De Limburger journalistiek onzorgvuldig met citaat Denk-Kamerlid Öztürk
Dagblad De Limburger heeft vorig jaar journalistiek onzorgvuldig gehandeld in de weergaven van uitspraken van Denk-Kamerlid Selçuk Öztürk. Dat oordeelt de Raad voor de Journalistiek na een klacht van het Kamerlid.
Centraal staat de onthulling in november vorig jaar dat bij bombardementen door Nederlandse vliegers in juni en september 2015 in Irak tientallen burgerdoden zijn gevallen.
Kamerlid Öztürk sprak kort daarop in een Kamerdebat rond de defensiebegroting over moord, een woordkeuze waar hij later op terugkwam. Hij zou verkeerd zijn begrepen en niet in strafrechtelijke zin over moord hebben gesproken en enkel hebben verwoord hoe nabestaanden in Irak tegen de zaak aankijken.
Dagblad De Limburger berichtte in november 2019 over een aangifte tegen het Kamerlid en gebruikte daarbij de zinsnede Toch zei Öztürk dat Nederlandse militairen ‘willens en wetens’ onschuldige burgers in Irak hebben vermoord.
Centraal staat het gebruik van aanhalingstekens rond willens en wetens, die doen voorkomen alsof Öztürk die woorden daadwerkelijk heeft gebruikt. Dat is niet zo, blijkt uit het verslag van het Kamerdebat.
Een verzoek aan De Limburger om rectificatie werd afgewezen. De Limburger stelt dat moord per definitie met voorbedachten rade wordt begaan en dat feit de parafrase ‘willens en wetens’ rechtvaardigt.
De Raad oordeelt echter dat de aanhalingstekens doen overkomen alsof de woorden echt door Öztürk zijn gebruikt. (Het Kamerlid sprak ze in het debat wel uit, maar steeds in context over het verzwijgen van het incident door defensieminister Bijleveld-Schouten, red.)
De Raad schrijft: “Het is aannemelijk dat bij de gemiddelde lezer aldus de indruk is ontstaan dat Öztürk deze woorden daadwerkelijk heeft uitgesproken, terwijl uit het verslag van het Tweede Kamerdebat over de luchtaanval blijkt dat dit niet het geval is. Hierdoor is de berichtgeving op dit punt niet waarheidsgetrouw en daarom journalistiek onzorgvuldig. Daarbij neemt de Raad mede in aanmerking dat Öztürk niet de militairen maar de regering c.q. de betreffende minister verantwoordelijk heeft willen stellen.”
Öztürk klaagde verder dat De Limburger met enkel de opmerking dat het Kamerlid zich verweerde met verkeerd begrepen te zijn onvoldoende recht doet aan zijn uitgebreidere toelichting, ná het debat.
“Blijkens het verslag van het debat over de defensiebegroting heeft hij deze woorden ook letterlijk gebezigd. Dat hij aandacht heeft gevraagd voor de gevoelens van nabestaanden, maakt dit niet anders; een volksvertegenwoordiger wordt immers geacht altijd de belangen van anderen te behartigen. Op dit punt was de handelwijze van De Limburger zorgvuldig”, aldus de Raad.
Het artikel Militaire vakbond steunt aangifte tegen Öztürk na ‘moord’-uitspraak: ‘Hier is een grens overschreden’ werd overgenomen van het AD. Ook bij die krant maakte Öztürk bezwaar, maar omdat de hoofdredactie daar inhoudelijk op inging en er bij het AD later een artikel verscheen waar Öztürks standpunt werd verduidelijkt, werd uiteindelijk geen klacht ingediend. Meer bij de Raad voor de Journalistiek
Praat mee