Wetenschapsnieuws bestaat niet
Het is tijd om wetenschapsjournalistiek terug te brengen naar de essentie: het genuanceerd plaatsen van wetenschap in de context van vooruitgang, en de zoektocht naar sensatie in de wetenschap te staken. Deze gedachte kreeg bioloog en freelance wetenschapsjournalist Stephan van Duin toen hij recent een week op de Universiteit van Bologna mocht meelopen en deelnam aan het door het EU gefinancierde RELATE project, dat de kloof tussen wetenschappers en journalisten probeert te dichten. ‘Na een paar jaar in de journalistiek werd ik ineens weer met mijn neus op de academische attitude gedrukt. Een erg verfrissende ervaring, maar helaas is die nauwelijks terug te vinden in het gemiddelde nieuwsbericht rond wetenschap.’
Wetenschap gaat namelijk lijnrecht in tegen de drang naar sensatie waar veel media tegenwoordig door gekarakteriseerd worden, en ik zal uitleggen waarom. Wetenschap is als een stip. Naarmate de stip groeit door onderzoek, groeit ook de grens met wat daarbuiten ligt, het onbekende. Hoe cliché deze vergelijking ook is, het geeft wel mooi aan dat het niet vreemd is na je wetenschappelijke onderzoek met meer vragen te eindigen dan waar je mee begon. Op een heel reductionistische manier kan wetenschapsnieuws dus nooit bestaan – elk resultaat, elk onderzoek leidt tenslotte direct tot zoveel nieuwe vragen, dat elk ‘nieuwtje’ niet meer is dan de aanleiding voor een volgend onderzoek.
Dit is natuurlijk niet zoals veel van de huidige wetenschap wordt benaderd door ‘echte’ journalisten (de journalisten van de journalistenopleiding). Die zijn op zoek naar koppen, naar conclusies, niet naar ‘meer vragen’ – een gezonde benadering bij ‘normale’ nieuwsverhalen. En het is ze daarom misschien niet aan te rekenen dat ze wetenschap hetzelfde benaderen, want oppervlakkig gezien lijken ze op elkaar: er is iets gebeurd, er zijn implicaties voor de toekomst, er zijn mensen die geïnterviewd kunnen worden, et cetera. Een normaal verhaal houdt na een bepaald aantal feiten op; alle kennis die nodig is om het verhaal compleet te maken is er al, ergens. En als je die kennis vindt en interpreteert, kun je vanzelf een kop en conclusie verzinnen. Maar door die tactiek lijkt het er bij wetenschapsnieuws steeds op dat het minder nieuwswaardig wordt naarmate er meer nuances of vraagtekens bij geplaatst (kunnen) worden. Een onterechte benadering, want de mogelijkheid vervolgvragen te stellen is dé manier waarop wetenschap vooruit komt!
Met andere woorden: waar normaal nieuws het gevolg is van het oplossen van een puzzel (en die puzzel kan best heel groot of complex zijn), is wetenschapsnieuws het inpassen van één puzzelstukje in een oneindige puzzel. Een fundamenteel verschil. En dat is best onbevredigend af en toe, want het publiek houdt niet van verhalen die niet compleet zijn, houdt niet van nieuwsberichten die uiteindelijk uit meer vragen bestaan dan antwoorden. Er zijn dan ook maar weinig media waar wetenschap op de juiste manier benaderd wordt, en dat zal deels aan de vraag vanuit het publiek liggen - maar deels ook aan de manier waarop veel wetenschapsjournalistiek uitgevoerd wordt.
Het gaat er dus om dat journalisten die wetenschap verslaan onderscheid leren maken tussen de vragen die een onderzoeksresultaat - om bijvoorbeeld methodieke redenen - onderuit halen, en de vragen die aan de basis staan van wetenschappelijke vooruitgang. Dit is heel subtiel, en ik merkte tijdens mijn week in Bologna dat een paar dagen tussen de wetenschappers voor veel journalisten een erg verhelderende ervaring kan zijn.
Het inbedden van onderzoeksresultaten in een context die niet altijd conclusies levert - laat staan soundbites of streamers - is essentieel bij de verslaglegging van wetenschap. Maar voor journalisten die geen exacte opleiding hebben gevolgd is het vaak lastig zich die gedachtengang eigen te maken zonder daar niet eerst heel veel tijd (en geld) in te investeren. Toch loont het voor de media wel degelijk om dit inzicht te belonen. Het haalt wetenschapsnieuws namelijk uit de hoek van borrelpraat en brengt een artikel dichter bij het doel van de wetenschap: bijdragen aan vooruitgang.
Stephan van Duin (1984) is opgeleid als bioloog (Wageningen University, University of California in Berkeley), en is nu werkzaam als freelance wetenschapsjournalist. Hij heeft artikelen geschreven voor o.a. KIJK, Grasduinen, Technisch Weekblad, Bionieuws en Playboy. De meeste van deze verhalen bevatten borrelpraat. Email: stephanvanduin@gmail.com.
