word studentlid

— vrijdag 13 september 2013, 08:55 | 0 reacties, praat mee

‘Ons beeld over doping wordt te veel bepaald door wielrennen’

‘Ons beeld over doping wordt te veel bepaald door wielrennen’
© Duco de Vries

Herman Ram vindt dat ieder nieuw dopinggeval onevenredig veel aandacht krijgt. Daarom probeert de directeur van de Nederlandse Dopingautoriteit publiciteit eerder te dempen dan te stimuleren. Laatste wijziging: 18 maart 2014, 16:20

Wielrenner Michael Boogerd. Honkballer Alex Rodriguez. Sprinter Asafa Powell. En natuurlijk Lance Armstrong. Als je naar de recente berichtgeving over doping kijkt, kun je niet anders dan concluderen dat de topsport een groot probleem heeft. Herman Ram zal het niet ontkennen, maar hij plaats een kanttekening bij de, in zijn ogen, onevenredige aandacht voor individuele gevallen. ‘Het gaat veel journalisten alleen maar om een naam. Al die aandacht voor wéér een nieuw geval gaat ten koste van de achtergrond en de diepgang.’

Wat Ram daarbij stoort, is dat media snel het woord ‘betrapt’ gebruiken. ‘Als sprake is van een positieve dopingtest, wordt meteen gesproken over betrapt. Dat impliceert dat de sporter in kwestie moedwillig de boel heeft willen flessen. Maar bij de ruim de helft van de doping­zaken die wij aan de hand hebben, is van opzet geen sprake. Ze hebben de verkeerde medicijnen gebruikt, of iets gegeten wat vervuild was. Dan heb je weliswaar een overtreding begaan, maar bent niet betrapt.’

Volgens Ram is het geen overbodige luxe als journalisten wat langer stilstaan bij de impact die publiciteit heeft op sporters. ‘Ik ga nooit in op individuele gevallen, dus dat doe ik nu ook niet. Maar ik heb me behoorlijk gestoord aan hoe bepaalde media het privéleven van sporters binnenstebuiten keren, vooral De Telegraaf is daar goed in. Als een dopinggeval in de publiciteit komt, neemt de druk enorm toe. De sporter is onzeker, in paniek, weet vaak zelf ook nog niet precies wat er aan de hand is. Al die media-aandacht maakt het lastig om een zaak rustig af te handelen. Wij dienen het belang van de sporter, daarom zal ik publiciteit eerder dempen dan stimuleren.’

Journalisten kijken op verschillende manieren tegen doping aan. Je hebt rekkelijken en preciezen. Tot die eerste categorie hoort schrijver en Volkskrant-journalist Bert Wagendorp. ‘Doping en leugens horen bij de romantiek van de sport’, schreef hij naar aanleiding van de publiciteit rondom Lance Armstrong. Ram kan er niet zoveel mee. ‘Voor mij valt doping niet in de categorie weg te wuiven feiten. Het gebruik ervan is schadelijk, zowel lichamelijk, geestelijk als sociaal. Wij spreken veel sporters die gebruikt hebben, zij ervaren doping niet als een interessant of romantisch aspect van de sport.’

Ram reageert meestal niet op verhalen in de media waarmee hij het niet eens is. Ook niet als journalisten pleiten om doping vrij te geven, ook zoiets waarmee Ram het absoluut niet eens is. ‘Er wordt dan gesproken over het gecontroleerd vrijgeven van doping. Maar dan verleg je alleen maar de grens, die vervolgens weer wordt overschreden. Maar het belangrijkste is nog wel dat sport steeds minder toegankelijk wordt voor jonge mensen die zuinig op hun lichaam zijn. Ik heb me incidenteel wel gemengd als dit soort discussies opspeelden in de media. Alleen merk ik dat de discussie nogal emotioneel beladen is. Sporters zijn helden, daar moet je niet aankomen. Of ik word meteen neergezet als een soort grootinquisiteur. Ik bewaar daarom liever wat afstand dan dat ik me in allerlei discussies meng.’

