Arjan Paans: ‘Ik kan weer bouwen in plaats van saneren’

Grillig is de loopbaan van Arjan Paans. Hij klom op van verslaggever en correspondent naar hoofdredacteur en topmanager. Maar hij kent ook de schaduwkanten van zijn promoties en is anders naar leiderschap gaan kijken. ‘Ik probeer nu minder overtuigd te zijn van mijn gelijk.’
‘Ik vind dit interview wel spannend’, zegt Arjan Paans, als hij zich heeft geïnstalleerd in het huis van de interviewer. Met zijn vrouw en zoon thuis vindt hij het te onrustig en de redactie van zijn journalistieke platform Innovation Origins is gesloten vanwege corona.
‘Nu ik weer gelukkig ben, sta ik ervoor open om te reflecteren. Leidinggeven, van 6 tot 195 personen, brengt een verantwoordelijkheid met zich mee. Daar wil ik wel iets over zeggen. Ik ben niet bang voor kritische vragen.’
Toch oogt Paans (52) op zijn hoede. Zeker als hij hoort dat er voor dit interview ook twee journalisten zijn gepolst die hun naam niet willen noemen. Zij kennen hem uit de tijd dat hij hoofdredacteur was van Holland Media Combinatie (HMC), uitgever van regionale bladen.
In 2017 stelde hij zich achter het plan van het moederbedrijf Telegraaf Media Groep (TMG) om met 45 journalisten minder door te gaan. Dat zette zo veel kwaad bloed dat hij vertrok en de bezuinigingsoperatie werd teruggedraaid. ‘We gaan het toch niet alleen over die tijd hebben?’, vraagt de hoofdredacteur die sindsdien in de luwte is gebleven. Nee, we beginnen met een jeugdfoto, een vast onderdeel van het loopbaaninterview.
Tekst loopt door onder de foto.
Waar ligt de kiem van je journalistieke carrière?
Op tafel komt een fotoalbum. ‘Je ziet me hier op mijn verjaardag, met een sheriffhoed en een klapperpistooltje. Ik had iets met cowboys. Mijn vader (Boudewijn Paans, oud-hoofdredacteur van de VPRO-gids, JD) is spastisch. In ons dorp viel op dat hij moeilijk liep - ik werd er wel eens mee gepest. Mijn moeder raadde me aan te zeggen dat mijn vader cowboy was en van zijn paard was gevallen. Een mooi verhaal over een stoere vader.’
Hielp het?
‘Zeker, andere kinderen konden ook zien hoeveel hij voor elkaar kreeg. We woonden in een prachtig huis en hadden de leukste feestjes. Als jongetje zat er al een journalist in me. Toen ik kon lezen en schrijven, hadden mensen het over mijn rijke fantasie. Mijn moeder stimuleerde mijn creativiteit. Als ik een vliegtuig ging bouwen, zei zij: “ik wil de eerste vlucht wel maken”. De journalistiek was deel van ons leven. Mijn vader schreef een veelgelezen column in de Volkskrant, mijn moeder heeft veel eindredactie gedaan voor de Gooi- en Eemlander en de Amersfoortse Courant. Alles wat thuis gebeurde, kon eindigen in een column voor de krant. Voor mij als puber niet altijd leuk, maar geen punt van discussie. Vorige week had ik daar nog een discussie met mijn vader over. Hij woont in het Rosa Spier Huis en tot voor kort schreef hij columns voor de Soester Courant. Toen ik hem aanmoedigde daar weer mee te beginnen, vond hij dat hij dat niet kon maken omdat mensen zich erin zouden kunnen herkennen. Ik was verbaasd, want hij heeft zich nooit veel van privacy aangetrokken.’
Wanneer wist je dat je journalist wilde worden?
‘Op mijn 10e zei ik al dat ik hoofdredacteur wilde worden. Toen we naar Soest verhuisden, heb ik de schoolkrant mee opgericht. Toch ben ik naar de lerarenopleiding gegaan, omdat ik altijd nog voor de klas kon staan als de journalistiek niets zou worden. Na driekwart jaar ben ik daar al afgegaan. Mijn moeder heeft toen een stage voor me geregeld bij de Gooi- en Eemlander. Mijn eerste stukje op de voorpagina voelde als een sensatie. De kick van de journalistiek was zo verslavend dat ik naar de Academie voor Journalistiek in Tilburg ben gegaan.’
Als voorwerp dat symboliseert hoe hij in zijn werk staat - een ander onderdeel van het loopbaaninterview - kiest Paans een AD-voorpagina uit 1995. Prominent staat daar zijn verslag van een moeizaam staatsbezoek van Beatrix, Claus en Willem-Alexander aan Indonesië. Met dertig journalisten ging hij mee, maar hij schreef als eerste dat de koningin zich een aantal nauwelijks verhulde beledigingen moest laten welgevallen.
Tekst loopt verder onder de foto.
