Pleidooi voor de wetenschapscorrespondent
Jop de Vrieze maakt zich zorgen over wetenschapsberichtgeving in grote media. Te vaak gaan die de mist in bij items over belangrijke onderzoeken. Hij heeft er een eenvoudige oplossing voor: het aanstellen van wetenschapscorrespondenten.
Dit artikel is een open sollicitatie. Ik bied mij aan als correspondent. Nee, ik ga niet verhuizen naar een of ander conflictgebied of een eiland met mooie palmbomen en gezellige drugsbaronnen. Ik duik ook niet de regio in, voor verrassende reportages over lokale tradities of gemeentelijke intriges. Ik bied me aan als wetenschapscorrespondent.
De afgelopen maanden woedde er een stevige blogdiscussie over wetenschapsnieuws. Centraal in deze discussie staan de nieuwsredactie van de NOS en met name van het NOS Journaal. Op 7 mei opende het Journaal met een onderzoek naar sociale media-stress, uitgevoerd door een bedrijf dat geld verdiende met het verzorgen van cursussen ‘omgaan met sociale media-stress’. Een door de farmaceutische industrie betaalde studie naar het stoppen met roken werd op 30 mei groots gebracht en in plaats van vijf, waren er volgens het Journaal op 19 juni twintig mammoetskeletten gevonden in Servië. Dieptepunt was het nieuws van 25 juli dat de ijskap van Groenland vrijwel volledig gesmolten zou zijn, terwijl er nog een pak ligt van zo’n drie kilometer dikte.
Kern van de kritiek: met een wetenschapsjournalist in dienst had de NOS-redactie deze flaters nooit geslagen. De nieuwsorganisatie heeft op een totaal van 365 fte over niet één persoon met een bèta-wetenschappelijke achtergrond in dienst. Het gaat mij er in dit stuk niet om nogmaals deze kritiek te herhalen. De NOS is in het nieuwslandschap de hoogste boom, die automatisch de meeste wind vangt.
Daarbij wordt vaak vergeten dat ook RTL Nieuws niet beschikt over wetenschapsjournalisten, net zo min als Hart van Nederland. En online is het eerder gewoonte dan uitzondering dat persberichten, ook over serieuze wetenschappelijke onderwerpen, zonder enige check worden doorgeplaatst.
Daarom focus ik liever op een inhoudelijk punt: wat is de rol en meerwaarde van een wetenschapsjournalist? De vorig jaar aangestelde NOS-hoofdredacteur Marcel Gelauff stelt dat hij geen wetenschapsjournalisten nodig heeft. Hij ziet het checken van feiten en vinden van bronnen als onderdeel van ‘gedegen journalistiek handwerk’. Op zich heeft hij een punt. Maar wat als een hoofdredacteur deze lijn zou doortrekken naar de sportjournalistiek, de politiek of de economie? Zet hij daar ook algemeen redacteuren op? Het is toch niet handig als iemand die verslag doet van een volleybalwedstrijd, voor de wedstrijd nog even de spelregels uit zijn hoofd moet leren, of moet uitzoeken wie de routiniers en talenten zijn? Of dat iemand die een Kamerdebat volgt, zich de avond van tevoren nog even moet inlezen over wat moties, interrupties en achterkamertjes zijn?
De rol van een wetenschapsjournalist op een algemene redactie is het best te vergelijken met de buitenlandcorrespondent: die is niet alleen letterlijk ter plekke, maar hij kent ook de lokale cultuur, de spanningen en gevoeligheden en weet de juiste bronnen te vinden.
Een wetenschapsjournalist is niet alleen op de hoogte van basale feiten die centraal staan in zijn (of haar) vakgebied. Hij kent ook de onzekerheden, begrijpt het jargon – en dan heb ik het niet alleen over de moeilijke woorden maar ook de karakteristieke formuleringen en slagen om de arm. Hij kent het krachtenveld van academie, industrie, instituten en subsidieverstrekkers. De wetenschapsjournalist heeft oog voor de belangen en motieven van onderzoekers – de kern van kwaliteitsjournalistiek. In een tijd waarin financiering voor wetenschap lang niet altijd meer vanzelfsprekend is, is het belang van wetenschappers om ‘goede pers’ te halen alleen maar toegenomen en is de invloed van financiers en belangengroepen op resultaten en de interpretatie daarvan groter dan ooit.
