‘Aanhouding David Miranda schond fundamentele rechten’

David Miranda, de partner van journalist Glenn Greenwald die in 2013 onder Britse terreurwetgeving op Heathrow werd aangehouden, heeft in hoger beroep deels gelijk gekregen. Miranda had bezwaar gemaakt tegen de inbreuk op de persvrijheid, toen de politie hem aanhield specifiek omdat hij gelekte brondocumenten van de Amerikaanse inlichtingendiensten bij zich droeg.
De rechter in het beroep stelt dat de politie gerechtvaardigd is om bij verdenking van (voorbereidingen voor) terreurdaden iemand staande te houden. Het belang van nationale veiligheid overstijgt in zulke gevallen ook het recht op persoonlijke vrijheid van meningsuiting. In die gevallen kreeg Miranda nul op rekest.
De aanhouding met doel om documenten te bemachtigen was echter ontoelaatbaar, stelt de rechter. Een aanhouding met betrekking tot journalistieke informatie of materiaal is niet verenigbaar met artikel 10 van het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens, schrijft de rechter. Er zijn onvoldoende waarborgen in de wet opgenomen, waardoor het risico van willekeurige toepassing reëel is, luidt het oordeel.
Het is aan de Britse overheid om die waarborg vorm te geven. De rechter stelt een onafhankelijke partij voor, die kan garanderen dat het materiaal vertrouwelijk wordt bekeken.
Miranda stelt op Twitter dat hij blij is met de uitspraak, ondanks dat de aanhouding op Heathrow op zichzelf geen schending van zijn burgerrechten wordt gezien. “Ik wilde aantonen dat de Britse anti-terreurwetgeving de persvrijheid schendt”, aldus Miranda.
Thrilled with the court ruling! My purpose was to show UK's terrorism
law violates press freedoms. And journalism isn't "terrorism." We won!
— David Miranda (@davidmirandario) January 19, 2016
David Miranda -v- Secretary of State for the Home Department
Praat mee