Podcastmaker Chris Bajema heeft een kort lijntje met zijn luisteraars

Een podcast? Daar wist de omroep zich vier jaar geleden nog geen raad mee. Dus begon doorgewinterd radio- en theatermaker Chris Bajema er zelf maar één. Nu heeft hij als Man met de Microfoon een vaste schare fans.
Als je op reportage wilt met een podcastpionier, kom je al snel uit bij Chris Bajema (46), alias de Man met de Microfoon. Sinds drie jaar maakt hij zijn eigen, onafhankelijke podcast. Voor Man met de Microfoon zwerft hij dagenlang in een oranje Ford Transit-busje door zijn eigen buurt, Amsterdam Oost, op zoek naar kleine, opmerkelijke verhalen van gewone mensen.
Liefhebber van het genre is hij vanaf het eerste uur. Begin deze eeuw, toen de podcast zijn eerste kleine hausse beleefde, rekende Bajema al graag een dollar af voor een aflevering van het nog steeds populaire ‘This American Life’. Voor de VPRO maakte hij de Podgids, een kleine rubriek die fungeerde als een soort wegwijzer in de digitale audiowereld, toen een nog redelijk braakliggend terrein; het speelveld van louter audiofreaks.
Een reportage over zijn werkwijze ziet hij niet zitten, verontschuldigt hij zich over de telefoon. Hij heeft het een paar keer geprobeerd hoor, met een met pen en blocnote bewapende verslaggever of – erger nog – cameraploeg op pad. Maar steeds liep het uit op een fiasco. Elk gesprek dat hij aanknoopte, sloeg meteen dood met pottenkijkers op de achtergrond. Dus voor het journalistieke handwerk is het voortaan alleen hij en een simpele Sony-recorder met microfoon. Hij draagt niet eens een koptelefoon als hij de record-knop indrukt. ‘Dat ervaren mensen toch als bedreigend. Zonder heb ik sneller een gesprek, en ik voel zo ook wel aan of er te veel wind staat.’
Dus volgen we Bajema niet in zijn zoektocht naar nieuwe verhalen, maar spreken we hem op zijn vaste stek; in de Coffeecompany op het Javaplein in Amsterdam. ‘Lekker groot. Divers. De leukste plek in de buurt.’ In een hoek van de zaak staat een verdwaald kartonnen bord met zijn beeltenis en de bekende oranje bus erop. Niet toevallig is de Coffeecompany ook sponsor van zijn programma. Die had hij hard nodig, want de VPRO zag een jaar of vier geleden, toen Bajema het programma aanbood, nog geen brood in een podcastserie. ‘Vonden ze maar raar. Jammer, want ik vind dat Man met de Microfoon daar echt thuishoort. Het is een typisch NPO-programma’, zegt hij beslist. ‘Maar ik dacht: ik kan wachten tot ze doorhebben dat podcast de toekomst is, of ik kan er gewoon zelf mee beginnen.’
Tijdrovend
Dus regelde hij een sponsor, een parkeerontheffing voor de opvallende oranje bus, een stapeltje flyers en ging op pad. Hij werkt een maand aan één aflevering. Interviewt tientallen buurtgenoten, in winkels, buurthuizen, stations en op straat, net zolang tot zich een overkoepelend thema aan hem opdringt. De ‘echte verhalen’ wisselt hij af met ‘bijna echte verhalen’; sketches die hij opneemt met bekende buurtgenoten als acteurs Diederik Ebbinge en Leopold Witte. Zijn vriendin Paulien Cornelisse schrijft voor elke aflevering een fictieve telefoondialoog. Thuis monteert hij alles aan elkaar.
Het is een tijdrovende klus. Onlangs nog heeft hij dagenlang met zijn bus bij de plaatselijke ijsbaan gestaan, werd vrienden met de caissière, bond zelf ook af en toe even de schaatsen onder en nam eindeloos gesprekken op. Hij laat alles aan het toeval over, en gooit een hoop weg. Van de twintig gesprekken die hij voert, haalt er doorgaans één de aflevering. Het is het allemaal waard. ‘De beloning is goud, als je een verhaal ontdekt waarvan je ’s ochtends nog niet wist dat het bestond.’
Echt lucratief is zijn werkwijze natuurlijk niet. Naast het sponsorgeld dat hij ontvangt van de Coffeecompany, krijgt hij sinds het tweede seizoen steun van het Amsterdams Fonds voor de Kunst. Daarnaast staat hij op de planken met komisch theater, werkt hij voor de radio en maakt hij af en toe audiotours voor musea – een lucratief klusje. ‘Zo sprokkel ik een inkomen bij elkaar.’ Maar er zit ook een heel groot voordeel aan een eigen podcast: niemand die zich er tegenaan bemoeit. ‘Voor het Radio 1-programma Mangiare! Maak ik nog steeds reportages van zes minuten. Maar soms kom je een verhaal tegen waarvan je denkt: het is geen zes, maar vier minuten waard. Of je denkt: shit, eigenlijk moet het een kwartier zijn. Voor Man met de Microfoon kan ik een verhaal precies de ruimte bieden die het waard is. Ik heb eens een aflevering van een uur gemaakt met maar één verhaal. Ik kan een aflevering net zo lang maken als ik wil. Ze variëren van 35 minuten tot een uur. Het is ontzettend fijn om in zoveel vrijheid te werken.’
