Annabel Nanninga 5,9
Ze is de hardste vrouwelijke columnist van Nederland. Favoriete doelwitten: haatimams, PvdA-politici en Joop.nl-scribenten. Na ‘Parijs’ schreef de adjunct-hoofdredacteur van de betaalsite Jalta dat we ‘in oorlog zijn met de islam’. Haatzaaierij van een rechtse hysterica? Boudewijn Geels over zijn ontmoeting met de ex-koningin van GeenStijl en over de oorlog onder de opiniemakers.
Op de Dam hoorde ik wat mensen – dus lang niet alle 18.000 – met schrille stem ‘Wij zijn Charlie’ roepen. Ik keek om me heen. Waren dit strijdbare medeburgers, bereid om hun leven te riskeren voor de vrijheid van meningsuiting? Ik meende vooral verdrietige demonstranten te zien die beseften dat tegen een Kalasjnikov geen pen is opgewassen.
De reacties op de speeches waren lauw. Eén keer klonk iets luider applaus, toen premier Rutte oreerde dat er ‘voor fundamentalistisch geweld en onverdraagzaamheid geen plaats is in onze samenleving’. Een vleugje Pegida-sentiment? De demonstranten leken me vooral in-keurige D66-stemmers uit de grachtengordel.
Tot mijn teleurstelling ontwaarde ik nul hoofddoekjes. Een week eerder was ik nog vrolijk geworden van de vele krabbelende en giechelende moslima’s op de Jaap Eden-schaatsbaan. Waarom waren ze hier nou niet, een dag nadat geloofsgenoten de redactie van een satirisch weekblad hadden uitgemoord? Ik twitterde: #kans #opendoel #mis.
Ik dacht ook: dit is koren op de molen van Annabel Nanninga.
Nanninga (1977) is de hardste vrouwelijke columnist van Nederland. Tot enkele maanden geleden was ze de koningin van GeenStijl. Dagelijks schreef ze haatimams, PvdA-politici en Joop.nl-scribenten de grond in. Van de GeenStijl-ploeg was alleen hoofdredacteur Pritt Stift haar stilistisch de baas.
Nu is Nanninga adjunct-hoofdredacteur van de betaalsite Jalta.nl. In Het Parool vertelde ze wat het worden moest. ‘Een slim rechts platform. Dus geen vuistjesmaaiend-weg-met-alle-buitenlandersgedoe, maar we zeggen wel: dit zijn onze normen, waarden, regels en vrijheden, en die mogen niet onder druk komen te staan.’
Jalta werd ‘serieuzer en volwassener’ dan GeenStijl, kondigde ze aan. ‘Intellectueler ook, zonder dat je dan meteen aan een babyboomer met een Concertgebouwabonnement denkt die nog nooit een Marokkaan van dichtbij heeft gezien, maar wel vindt dat mensen die ertussen wonen racistisch zijn als ze ergens iets van vinden.’
Ik had daar wel een beeld bij.
Kort na haar transfer trof ik Nanninga op een borrel. Ze had inderdaad iets majesteitelijks: groot, lange donkere haren, lange zwarte jurk. Ik vroeg belet, maar de in linkse kringen gehate internetpubliciste had eerst dringende bezigheden buiten af te handelen. Geen nood, ze kwam zo terug. Tien minuten later nam ze een strategische positie in aan de bar. Ze keek over haar schouder mijn kant op; het was tijd voor mijn audiëntie.
Ik vertelde dat ik haar bewonder om haar zinnen, die vaak genadeloos en, mits je van een polemische stijl houdt, grappig tegelijk zijn. Het compliment werd met een minzame glimlach geïncasseerd.
Ik vertelde dat ze naar mijn mening vaak een punt heeft met haar afkeer van politieke en culturele hypocrisie. Minzame glimlach nummer twee.
Maar daarna zei ik dat je de multiculturele samenleving, die er inmiddels gewoon ís, mijns inziens niet ‘mislukt’ mag noemen, zoals zij wel doet. Ik dacht aan de burgemeester van Rotterdam, die na het drama in Parijs rake dingen zou gaan zeggen, maar ook aan de allochtonen die ik zelf elke dag ontmoet. Op mijn werk, in winkels, aan de telefoon.
Weer knikte de met Hans Teeuwen bevriende ex-Barlaeus-scholiere, maar haar blik had zich verhard. ‘En ik vind de multiculturele samenleving dus wél mislukt.’ De allochtonen die zíj kent zitten niet met die formulering, omdat teveel mensen met dezelfde achtergrond het voor iedereen verknallen, legde ze uit. Goedwillende burgers hebben dus baat bij een stevige aanpak van kwaadwillende.
Daar was geen speld tussen te krijgen. We agreed to disagree inzake dat ‘mislukt’ en bestelden er nog een. Over de islam hadden we het niet. Nanninga’s mening over die religie kende ik al: een agressief, intolerant pleurisgeloof.
En toen werd het 7 januari en stelde Joop.nl haar op één lijn met Geert Wilders. ‘Nu is het oorlog’, had Nanninga geschreven op Jalta. ‘Wij kunnen alleen winnen als we nu, eensgezind erkennen dat de islam de vijand is. Het kan me geen reet schelen dat er ook aardige mensen bij die club horen, het is mooi geweest.’
Haar tegenstanders noemen zoiets haatzaaierij van een rechtse hysterica, ik proefde vooral enorme woede en een diepe bezorgdheid.
Socioloog en publicist Merijn Oudenampsen waarschuwde op Joop.nl: ‘De jihadisten zijn juist uit op een conflict waarin de gehele islamitische wereld tegenover de gehele westerse wereld wordt gepositioneerd. Laten we het hen niet naar de zin maken en de hoofden koel houden.’ Ook hier leek me geen speld tussen te krijgen. En ook hier herkende ik de bezorgdheid.
Na ‘07-01’ vlogen op Twitter ook mensen die ik persoonlijk ken als volkomen integer elkaar furieus in de haren: Jeugdjournaal-presentatrice Milouska Meulens en Roelof Bouwman, ex-redacteur van HP/De Tijd. Er werd geblockt en – volgens mij een unicum – zelfs virtueel ‘getuft’. Ik ben dol op felle debatten, maar hier schrok ik van.
Op straat is het gelukkig nog steeds rustig, onder de opiniemakers is de oorlog begonnen.
Verschilligheid: 10
Subtiliteit: 3,5 (volgens haar vijanden moet dit een 1 zijn)
Stilistische vaardigheden: 8
Neiging tot pleasen: 2 (volgens haar fans moet dit een 1 zijn)
Praat mee