Een veelgehoord excuus om geen wetenschapsjournalisten in te schakelen, is dat ze geen gevoel voor nieuws hebben, of voor de leefwereld van ‘de kijker’. Het is een misverstand dat een wetenschapsjournalist hetzelfde is als een wetenschapper. Hij is in de eerste plaats een journalist zoals alle andere. Per definitie is hij geen wetenschapper, net zoals een politicus geen politiek journalist is en een mensenrechtenactivist geen buitenlandcorrespondent.
Nu begrijp ik goed dat grote algemene redacties keuzes moeten maken en het aanstellen van een vaste wetenschapsredacteur misschien een stap te ver vinden. Daarom is het dan ook veel slimmer om naast een netwerk van buitenlandcorrespondenten, een team van freelancers in de rolodex te hebben. Op kleine schaal gebeurt het al: algemene media weten freelancers zoals sterrenkundige Govert Schilling al te vinden. Maar het kan veel systematischer. Bij een ramp, grote doorbraak of nieuwswaardige maatschappelijke ontwikkeling belt de redactie de juiste correspondent, of licht die de redactie in, waarna ze in samenspraak verslag doen van het nieuws. Een voordelige, veilige oplossing die veel stress verhogende missers en Groenlandse uitglijders kan voorkomen.
Jop de Vrieze (1983) is wetenschapsjournalist bij freelancerscollectief Bureau Wibaut. Hij bericht over (toekomstige) ontwikkelingen op het grensvlak van wetenschap en maatschappij in de biologie, technologie en levenswetenschappen, voor onder meer NU.nl. NRC Handelsblad en Science Magazine.
Praat mee
6 reacties
Marcel Gelauff, 2 augustus 2012, 15:58
Ik zie zo bij snelle lezing drie feitelijk onjuistheden in deze open sollicatie:
- Ik nooit gezegd dat ik een wetenschapsjournalist niet nodig vind. Ik heb steeds uitgelegd dat ik redenen heb een andere keuze te maken. Dat is wat anders.
- We openden niet op 7 mei met dat onderwerp.
- Niemand met een beta-opleiding in dienst? Niet waar. Hebben we wel.
Nick Kivits, 2 augustus 2012, 16:01
Goed stuk. Alleen kun je het ook doortrekken naar andere ‘takken’ van de journalistiek, zoals tech-redacteuren. Daar lijkt bij sommige media ook een schreeuwend gebrek aan te zijn.
Maarten M, 3 augustus 2012, 13:56
Prima betoog, Jop. Fijn dat je de eerste bent die gewoon aangeeft dat hij een open sollicitatie bij de NOS wil doen.
Een wetenschapscorrespondent zou zeker een goede overweging zijn voor de NOS. Daarbij vind ik wel dat als de NOS zijn ‘gedegen journalistiek handwerk’ inderdaad goed zou doen ook met een andere keuze volstaan kan worden. Helaas doen ze dat te vaak niet. Daardoor is dit een prima pleidooi.
Marcel Hulspas, 13 augustus 2012, 15:37
En wat is het toch ontluisterend om te zien dat dhr. Gelauff na het opvissen van drie lullige foutjes elke verdere discussie hierover weer uit de weg gaat. Wat een vakman!
Olof van Joolen, 13 augustus 2012, 16:39
De manier waarop deze discussie zich vanuit de hoek van de wetenschapscollega’s inmiddels ontspint is volgens mij nogal vercontraproductief. Ja, er zullen vast fouten in deze bewuste onderwerpen hebben gezeten. Fouten die je ook zonder wetenschapsachtergrond volgens mij had kunnen voorkomen. Door te checken van wie een onderzoek is en door in het geval van de ijskap even te googelen of een tweede deskundige voor de dubbelcheck te bellen. Maar wat mij en wellicht ook anderen nogal stoort, is de suggestie dat die nare NOS maar niet belt terwijl ze in Hilversum toch weet dat de remedie voor alle kwaad slechts één telefoontje weg is. Dames en heren, waarom neemt u zelf de telefoon niet op? Waarom bied je jezelf niet aan? Er zijn ook bij de omroepen voorbeelden te over van zeer succesvolle freelancers die regelmatig aan bod komen. Denk aan de al aangehaalde Govert Schilling. Maar die kwamen niet in de Rolodex terecht omdat ze verongelijkt op de studeerkamer bleven zitten en af en toe een nurks tekstje de wereld in stuurden.
Jop de Vrieze, 22 november 2012, 13:49
Hoi Olof,
Gelukkig voeren we deze discussie niet alleen van achter de schrijftafel. We zijn op bezoek geweest, en we hebben dezelfde suggesties ook ‘live’ gedaan. Maar het moet wel van twee kanten komen.