Gebrek aan concurrentie hindert dagbladen
De Nederlandse dagbladmarkt zit op slot. Zowel landelijk als regionaal zijn de kaarten geschud en is het nog hoogstens wachten op een verwisseling van eigenaar. De krantenlezer én de dagbladsector heeft echter vooral behoefte aan concurrentie, zo betoogt Wijnand Nijs.
Wat is er aan de hand in krantenland? Landelijk gezien zijn er drie spelers bij de algemene dagbladen: De Persgroep, NRC Media en De Telegraaf. De laatste wijziging van enige importantie is de introductie van nrc.next. Daarmee heeft NRC slim een nieuwe titel in de markt gezet en daarmee een stuk van de ochtendmarkt veroverd, zonder de trouwe middaglezers voor het hoofd te stoten.
Regionaal gezien is de markt helemaal verdeeld. Gebieden waar regionale dagbladen elkaar beconcurreren zijn er nauwelijks. Wegener hanteert in zijn verspreidingsgebied strikte gebiedsverdelingen, waarbij de eigen titels elkaar niet beconcurreren. Enig gebied van (schijn) concurrentie is bij dit concern Zeeuws-Vlaanderen, waar na tussenkomst van de NMa PZC en BN DeStem weer zelfstandig een Zeeuws-Vlaamse editie maken. Onder druk. Want zelf ziet de uitgever daartoe geen aanleiding.
Zorgen ‘herenakkoorden’ tussen de verschillende uitgevers voor het uitblijven van concurrentie of is het gewoon gebrek aan lef? Laat ik me toespitsen op de regionale markt, al gaat die vlieger ook op voor de landelijke kranten. De regionalen dus. Die hebben te maken met een al jaren teruglopend adverteerders en lezersbestand.
Abonneebeleid van de regionalen is vooral gericht op het behoud van lezers. Abonnees krijgen toegang tot digitale producten (epaper, websites, apps), waar niet abonnees die toegang wordt ontzegd. De bestaande lezers krijgen als dank voor hun trouw jaarlijks een prijsverhoging voor de kiezen, onder het mom van in veel gevallen ‘gestegen papierprijzen’.
Inhoudelijk gezien is het beleid: minder met minder. Dus minder diepgravende inhoud met minder mensen. Dat heeft de afgelopen tien jaar al honderden journalistieke banen gekost. De overgebleven journalisten moeten inmiddels ook nog eens multimediaal aan de slag, hetgeen leidt tot kwantiteit en minder kwaliteit.
Dat kranten zich richten op hun bestaande abonnees en weinig met echt vernieuwing komen is verklaarbaar: het gebrek aan echte concurrentie. De ondernemingen zijn naar binnen gericht. Bij de afzonderlijke kranten tegen wil en dank: die mogen nauwelijks zelfstandig ondernemen. Zij worden aangestuurd op resultaat en moeten dat doen zoals de bazen dat goed achten.
Want waarom heeft het AD bijvoorbeeld nog geen nieuwe regionale edities? Al is het alleen maar digitaal. En De Telegraaf? Gebrek aan durf? Of zitten daar diepere strategische gedachten achter? Mogelijke overnames? De Persgroep was in de race voor de Wegenerkranten maar zag de aankoop afketsen. Waarom gaan de uitgeverijen de strijd niet met elkaar aan? De markt voor regionaal nieuws is er echt wel.
Wat gebeurt er met een markt waar wel concurrentie is? Daar gaan bedrijven zich onderscheiden. Op zoek naar mogelijkheden om nieuwe lezers te bereiken, en natuurlijk ook, lezers te behouden. Dus wordt er geconcurreerd op prijs, maar ook op inhoud. Die concurrentie leidt tot verdieping. Want wat onderscheidt kranten van elkaar? Juist: de inhoud.
Dan worden er keuzes gemaakt: onderzoeksjournalistiek, actuele verslaggeving, investering in kwaliteit. Of keuzes in kort, snel en populistisch. Net wat de lezer wil. En misschien blijkt er dan toch ruimte voor twee dagbladen in één stad. Om te zien wat er gebeurt in een markt waar concurrentie is, kun je naar andere sectoren kijken.
