Nipkow
‘Je begrijpt inmiddels wat ons uniform is?’, Volkskrant-journalist Jean-Pierre Geelen zit voorin het kleine autootje van Hans Beerekamp van NRC. Ik zit op de achterbank, naast Henk van Gelder, ook NRC én de voorzitter van de Nipkow-jury. De mannen dragen alle drie een regenjas. Ik zou bijna denken dat hun jaspanden wapperen. Het voelt alsof het uur U nadert. We zijn met razende spoed op weg van Hilversum naar de studio van De Wereld Draait Door in Amsterdam om te vertellen waarom ‘O’ Hanlon’s Helden’ van de VPRO de Zilveren Nipkow krijgt
Ik ben helemaal door de dolle heen. Wist ik veel dat de winnaar op de dag van de bijeenkomst meteen bekend zou worden! Ik was een paar maanden geleden gevraagd toe te treden tot de jury. Aangezien ik de smaak te pakken had door het toekennen van een andere grote prijs, de Tegel, aan het beste interview, leek het mij fantastisch om meteen door te stoten. Ik stemde toe en kreeg een mail met daarin als enige instructie: ‘Stuur wat tips over radioprogramma’s die jij goed vindt, dan kunnen de andere juryleden daar naar luisteren’. Want de Nipkow is meer dan alleen TV, al weet bijna niemand dat. De Zilveren Reissmicrofoon wordt uitgereikt aan het beste radioprogramma of de beste radiomaker.
Een paar mails met lijstjes van medejuryleden verder, was de dag van de bijeenkomst eindelijk daar. We zouden elkaar ontmoeten in de Nipkowzaal van het NPO-gebouw op het Mediapark. Opgetogen kwam ik aan in Hilversum. Daar werd ik met negen mannen een grijs vergaderzaaltje ingeleid. En bam! ik had nog maar net een kopje automatenkoffie ingeschonken of Henk de voorzitter zei: ‘Frederique, begin jij?’. Het bleek dat van mij verwacht werd dat ik mijn keuzes zou verdedigen, zodat zij eventueel door de anderen naar de volgende en tevens laatste ronde gestemd zouden worden. Uit die selectie zou een winnaar komen.
Ik hoorde mijzelf spreken over radioprogramma’s en presentatoren alsof ik hun manager was, of toch tenminste degene die hen ontdekt had. Zeker toen ik her en der wat twijfel zag, groef ik nog wat dieper in mijn vocabulaire: ‘Dit is radio recht uit het hart!’, en: ‘Als dit oubollig is, dan graag meer oubolligheid op de radio!’ Enfin, ik kreeg zowaar twee van mijn favorieten door. De keuze van TV-programma’s duurde veel langer. Video killed the radiostar. Mooi was de discussie tussen de juryleden die dag in dag uit tv kijken en programma’s van scène tot scène kunnen analyseren en beargumenteren.
Zodra de winnaars bekend waren, rende iedereen al bellend en twitterend het zaaltje in en uit. In de auto merk ik op dat ik uit enthousiasme ook naar huis had kunnen vliegen. De mannen in regenjassen antwoorden: ‘Kan je nagaan hoe wij ons voelen. Wij zitten het hele jaar in eenzaamheid voor de buis. Dit is de enige dag dat we naar buiten treden.’ Het voelt inderdaad als hun finest hour.
Frederique de Jong is radio- &
tv-presentator en debatleider
Praat mee