De Krim nu toonbeeld onvrijheid

Sinds Rusland het schiereiland de Krim annexeerde, vandaag een jaar geleden, is de vrijheid van meningsuiting in het gebied uitgehold. Dat concludeert mensenrechtenorganisatie Amnesty International. De nieuwe autoriteiten op de Krim weigeren onderzoek te doen naar minstens zeven ontvoeringen. Ook berichten over marteling van dissidenten worden niet onderzocht.
Het recht van samenscholing en vereniging en de mensenrechten van inheemse Krim-Tataarse bevolking wordt geschonden. Pro-Oekraïense media worden aangepakt en kritiek op de nieuwe situatie wordt met geweld onderdrukt. “Het de-facto bestuur van het gebied gebruikt intimidatie en repressieve wetgeving om de media en niet-gouvernementele organisatie te beperken”, stelt Amnesty.
Een verplichte her-registratie van alle media actief op de Krim is gebruikt om ongewenste geluiden te onderdrukken: zo kreeg het Krim-Tataarse persbureau QHA geen nieuwe licentie. John Dalhuisen, directeur van het Europa en Centraal-Azië Programma van Amnesty International, vat de houding van de autoriteiten onder Russisch bestuur eenvoudig samen: vertrek of hou je bek.
Praat mee