Alles beter dan een rectificatie?

Frits van Exter denkt met je mee over dilemma’s. Dit keer: Is het een goed idee om een fout te herstellen met een nieuwe ‘mooie’ publicatie?
In Lisse staat een kroeg die op Facebook zo wordt voorgesteld: ‘De Gewoonste Zaak is een uit de hand gelopen danscafé en al jaren een begrip in de Bollenstreek’. Op 7 juli vorig jaar bericht het Leidsch Dagblad dat de zaak te ver uit de hand is gelopen: overlast, vechtpartijen, drugs, dronken minderjarigen. Het is er ‘vrijwel elk weekeinde’ mis. De politie heeft het er druk mee en ‘ambulances moeten er regelmatig aan te pas komen’. De burgemeester dreigt de zaak te sluiten als er niet snel maatregelen worden getroffen. ‘Kinderen blowen en gokken’ staat er boven het stuk. En: ‘Laatste waarschuwing voor De Gewoonste Zaak in Lisse’.
De eigenaren zijn boos. Ja, ze hebben in februari 2020 een waarschuwing ontvangen. Maar dat was niet de laatste maar de eerste in dertig jaar tijd. Ze hebben een verbeterplan gemaakt, waarvan de waarde in de praktijk nog niet vastgesteld kan worden omdat alles weer op slot zit door corona. Waarom komt de krant vijf maanden later met zo’n verhaal?
De lezer kan zich dat ook afvragen want de redactie maakt niet duidelijk waar zij zich op baseert. Het lijkt erop dat zij partijen over de zaak heeft gesproken, maar van wederhoor is eigenlijk geen sprake. Als de zaak uiteindelijk bij de Raad voor de Journalistiek belandt, blijkt dat de briefwisseling tussen burgemeester en café-eigenaren gevoegd is bij openbare stukken van de gemeenteraad.
Al met al vindt de Raad dat de klager een punt heeft: door het ontbreken van adequaat wederhoor is de lezer op het verkeerde been gezet. Maar wel met de aantekening dat het Leidsch Dagblad goed heeft gereageerd op de klacht. De redactie achtte een rectificatie niet nodig, maar bood wel aan ‘om uitgebreid ruimte te maken voor hun kant van het verhaal in combinatie met een mooi portret van hun zaak’. De klagers zijn daar niet op ingegaan. In hun ogen was het kwaad al geschied.
Dat kom je in de praktijk van de Raad vaker tegen. Een klager heeft een punt omdat er iets is misgegaan in de berichtgeving. De redactie wil per se geen rectificatie en doet een tegenvoorstel: een ingezonden brief of zelfs een artikel waarin klager alsnog recht wordt gedaan – een goedmakertje als het ware. We weten niet hoe vaak zo’n afspraak wordt gemaakt. De Raad kon het aanbod te Lisse wel waarderen en ik begrijp de overwegingen, maar het heeft wel iets ongemakkelijks wanneer een publicatie een ander doel – hoe nobel misschien ook – dient dan de lezer te informeren. Zou zo’n verborgen agenda de redactie uiteindelijk niet meer in verlegenheid kunnen brengen dan een recht-toe-recht-aan rectificatie?
Frits van Exter is voorzitter van de Raad voor de Journalistiek, maar heeft geen stem in de beoordeling van klachten. Hij verwoordt slechts zijn eigen mening.
Tips
• Inzicht geven in bronnen draagt bij aan vertrouwen en maakt je sterker tegenover eventuele klagers.
• Naarmate er meer tijd is verstreken is er meer reden je af te vragen: is het verhaal nog wel hetzelfde verhaal?
• Een rectificatie doet minder pijn dan je denkt.
• En als je iets goed wilt maken in een artikel, maak dat dan ook duidelijk.
Praat mee