Luisteraars
Bajema heeft het programma drie jaar de tijd gegeven om te kunnen groeien. ‘Ik wist: dit wordt echt zo’n project dat de eerste drie jaar niet door heel veel mensen gevonden gaat worden. Nog steeds weten veel mensen die ik interview niet eens wat een podcast is. Maar ik dacht ook: als ik zo’n beetje de eerste ben die podcasts gaat maken, kan ik misschien wat aandacht genereren en snel luisteraars veroveren.’ Het doel was net zo groot worden als Vrij Nederland. ‘Evenveel luisteraars hebben als zij abonnees.’ Dat is gelukt. In het eerste jaar trok Man met de Microfoon al vrij snel zo’n 10.000 luisteraars. Inmiddels, halverwege seizoen drie, wordt een aflevering gemiddeld 25.000 keer beluisterd. In Amsterdam-Oost is hij inmiddels uitgegroeid tot een lokale bekendheid – steeds vaker heeft hij meteen aanspraak als hij zijn bus ergens parkeert.
‘Ik krijg ook onwijs veel mails’, zegt Bajema. Van een stel dat in Colombia op vakantie was, met een foto erbij van het huisje waarin ze elke avond een aflevering luisterden. Of van de mevrouw die na een of andere cosmetische operatie met een zak bevroren erwtjes op haar hoofd naar hem lag te luisteren. ‘Dat hoor je anders toch nóóit?’, roept Bajema uitgelaten. Als je podcasts maakt, is je lijntje met de luisteraar kort, blijkt maar. Korter dan wanneer je gewone radio maakt. ‘Iedereen die ernaar luistert doet dat heel bewust, en vindt het leuk om ermee verbonden te zijn. Verrassend veel jonge mensen ook. Terwijl ik van tevoren dacht: ik maak slow radio, daar zijn ze niet in geïnteresseerd.’ Geamuseerd vertelt hij dat zijn Man-met-de-Microfoon-clubcards à raison van 25 euro, verbazingwekkend goed verkopen. Je kunt er niets mee, behalve ’m in je portemonnee steken. Voor de ‘modegevoelige podcast aficionado’ zijn er ook Man-met-de-Microfoon T-shirts verkrijgbaar.
Speerpunt
Inmiddels is ook de NPO in beweging gekomen. Zendermanager Laurens Borst kondigde begin dit jaar aan meer in podcast te gaan investeren. Zo wordt gewerkt aan een dagelijkse podcast voor Radio 1. Zou Bajema nog onder de vleugels van de omroep terug willen? ‘Ligt eraan wat ze mij te bieden hebben’, zegt hij. ‘Als ze me productioneel veel uit handen kunnen nemen, dan is het interessant.’ Vandaag voorziet hij bijvoorbeeld de dag kwijt te zijn aan een technisch mankement op zijn site, waardoor de nieuwste aflevering niet afspeelt. Tja, dat hoort er dan ook bij. ‘Maar ik vind het ook wel lachen dat het me zo half-commercieel lukt. Mijn droom is dat ik het helemaal zou kunnen betalen uit sponsorgeld en commercials. Ik ben erg fan van Amerikaanse podcastmakers die hun luisteraars vragen om ze financieel te steunen. Ik vind het zelf ook leuk om een Amerikaans programma te sponsoren. Maar ik merk dat Nederlanders dat toch raar vinden. Die cultuur is hier heel anders.’
Dat de NPO zich nu op podcasts stort, vindt hij logisch. ‘De toekomst van de podcast – dat riep ik drie jaar geleden al – ligt bij de NPO. Want alle makers zitten daar. Alle techniek zit daar. Al het geld zit daar. Alle luisteraars zitten daar.’ Hij hoopt op een heleboel stevige concurrentie: ‘Je moet het zien als een soort meubelboulevard hè. Er komen meer mensen naar je meubels kijken als je naast een andere meubelzaak zit.’
This American Life - Sinds 1995 elke week een uur verhalen luisteren rond een bepaald thema, met Ira Glass. ‘Al jaren het beste verhalende radioprogramma. waanzinnig goed.’
Bob – zesdelige podcast over de 84-jarige Elsa, die door haar dementie gaat praten over een groot geheim uit haar verleden. Van audiocollectief Schik en VPRO Dorst. ‘Prachtige radio die je niet zo snel op de radio zal horen.’
Echt Gebeurd – Mensen vertellen mooie, bijzondere of grappige verhalen over iets wat ze zelf hebben meegemaakt. Een initiatief van Paulien Cornelisse en Micha Wertheim, gebaseerd op het Amerikaanse The Moth. ‘Wordt al zes jaar als podcast aangeboden, dus als je hieraan begint, kun je meteen 150 afleveringen terugluisteren.’
Parel Radio – Een wekelijks aangevulde verzameling van de mooiste documentaires en hoorspelen uit het NPO-archief, samengesteld door radiocollectief Desmet. ‘Daar dachten ze: als de NPO het zelf niet doet, dan doen wij het wel. Schouderklop.’
RadioLab – Amerikaanse podcast waarin Jad Abumrad en Robert Krulwich hun nieuwsgierigheid volgen. ‘Ooit begonnen als een wetenschappelijk programma, maar nu behandelen ze alles wat ze tegenkomen en interessant vinden.’
Dit is het tweede artikel in een serie van vier over podcasten.Lees ook:
Een bliksemcursus podcasten van Peter de Ruiter
Praat mee