Kijk naar de video en film business. Videotheken zijn er nauwelijks meer, maar kabelmaatschappijen en telecomaanbieders hebben zelf video on demand en de tv-zenders werken gezamenlijk aan een betaalde variant. Betaalde films streaming kijken kan daarnaast inmiddels ook via onder meer Apple TV, Pathé Thuis en Netflix. Scherp geprijsd en met snel toenemend aanbod. Dankzij de cncurrerentie.
Misschien nog wel een betere vergelijking is de muziekmarkt. Illegale downloads leken de muziekmaatschappijen, die lekker binnenliepen op de verkoop van cd’s, de nek om te doen.
Inmiddels zijn ze zelf aan het vernieuwen geslagen, mede door toetreding van concurrenten als Apple met iTunes. Online muziekdiensten als Spotify hebben de markt daarna nog eens flink opgeschud. De muziekliefhebber is de winnaar: keuze te over bij verschillende aanbieders tegen verschillende prijzen.
In een markt zonder wezenlijke concurrentie dreigt het lot van de videotheek, een niet meer bestaande herinnering aan de goede oude tijd. Kansen zijn er nu nog voldoende. Grijp ze. En een leuke bijkomstigheid: je schudt er meteen je bedrijf en redactie eens lekker mee op.
Wijnand Nijs
Sinds 2008 hoofdredacteur van BredaVandaag.nl, nieuwssite met maandelijks meer dan 100.000 bezoekers. Daarvoor tien jaar werkzaam in verschillende functies bij regionaal dagblad BN DeStem.
Praat mee
3 reacties
Jon Visbeen, 12 december 2013, 07:47
Beste Wijnand,
Je betoog klinkt mij bekend in de oren en komt erop neer, dat de aanval toch altijd de beste verdediging is. Maar als marktleider (De T.) ga je niet zo snel in de aanval (zie ook hun jarenlange aarzeling over het formaat van de krant). De angst om een verkeerd besluit te nemen regeert bij TMG, dat daardoor de ene na de andere klap om de oren krijgt (zie bijv Hyves en de terugloop van de betaalde oplage).
Ben het met je eens, dat de uitgeverijen zichzelf opnieuw moeten uitvinden, maar een gemakkelijke opgave is dat niet.
Jon Visbeen
Voormalig ANP- en De Telegraaf-journalist
Rene Quist, 13 december 2013, 15:21
Wijnand,
ik zou me niet zo druk maken om de de kranten. Jouw bedrijf is veel relevanter. Ik geef les op de Fontys Hogeschool Journalistiek. . Studenten lezen geen kranten. Of te wel online is echt de enige juiste weg. En kranten als AD slagen er niet in om regionaal een rol van betekenis te spelen. Prima toch
Saskia, 5 januari 2014, 20:19
Het gaat allang niet om de lezersmarkt. Maar om de advertentiemarkt; die is sinds 2009 ingestort en gaat ook niet meer beter worden. De overheid trekt zich verder terug uit de advertentiemarkt en publiceert zijn eigen vacatures. Tegelijk zijn er minder commerciële aanbieders omdat er steeds minder bedrijven zijn overgebleven.
De huidige kranten roeren in dezelfde vijver van almaar krimpende advertentie-aanbieders.
De gewone abonnee is niet bereid tot meer dan 2 euro voor een krant te betalen zolang je ook die gratis prullen hebt. Niet voor niets heeft de telegraaf die Metro er strategisch uitgeperst.
Omdat de vacatures nu online te krijgen zijn, is er ook geen noodzaak meer om de krant te kopen. Daarom gaat het voorlopig alleen maar harder naar beneden.
Tel dat op bij dat er geen nieuwe financiering is voor startende krantenondernemers, en het leuke voorbeeld van De Pers nog vers in het geheugen en je weet waarom er voorlopig geen nieuwe krant gaat opstaan.