Praat mee
4 reacties
Arnoud Wokke, 2 februari 2011, 22:00
Een degelijk verhaal, maar het laat mij met meer vragen dan antwoorden ;)
Een eerste constatering: de werking van nieuws staat niet alleen haaks op de wijze van werken in de wetenschap, maar ook op die van andere onderdelen van de maatschappij. Behalve misschien sport, dat gemaakt is voor journalistiek door de duidelijke conclusie en mogelijkheid tot reactie aan het einde van een wedstrijd van eender welke sport.
Neem nu bijvoorbeeld gemeentepolitiek - om maar iets willekeurigs te noemen. Een punt wordt behandeld in een commissievergadering. Wij als maatschappij zien graag dat journalisten daar bij zijn en de krenten uit de pap halen, maar beslissingen vallen daar niet. Dat komt immers pas in de gemeenteraad. Een artikel moet openen met een harde conclusie, maar er zijn alleen zachte conclusies, meningen en interpretaties.
Een tweede constatering: wetenschap doet zijn best om zich te populariseren. Ik veroordeel het niet, maar neem het waar: er zitten geregeld mensen te vertellen in De Wereld Draait Door en wetenschappers worden gequote in gelikte persberichten van wetenschappelijke instituten.
Een derde constatering: wetenschap wordt vaak misbruikt voor commerciele doeleinden. Een onderzoek naar hoeveel mensen twitteren op de wc om een nieuw sanitair product te promoten, bijvoorbeeld. Het is geen wetenschap, maar het wordt wel als zodanig door sommige media behandeld en geplaatst. Dat doet het imago geen goed.
Een vierde constatering: wetenschap wekt verwarring. Onderzoek A claimt X, onderzoek B claimt Y. Neem nu het umts-onderzoek: TNO zegt dat umts-straling schade zou kunnen veroorzaken, een Zwitsers onderzoek sluit dat - in elk geval onder bepaalde omstandigheden - uit. In wetenschap kunnen die twee stroken, in mainstream media niet. Komt bij dat het Zwitserse onderzoek was gefinancierd door ons eigen ministerie en diverse telecomproviders, die beide belang haddden bij het ‘geen straling’-oordeel. Wat doet dat met het vertrouwen in wetenschappelijk onderzoek?
Oppervlakkig gezien heb je gelijk, maar er zijn veel factoren die meespelen. Ik kan me vinden in de spijt dat nuance niet populair is anno 2011 en dat media in sterke mate is geTelegraaf-iseerd. Dat werkt allemaal tegen.
De onderliggende reden is dat de hedendaagse mens ook oppervlakkig heet te zijn en de aandacht niet lang zou kunnen vasthouden. Een veronderstelling die overigens niet altijd klopt (ik publiceer graag verhalen van meer dan 4000 woorden - en veel mensen lezen ze van A tot Z).
Als je veronderstelt dat je lezer/kijker te oppervlakkig of te snel afgeleid is voor nuance, dan moet je op zoek naar goed scorende conclusies. In die mangel kunnen feiten snel verdraaid worden. En dat is verdraaid jammer, maar media zitten ook in een soort mangel: de genuanceerde wetenschapper en het dom geachte publiek.
Hoe kun je dat oplossen?
SvanDuin, 4 februari 2011, 10:55
@Arnoud
Dank voor je commentaar. Ik ga er even puntsgewijs op reageren.
Ik polariseer hier natuurlijk een beetje, want ik heb maar zoveel woorden. Daarnaast ben ik wetenschapper en journalist, dus ik ga geen mening geven over gebieden waar ik geen verstand van heb. Ik constateer alleen dat het bij wetenschap zo werkt. Er zijn genoeg grijze vlakken, maar ik vergelijk wetenschapsnieuws hier met een verhaal zoals de brand in Moerdijk. En hoe complex dat verhaal uiteindelijk kan blijken te zijn – het blijft een verhaal dat zijn einde heeft in deze tijd, en dat is het cruciale verschil. Als er meer velden in de journalistiek zijn die dit probleem hebben, zoals je voorbeeld van de gemeenteraden, dan lijkt het mij dat daar dezelfde oplossing voor geldt – maar nogmaals, dat vind ik niet aan mij om daar wat van te zeggen.
Je 2e constatering. Klopt, maar ik snap je punt niet helemaal. Ik ga er desalniettemin toch op in ;) Ik denk dat dat een goede ontwikkeling is, mits er dan plaats is voor dat nieuws. Ik zie ook vaak zat dat de wetenschapper dan twee seconden heeft om iets te zeggen en dat ik er als iemand met misschien een bovengemiddeld verstand van zaken heel onbevredigd achter blijf. En die wetenschapper vaak ook, kan ik uit persoonlijke anekdotes toevoegen. Het zou ook goed zijn een discussie aan zo’n tafel te hebben dan, en daarmee kom ik op het verschil tussen wetenschapsjournalistiek en –popularisatie. Het ‘waakhond’ vs ‘cheerleader’ verschijnsel. Ik denk dat ze beide nodig zijn – mits duidelijk te onderscheiden - maar in dit betoog heb ik het daar niet over gehad.
