VVD-senator wil af van direct openbare rechtspraak

VVD-senator Anne-Wil Duthler wil af van direct openbare rechtspraak. Dat valt op te maken uit een blog van haar hand op de website van haar eigen advocatenkantoor. Volgens Duthler leidt directe openbaarheid er toe dat betrokkenen hun woorden in de rechtszaal wegen omdat ze in de openbaarheid kunnen komen. En dat is onwenselijk. Ook is het bezwaarlijk dat er berichten over een rechtszaak verschijnen nog voordat de rechter een uitspraak heeft gedaan.
Een oplossing voor het probleem ziet zij nog niet. Daarover schrijft ze: ‘Hoe het tij kan worden gekeerd, is haar nog niet duidelijk. Zij maakt zich zorgen over de vraag hoe het verder moet met de democratische rechtsstaat als niet rechters maar de journalistieke vrijheid ongetoetst zijn vrije loop kan gaan’.
De VVD-senator schrijft het stuk naar aanleiding van een rechtszaak die ze tegen het zakenblad Quote heeft aangespannen. Ze wil dat Quote een stuk over haar terugneemt. Duthler is haar eigen advocaat in deze zaak en publiceert haar opinie ook op de site van haar eigen kantoor.
Volgens algemeen secretaris van de NVJ, Thomas Bruning, is de blog van Duthler een vorm van napleiten waar in de advocatuur weinig waardering voor bestaat. ‘Je gaat juist naar de rechter om daar je gelijk te halen en niet via je eigen blog. Inhoudelijk is het pleidooi van Duthler ook verwerpelijk. Openbaarheid van de rechtspraak is een groot goed. Ook directe openbaarheid.’
De betreffende passage uit het blog van Duthler:
‘Tijdens een kort gedingzitting gehouden op 11 april 2019 verzocht Anne-Wil Duthler via de rechter een nieuwsmedium te veroordelen tot rectificatie van een artikel, waarin zij beschuldigd werd van schimmige praktijken, crimineel handelen of wat daar in de buurt kwam en oneerlijk zakendoen. Daarmee was dit nieuwsmedium voor haar een grens overgegaan.
Tijdens de zitting werd er live verslag gedaan en volop getwitterd. Dat mag en dat kan. Duthler realiseerde zich vooraf dat procederen tegen één nieuwsplatform, procederen tegen heel veel journalisten zou inhouden. Zij realiseerde zich daarom dat het live verslag tijdens de zitting op een bepaalde manier gekleurd zou zijn. Dat had effect op het wikken en wegen van de woorden die zij wel of niet wilde gebruiken. Alles wat ze zou zeggen, zou namelijk onmiddellijk in de krant of op het Internet staan.
En daarmee zou er weer een oordeel over het gezegde worden geveld, nog goed en wel de rechter zich daarover had kunnen uitlaten. Dat hoort echter bij het spel, en daar moet je maar tegen kunnen.
De vraag is wel hoe dan om te gaan met het feit dat een rechter haar oordeel baseert op het gezegde ter zitting en het complete dossier mee zal laten wegen in haar uiteindelijke oordeel, en zij tijdens de zitting – uiteraard – nog geen afweging heeft kunnen maken.
Het belang van een zorgvuldige afweging door een rechter verliest het in zo’n geval altijd van het belang van de snelheid van een journalist. Dat Duthler daar last van heeft is één. Wat dit echter betekent voor het functioneren van de democratische rechtsstaat, daarover is zij nog niet uit.
Ze is zich er terdege van bewust dat het ongewoon is om tegen de pers te procederen en voor eigen rechten op te komen. Dat je begint met een 1-0 achterstand was haar van meet af aan duidelijk. Het achterwege laten daarvan zou echter betekenen dat de grenzen van de journalistieke vrijheid niet getoetst zouden worden. Dat is een zeer onwenselijke situatie.
Hoe het tij kan worden gekeerd, is haar nog niet duidelijk. Zij maakt zich zorgen over de vraag hoe het verder moet met de democratische rechtsstaat als niet rechters maar de journalistieke vrijheid ongetoetst zijn vrije loop kan gaan.’
Praat mee