Werklozenopvang
‘Tijd is geld’, roepen drukbezette mensen graag. Gaat dat ook op voor hen die zeeën van tijd hebben, zoals ik? ‘Ik ben freelance journalist’, zeg ik vol overtuiging als iemand vraagt wat ik doe. Maar de grens tussen freelance en werkloos is vaag. Na drie weken fulltime freelancen zijn mijn hersenen een winterslaap begonnen.Ondanks een gebrek aan werk zet ik elke dag om acht uur de wekker, maar de ik-heb-de-beste-bedoelingen-maar-hoef-niet-per-se-uit-bed-knop lonkt. Na gemiddeld 8 x 10 minuten snoozen komen mijn vingers per ongeluk op de uitknop neer. Ik verruil mijn pyjamabroek en hemd elke ochtend keurig voor een trainingsbroek en een trui en drink daarna koffie bij de hippe espressobar om de hoek, € 4,20 voor mijn cappuccino. Een dure manier om mijn toch al zo kostbare tijd te vullen.
Het moet gedaan zijn met het gelanterfanter. Rondvraag bij bevriende freelancers levert de gouden tip op: ‘Zoek een werkplek buitenshuis, zoals The Coffee Company of Seats2meet.’ Bij The Coffee Company heb ik wel eens gestudeerd. Per consumptie krijg je er een half uur internet. Zo’n 2,5 uur en vijf espresso’s verder kreeg ik trillende vingers, hartkloppingen en opvliegers. Het eerst nog prettige omgevingsgeluid gonsde in mijn hoofd als honderd gillende kinderen in een zwembad. Daar wil ik nooit meer heen.
Seats2meet klinkt beter: flexibele werkplekken, toegang tot het internet, en lunch, allemaal ‘gratis’. Maar voor niets gaat de zon op. Je betaalt volgens de reglementen met sociaal kapitaal. Wie dat niet wil of kan, betaalt met economisch kapitaal. Dat is het proberen waard. Ik trek een zakelijk jurkje uit de kast, vervang mijn biggensloffen voor hakken en ga op pad. ‘Ik ben naar mijn werk!’, roep ik met enige trots, terwijl ik de deur achter me dichttrek.
Terwijl ik een plekje kies aan de eikenhouten tafel van Seats2meet, zet ik mijn meest toegankelijke glimlach op. ‘Ik ken jou ergens van’, zegt een jongeman voordat mijn billen ook maar de stoel raken. ‘Heb ik je eerder gesproken, of heb ik een vriendin van je gezoend?’ Ik vraag me af of dit een vreemde manier is om mijn sociaal kapitaal te testen. Hoelang moet ik aardig blijven om aan de voorwaarden van deze werkplek te voldoen? Met enige risico kap ik het gesprek af, maar voel direct een rilling over mijn rug als ik aan de mogelijke financiële represailles wegens niet-netwerken denk.
‘Ik weet het weer, ik heb je eens als fotomodel gevraagd’, vervolgt de man, blijkbaar fotograaf. Mijn nadrukkelijke blik op mijn computerscherm maakt geen indruk. ‘Ik ving op dat je journalist bent’, begint de volgende. Ik kijk moedeloos naar de knipperende cursor bovenaan het lege worddocument en stel mijn doelen bij, netwerken dan maar.
Dit is dus het nieuwe werken: elkaar op een flexplek afleiden onder het mom ‘netwerken’. Het lijkt wel een dak- en werklozenopvang voor ZZP’ers, met gratis lunch, koffie en internet. Direct na de gratis lunch stroomt de werktafel dan ook leeg. Mijn worddocument is ook leeg. De tijd verstrijkt hier dan wel gratis, maar hij levert vooralsnog niets op.
.(JavaScript moet ingeschakeld zijn om dit e-mail adres te bekijken), pas afgestudeerd aan de postacademische dagbladopleiding (PDOJ) in Rotterdam, is starter op de journalistieke arbeidsmarkt.
Praat mee
1 reactie
Renzo, 11 januari 2012, 15:33
erg geestig stukje Julia. En ook nog serieus. BEwondering, want dit durven niet veel mensen op te schrijven!