Vaarwel, Professor Gimbrèrelaan: FHJ-alumni nemen afscheid van schoolpand


















Na eindeloos uitstel vroeg men zich wel eens af of het ooit nog zou gebeuren: de Fontys Hogeschool voor Journalistiek (FHJ) in Tilburg die haar nieuwe locatie zal betrekken aan de Spoorzone. Maar half februari is het écht zover. Het bood oud-studenten van de opleiding de mogelijkheid om 'afscheid' te nemen van het oude pand aan de Professor Gimbrèrelaan. Klik op de pijltjes in de foto hierboven om de carrousel te bekijken.
Sinds mijn afstuderen in 2020 was ik er niet meer geweest, maar tot mijn verbazing - en ook die van andere oud-studenten - is er verbijsterend weinig veranderd. Het heeft iets dystopisch: het miezert en het is donker, de wind striemt in het gezicht. Middenin de woonwijk waarin de FHJ nog heel even gevestigd is, doemt in het donker het grote pand op tussen de rijtjeshuizen.
‘Zelfs de geur is nog hetzelfde’, verzucht een jaargenoot als we het pand betreden. Het pand is oud, maar niet vervallen. Toch zie en voel je het verval her en der. De vloerbedekking trekt op sommige plaatsen krom, er zijn zichtbaar lapmiddelen gebruikt om de levensduur van het pand nog eventjes te verlengen. Maar het lijkt alsof de tijd stil heeft gestaan: een andere oud-studente vindt algauw een poster met daarop een foto waarop ze als eerstejaarsstudent aan het werk is. ‘Jezus, ik ben wel wat veranderd, maar de school niet’, grinnikt ze. Het geeft ergens een vreemd gevoel, slenteren door een verlaten pand. Toch is het tegelijkertijd ook een feest der herkenning, misschien juist omdat er nog zoveel precies is als ‘vroeger’.
Reportage gaat door onder de foto
Verwaterde vriendschappen
Naast een afscheid is het vooral een wederzien - in de loop der jaren zijn vriendschappen en contacten verwaterd. De een is (‘met piepende bandjes’) uit Tilburg vertrokken, de ander is gebleven en er zijn ook mensen die Tilburg weliswaar verlaten hebben, maar nog steeds een vorm van heimwee koesteren. ‘Wat doe jij nu?’, is een veelgestelde vraag. De oud-studenten blijken overal en nergens terecht te zijn gekomen, binnen en buiten de journalistiek. Er zijn relaties ontstaan en weer gebroken, er zijn huwelijken gesloten en kinderen geboren. Er klinken enthousiaste kreten als blijkt dat de drank gratis is - ‘eindelijk betaalt mijn collegegeld zich terug’ - maar waar het vooral om gaat, is rondjes slenteren door het pand.
Met een borrel in de hand wandelen de oud-studenten langs de mediatheek (‘Heb hier zoveel zitten vloeken, tieren en zuchten’), de praktijkruimten, benauwde en kleine collegezalen, eindeloze gangen met kantoortjes waarvan niemand precies wist waarvoor ze eigenlijk dienden. Het lijkt erop dat men in de afgelopen jaren dacht: vernieuwing van het pand heeft toch geen zin meer - bijna alles blijkt de tand des tijds te hebben doorstaan. Het is ‘de laatste avond’, dus alles mag: er worden posters van de muren gerukt, gerookt op plekken waar je ‘vroeger’ een berisping voor kreeg - niemand maakt het nog uit.
Kale radiostudio
‘Het is echt een wonder dat dit er nog staat’, mompelen we als we de volledig uitgeleefde en kale radiostudio inwandelen. ‘Hier heb ik m’n eerste interviews afgenomen’, verzucht een student. ‘Als iemand tenminste de telefoon opnam.’ Er is niks veranderd, onderhoud blijkt al jaren niet meer te zijn gepleegd: trekken aan een dood paard. De televisiestudio is kaal en leeg, het decor is al ingepakt. Stickers die jarenlang uit baldadigheid ergens zijn opgeplakt, blijken er nog steeds te zitten. In het hok van RAAK [de studievereniging, red] hangen nog jarenoude foto’s van eerdere besturen. ‘Wat een broekies waren we.’ Op de muren prijken spreuken van gasten die in de loop der jaren te gast zijn geweest op de opleiding. Het leuke is dat je al wandelend oud-studenten tegenkomt, in de gangen ontstaan spontane bijeenkomsten.
Reportage gaat door onder de foto
Veel (oud-)docenten zijn ook gekomen om de studenten, die ze vaak jaren geleden al uit het oog zijn verloren, weer te zien. ‘Ik heb nog steeds nachtmerries over jou’, bijt een oud-docent die net met pensioen is mij lachend toe. Over en weer worden er plaagstootjes uitgedeeld - tot verbazing van oud-studenten wordt het vak ‘politiek’ nog steeds gegeven aan de hand van het boek ‘Politiek voor dummies’.
Het bier is op
De boodschap dat de drank gratis is, is niet aan dovemansoren gericht. Rond het einde van de avond is het bier op. Tot verbazing van velen werkt de geluidsinstallatie in de aula nog en iemand weet muziek op te zetten. Overal verspreid door de aula staan groepjes oud-studenten, velen ‘hoppen’ van het ene naar het andere groepje. In de tuin worden ‘de laatste’ sigaretten gerookt, ‘ik heb hier een groot deel van m’n studie doorgebracht’. Er worden armen om elkaar heen geslagen, telefoonnummers en levensverhalen worden uitgewisseld. Verwaterde vriendschappen worden een nieuw leven ingeblazen, oude ruzies worden er uitgesproken.
Het feest is over
Om half negen ‘s avonds is het uit met de pret. De groep rokers wordt naar binnen gedirigeerd. Het grote licht floept aan, de muziek stopt. Het lijkt op het gevoel alsof je aan het einde van de horecanacht zachtjes naar buiten wordt gewerkt. Op de stoep blijft een massa kleven, de laatsten worden overgehaald om toch nog ‘de állerlaatste’ afzakker te drinken in het nabijgelegen café de Korenbloem, jarenlang pleisterplaats voor dorstige studenten. Een enkeling maakt een selfie, de ander draait zich nog eens om terwijl ze de oprit aflopen. ‘Vaarwel, Professor Gimbrèrelaan.’ De huidige lichting studenten zal over enkele weken verhuizen naar het spiksplinter nieuwe pand in de Spoorzone. Wat de toekomst brengt voor het pand, is nog onduidelijk. Lang dacht men dat het tegen de vlakte zal gaan, maar op de avond zelf meent een student dat er een andere opleiding gevestigd zal worden. ‘Arme, arme studenten’, grinnikt een oud-student cynisch. Het voelt vreemd maar vertrouwd, één avondje FHJ-nostalgie. Dag FHJ, das war einmal.
Binnenkort verschijnt er op Villamedia ook een reportage over het nieuwe pand.
Praat mee
1 reactie
Anke Derkse, 17 januari 2023, 14:22
Wat jammer dat ik dit niet wist. Had het wel leuk gevonden, zo’n tour-de-nostalgia. Weliswaar heb ik maar twee jaar in deeltijd op de FHJ gezeten, maar het waren wel twee heel leuke jaren…