Veel gebabbel over toekomst journalistiek
Alsof er ergens een geheim recept ligt dat zich maar niet laat vinden: zo blijven journalisten, geholpen door wetenschappers en politici die zich graag tegen de beroepsgroep aanschurken, debatteren over de vraag of professionele journalistiek, zo mogelijk gedistribueerd via papier, nog toekomst heeft. Hebben dat soort discussie zin, vraagt Peter Olsthoorn zich af.
Drie discussies achtereen hoorde ondergetekende aan:
* Woensdagavond 10/11 het IK Kennisdebat in Wageningen met onder meer Pieter Sijpersma, hoofdredacteur Dagblad van het Noorden
* Donderdag de Nationale Uitgeefdag over ondermeer innovatie
* Vrijdag een discussie over de toekomst van de dagbladpers van de Vereniging voor Media- en Communicatierecht
Deze bijeenkomsten trokken respectievelijk 127, 43 en 25 bezoekers. Samenvatting drie discussies:
Woensdag betoogde Sijpersma dat de neergang van journalistiek maatschappelijk zeer onwenselijk is daar een minder goed geïnformeerde burger en minder controle van gezag de democratie schaadt. Eppo van Nispen tot Sevenaer, ex-hoofdredacteur van Hart van Nederland en nu bibliotheekdirecteur in Delft, vond dit flagrante onzin. Er is volgens hem geen enkele reden om de pers kunstmatig in stand te houden op grond van maatschappelijke noodzaak. Het internet is een prima medium voor controle, discussie en voor de meningsbepaling in de maatschappij.
Donderdag vroeg Jan Benjamin, economieredacteur van NRC, aan de zaal en de onderzoeker wat ze dachten van het betalen voor journalistiek op internet. Het antwoord kwam er niet, met uitzondering van een opmerking van de uitgever van Voetbal International: je moet, met welk medium ook je distribueert, altijd de kracht en kwaliteit van je eigen content voorop stellen.
Vrijdag was de discussie het meest intensief over juridische onderwerpen in de zijlijn, zoals over de vraag of het grondwettelijk mogelijk is de pers staatssteun te geven, vanwege de verbonden voorwaarden. De Commissie Brinkman kreeg ervan langs.
Jurist Remy Chavannes (zoon van…) betoogde dat de Commissie Brinkman voorbij gaat aan de - volgens hem - afnemende behoefte van de maatschappij aan journalistiek vervaardigd nieuws, analyse en commentaar.
Volgens Chavannes heeft het gebrek aan lef om de problemen harder te benoemen geleid tot halfwassen adviezen waarvan Plasterk het politiek risicoloze deel heeft overgenomen. Vooral het sparen van de Ster en valse concurrentie van de publieke omroep is Chavannes een doorn in het oog.
Irene Costera Meijer, hoogleraar Journalistiek aan de VU en docent Media & Civil Society aan Windesheim, vindt het kwalijk dat Brinkman cs. de aanbodzijde van de journalistiekmarkt tot uitgangspunt nam en (dus) met conservatieve voorstellen kwam.
Costera Meijer onderzoekt al vele jaren de vraagkant en stelt vast dat het zo’n vaart niet loopt met de ‘ondergang’. De behoefte aan kwaliteit is groot, maar de moderne nieuwsconsument zoekt die in vele media en bronnen. Ze vindt dat dit op zijn minst moet leiden tot een ‘herijking van de journalistieke waarden die in het geding zijn bij kwaliteitsjournalistiek’ alvorens allerlei defensieve steunmaatregelen te nemen.
Deskundigheid is veel breder verspreid en toegankelijk, het publiek is niet langer een domme grijze massa maar voelt zich wel snel te kort gedaan. Kwaliteit krijgt in de communicatie via internet een heel andere connotatie bij publiek dan het uitgangspunt was in de vorige eeuw met kranten die de voorziening domineerden met hun eenrichtingsverkeer.
Volgens Costera Meijer hoeft de overheid niet zo bang te zijn dat de mediaconsumptie zal vernauwen tot sport en andere pret indien de markt zijn werk doet. Maar verschraling is wel een probleem, vooral in de regio.
Maar er is wel een persprobleem: Een Utrechts Nieuwsblad met 30 procent minder journalisten functioneert ook minder. Bloggers onthullen ook, maar houden ze het vol zonder noemenswaardige betaling? Costera Meijer vreest van niet: ‘Dat stopt toch op een bepaald moment.’
Er is, debiteerde Paul Molenaar (ex-Ilse, Commissie Brinkman) vanuit de zaal nog een ‘nieuwe infrastructuur’ nodig voor het alternatieve circuit van bloggers etc. Dat is wel nodig, vooral in veel gemeenten en regio’s waar journalistiek al geen rol meer speelt. Volgens Chavannes ligt daar juist een rol voor Plasterk.
Economisch onderzoeker Rob van der Nol betoonde zich de grootse optimist. Volgens hem hebben de distributie en het uitgeven op papier een probleem, maar is de bereidheid te betalen voor professioneel vervaardigd nieuws en achtergronden onverminderd. In de nieuwe wereld verandert de vorm, maar de inhoud niet. Al is het voor hem nog een open vraag of journalistiek in een wereld zonder papier nog te bekostigen is. Het antwoord weet niemand.
Dus is de vraag of het noodzakelijk is om met een continue stroom van onderzoek en debatten de toekomst te willen duiden terwijl dit niet mogelijk blijkt.
Gespreksleider Folkert Jensma van NRC Handelsblad deed nog een uitspraak in verband met de poging om zijn titel nog voor 40 miljoen euro te verkopen: ‘Mijn mond viel open van verbazing toen ik vernam dat Persgroep PCM Uitgevers wilde kopen.’ Jensma vindt het van meer moed dan marktinzicht van Van Thillo getuigen. ‘Maar wellicht dat hij snel het licht ziet…’
Praat mee