‘Nederland wilde de Nederlands-Indië-veteranen niet voor het hoofd stoten, dus kwam het koninklijk bezoek drie dagen na de Onafhankelijkheidsdag. President Soeharto pikte dat niet. Hij liet Beatrix op de eerste dag wachten bij de lunch en minister Van Mierlo stond in de file zonder escorte. Ik stelde daar vragen over, maar de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) hoonde me weg. Als eenling tussen gelouterde journalisten vond ik het spannend om er toch over te schrijven. Al kwam het niet in me op me te conformeren. Met mijn journalistieke opvoeding voelde ik de drang om het echte verhaal te achterhalen. Later kwam de RVD over me klagen bij het AD. De redactiechef zei: “goed gedaan, Arjan”.’
De TMG-journalisten die ik sprak verwijten je juist geen rechte rug.
‘Dat was een heel ongelukkige periode, maar ik doe veel mensen tekort als ik over mijn verdriet zou praten. Toen ik werd aangenomen, is me verzekerd dat er geen saneringsoperatie op komst was. Dat is door de redactie helaas nooit geloofd. Toen de bezuiniging er toch kwam, ben ik gaan rekenen en ik dacht: het wordt een afschuwelijk bloedbad als we 45 mensen kwijtraken. Maar we kunnen nog steeds een goede krant maken. Ook dat kun je eigenzinnigheid noemen. Ik kwam in de vuurlinie te liggen. Elke stap werd gezien als: zie je wel.’
Ik begreep dat je de redactie niet raadpleegde over die stappen.
Opeens fel: ‘Moet ik me verweren tegen anonieme bronnen? Ik kwam in een oorlog terecht tussen de directie en de redactie. Ik werd de kop van Jut. Ongetwijfeld ben ik daar debet aan geweest en heb ik fouten gemaakt. Misschien had ik moeten opstappen.’
Je had ook de strijd met de directie kunnen aangaan.
‘Dat gevecht héb ik achter de schermen geleverd. De directie dreigde met nog zwaardere ingrepen, waarmee ik niet had kunnen leven. Hoe zwaar deze bezuiniging ook zou zijn, ik was ervan overtuigd dat goede regiojournalistiek mogelijk bleef. Bij het AD heb ik met een even grote bezetting goede regiokranten gemaakt. Ik had het gevoel dat ik leiderschap toonde door mijn verantwoordelijkheid te nemen. Het effect was dat de bezuiniging aan mij bleef kleven, alsof ik die had bedacht.’
Het emotioneert je nog steeds.
‘Ik ben heel ongelukkig voor het voetlicht gekomen. Maar mijn verdriet valt in het niet bij het feit dat de redactie zich in de steek gelaten voelde.’ Even lijkt het erop dat Paans wil stoppen met het interview, maar hij herpakt zich. Vraag blijft wat hij van die periode heeft geleerd.
‘Wat mensen niet op hun LinkedIn hebben staan, is vaak veelzeggender dan wat ze hebben opgepoetst. Waar zijn ze niet trots op? Ik heb geleerd dat het ook belangrijk is om te luisteren en het ronduit toe te geven als je iets fout ziet. Ik probeer nu minder overtuigd te zijn van mijn gelijk. Journalist Jan Tromp heeft me ooit het advies gegeven niet met de sabel te strijden, maar met het floret. Niet grof, maar subtiel en precies. Ik vond het oubollig gezwets, maar nu denk ik: hij heeft een punt.’
Paans is sinds 2018 hoofdredacteur van het Europese platform Innovation Origins, mede-opgericht door hoogleraar Journalistiek Bart Brouwers. Bij NRC Handelsblad doet hij regelmatig eindredactiewerk. Van topmanager terug naar het vakmanschap.
Je oud-collega Cees Grimbergen is benieuwd of het bevrijdend is om los te komen van je promotiegang.
‘Het is heel bevrijdend om verlost te zijn van kwartaalprognoses en vergaderingen met Excelsheets. Ik kan me weer met de inhoud bemoeien en bouwen in plaats van saneren. Vorig jaar ben ik ingesprongen bij het Erasmus Magazine. Een gave tijd, we hadden veel primeurs. Maar het College van Bestuur zette me ook onder druk om twee delicate verhalen niet te publiceren. Over rechte ruggen gesproken, ik boog niet. Als 26-jarige journalist was ik al niet bang om de RVD tegen me in het harnas te jagen. Je moet het lef hebben om je soms niet populair te maken. Misschien is dat wel de rode draad in mijn carrière.’
Ben je nog steeds dat jongetje op de foto?
‘Ik kan een serieuze en gesloten indruk maken, maar ik blijf ook een jongetje dat steeds iets nieuws bedenkt. De startup waar ik nu werk, voelt als een speeltuin.
CV Arjan Paans
1969: geboren in Rijnsaterwoude (Z-H)
Academie voor Journalistiek, Tilburg
1991-2014: verslaggever, correspondent, chef en adjunct-hoofdredacteur AD
2015-2016: (eind)redacteur NRC
2016-2017: hoofdredacteur Holland Media Combinatie
2017-2018: hoofdredacteur Metro
2018-heden: hoofdredacteur Innovation Origins
2019-heden: freelance eindredacteur NRC
2020-2020: waarnemend hoofdredacteur Erasmus Magazine
Praat mee