkele kritische vragen van luisteraars kwamen aan bod. Een handig smeermiddel voor een interview. Dijsselbloem bleef lachen en liet zich niet van de wijs brengen door een uitroep van een van hen: ‘wanneer stopt het kabinet met deze diefstal?’
Genoeg geleuterd: was het een goed interview? Ik denk het niet.
Na de uitzending liep ik door de inmiddels zonnige straten rondom de Tweede Kamer en ging naar binnen bij een schoenmaker. Daar stond een typische Hagenees mét sigaar (denk: typetje Koot en Bie) die zei: ‘nah, ik denk dat ik maar effe een gaatjuh bij laat makuh in me riem, want ik heb geluisturt naar Prinsjesdag en ut gaat nog niet betuh’. Deze man was zo grappig dat ik veinsde van alles nodig te hebben bij de schoenmaker zodat ik met hem in gesprek kon blijven. Ik kocht zelfs een blikje Rapide ledervet, nog nooit van gehoord, maar hij kocht het ook: een prachtig smeermiddel voor onze conversatie. ‘Je kén ut overal opsmère!’
Het gesprek met de Hagenees was open en vermakelijk en was niet gericht op onthullen of nieuws maken. Waar had ik dat die dag eerder meegemaakt? Precies! De ontmoeting met Dijsselbloem was uitgelopen op een gesprek. Niks ergs aan, maar een gesprek is iets anders dan een interview. Een gesprek kan alle kanten op gaan. Er kan iets nieuws of verrassends uit voortkomen, maar hoofddoel is: vermaak. Voor een interview geldt precies het omgekeerde. Een interview is gericht op het behalen van een resultaat, een onthulling, een ontdekking. Het kan vermakelijk zijn maar het doel is: nieuws maken.
Ik heb een mooie huiswerkopdracht: ik ben gevraagd voor de vakjury van de Sonja Barend Award. Een hele eer want ik mag vijftien televisie-interviews van het afgelopen seizoen beoordelen. Hoe deden mijn collega-journalisten het? Ik ga eens extra scherp letten op het verschil tussen een leuk gesprek en een goed interview.
Praat mee
1 reactie
Rob van der Hilst, 28 september 2014, 22:28
Nu pas?