‘Een deel van wielerjournalisten is gewoon fan van de sport’, zei NRC-journalist Dolf de Groot in Villamedia. Samen met Steven Derix schreef hij het boek ­‘Bloedbroeders’, over het dopinggebruik bij de Rabo­ploeg. ‘Een verdomd goed boek en een mooi staaltje journalistiek’, zegt Ram. ‘Het is absoluut waar dat nogal wat sportjournalisten vooral supporter zijn. Ik snap dat, want als sportjournalist heb je ook min of meer de taak de sport te promoten. Een politiek verslaggever zal niet de politiek willen promoten. Maar bij sportjournalistiek ligt dat toch een beetje anders. Voor mijn vak is dat lastig, want doping vraagt juist om een serieuze benadering.’

Misschien is dat de verklaring voor het feit dat wielerjournalisten niet veel dopingmisbruik hebben weten bloot te leggen, al begrijpt Ram ook dat je sporters niet ongefundeerd kunt belasten en beschuldigen. ‘In mijn wereld was het communis opinio dat Armstrong een gebruiker was, maar we accepteerden ook dat het harde bewijs er niet was. Waar ik meer moeite mee heb, is dat sommige journalisten het gewoon zijn gaan ontkennen en negeren. Ik bewonder David Walsh, die Armstrong wel durfde te beschuldigen. De geschiedenis heeft hem gelijk gegeven.’

Ja, er is veel aandacht voor doping in het wielrennen. Ook nu praten we er alweer een tijdje over. Ram: ‘Ons beeld over doping wordt te veel bepaald door wielrennen in het algemeen en de Tour de France in het bijzonder. Wat er met 192 renners gebeurt die drie weken door Frankrijk fietsen, is maatgevend. Wielrennen trekt ontzaglijk veel aandacht. Verreweg de meeste dopinggevallen komen voor in krachtsporten, maar dat is in Nederland niet populair en dus hoor je er niets over. 90 procent van de dopinggevallen waar wij mee te maken hebben, betreft de amateursport, vaak sporters die door een slordigheid of stommiteit de mist in zijn gegaan en met de handen in het haar zitten. Maar wij kijken liever naar die paar topsporters die miljoenen verdienen en er alles voor over hebben om dat salaris te houden. Er zijn mondiaal gezien zo’n drieduizend doping­zaken per jaar, daarvan komt maar een klein deel in de media terecht. Dat vertekent het beeld.’

Als Ram moet kiezen, belemmert of bevordert de publiciteit over doping zijn werk? ‘Heel nadrukkelijk beide, maar als ik toch moet kiezen, zeg ik dat publiciteit mijn werk bevordert. Doping in de sport is een serieus probleem en de aandacht voor dat probleem draagt bij aan het vergroten van het draagvlak om er iets aan te doen.’

Bekijk meer van

Tip de redactie

Logo Publeaks Wil je Villamedia tippen, maar is dat te gevoelig voor een gewone mail? Villamedia is aangesloten bij Publeaks, het platform waarmee je veilig en volledig anoniem materiaal met de redactie kunt delen: publeaks.nl/villamedia

Praat mee

Colofon

Villamedia is een uitgave van Villamedia Uitgeverij BV

Uitgever

Dolf Rogmans

Postadres

Villamedia Uitgeverij BV
Postbus 75997
1070 AZ Amsterdam

Bezoekadres

Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Factuurgegevens

Villamedia Uitgeverij BV
Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Contact

redactie@villamedia.nl

Redactie (tips?)

Chris Helt, hoofdredacteur

Marjolein Slats, adjunct-hoofdredacteur

Linda Nab, redacteur

Lars Pasveer, redacteur

Trudy Brandenburg-Van de Ven, redacteur

Rutger de Quay, redacteur

Sales

Sofia van Wijk

Emiel Smit

Teddy van der Laan

Webbeheer

Marc Willemsen

Vacatures & advertenties

vacatures@villamedia.nl

Bereik

Villamedia trekt maandelijks gemiddeld 120.000 unieke bezoekers. De bezoekers genereren momenteel zo’n 800.000 pageviews.

Rechten

Villamedia heeft zich ingespannen om alle rechthebbenden van beelden en teksten te achterhalen. Meen je rechten te kunnen doen gelden, dan kun je je bij ons melden.