Je 3e constatering. Ja, je hebt helemaal gelijk. Dat is een schande, en ik vind ook dat daar iets tegen gedaan zou moeten worden. Ik kan ook best geïrriteerd worden van dat ‘wetenschappelijk matchingsysteem’ van datingssites. En ook daar spelen de media een rol in natuurlijk. Een goede wetenschapsjournalist zou er zo doorheen prikken, en zou de ruimte moeten krijgen om dat te ‘debunken’.
Je 4e constatering. Wederom een goed punt, en wederom deels iets anders dan waar ik over schrijf :) Ik ben over het algemeen tegen industriegefinancierd onderzoek, omdat het publiceren van die resultaten gebeurd aan de hand van de belangen van die industrie, en dat kan waardevolle informatie in de obscuriteit doen verdwijnen. Precies zoals je zegt.
Maar ik ben dus van mening, en dat is cruciaal in mijn betoog, dat er juist plaats moet kómen in de media voor de tegenstrijdigheid van wetenschap. En in die plaats laten zien dat het dus niet tegenstrijdig is wat er gebeurt, maar een trade-off tussen vooruitgang en nauwkeurigheid. We noemen evolutie niet voor niets nog steeds een ‘theorie’ – er is ruimte voor toevoeging aan dat idee. En daarom zou je dus nooit voorpaginanieuws uit de wetenschap moeten verwachten (los van de relatief zeldzame obvious ontdekkingen zoals een nieuwe ster of diersoort).Het zou goed zijn dit principe uit te leggen aan het publiek, zodat wisselende uitkomsten over bijvoorbeeld UMTS in een context geplaatst worden, en mensen niet zo panisch meer overal op reageren.
Het ergste is nog dat zelfs wetenschappelijke journals zich laten verleiden tot het kiezen van voorpaginanieuws, ten nadele van kwalitatief net zo goed onderzoek dat toevallig géén direct verband blootlegt ergens tussen (en daarmee net zoveel informatie levert).
Tot slot; ik geef je helemaal gelijk dat het niet zo zwart-wit is, en dat er zeker plek is voor mijn werk (al is dat vaak meer achtergrond en minder nieuws, en dat is niet waar ik het over heb). En ik heb ook niet per se een oplossing – los van tegen de media zeggen dat ze iets moeten veranderen. Maar ik denk dat het een interessant punt is. Als we het publiek dit namelijk laten bepalen, dan eindigen we met 100% SBS6 niveau – ze weten niet dat wetenschap bestaat, dus waarom zou er vraag naar zijn? Ik denk dat dat laatste ook verklaring is voor de ‘toenemende oppervlakkigheid’. En daarom ben ik ook van mening dat wetenschap afhankelijk is van een ‘push’ strategie, i.t.t. gewoon nieuws. En dat is lastig, want de eerste die dat gaat doen steekt zijn nek uit.
Maarten M, 29 augustus 2011, 00:49
” Op een heel reductionistische manier kan wetenschapsnieuws dus nooit bestaan – elk resultaat, elk onderzoek leidt tenslotte direct tot zoveel nieuwe vragen, dat elk ‘nieuwtje’ niet meer is dan de aanleiding voor een volgend onderzoek.”
Ik begrijp dat je wat probeert te polariseren, maar dit vind ik wel een vreemde gedachtegang. Politiek nieuws zou dan ook niet moeten bestaan, aangezien elk debat weer aanleiding is voor nieuwe vragen en nieuwe debatten.
Natuurlijk bestaat politiek nieuws wel, en hetzelfde geldt voor wetenschapsnieuws. Het gaat om het stellen van de juiste vragen: wat is er ontdekt? Hoe is het ontdekt? Waarom is dit belangrijk? Wat zijn de volgende stappen?
De zoektocht naar kennis gaat met hele kleine stapjes vooruit. Maar soms worden er ook doodlopende paden bewandeld. Het is de schone taak van de wetenschapsjournalist om het publiek over al deze kleine stapjes te informeren.
Dat moet je op een manier doen die het brede publiek aanspreekt. Het publiek is nu eenmaal meer geïnteresseerd in concrete ‘grote doorbraken’ dan in kwalitatief goed onderzoek dat de marge van de nuance opzoekt. Als je daar moeite mee hebt moet je denk ik geen wetenschapsjournalist worden.
Saskia, 31 augustus 2011, 09:45
Nieuws kan ook genuanceerd gebracht worden.
Het idee dat nieuws begrijpelijk, spectaculair of “nieuwswaardig” mogelijk gebracht moet worden past de Telegraaf misschien, maar onderschat de geinformeerde lezer.
Dat gebeurt op zo grote schaal dat het geen wonder is dat kranten lezers verliezen. Misschien komt dat door een overschot aan HBO-journalisten die door uitgevers op die kortjes worden gezet uit goedkoopte.
Maar ook waarschijnlijk is dat de redactie niet de tijd krijgt om dingen goed uit te zoeken omdat er in 2 tellen een verhaal moet staan en dus alleen het persbericht in eigen woorden (en dus fout) wordt overgeschreven.
Iemand die de volkskrant-wetenschapsbijlage leest, is heus in staat tot het begrijpen van enige nuance of een woord met 5 lettergrepen.