Taaltip: weergave van gedachten

In de zin Ze dacht: het wordt weer een heerlijke werkweek! komen er geen aanhalingstekens rond de gedachte te staan; na de dubbele punt komt daarom een kleine letter. Gedachten zijn - anders dan citaten - geen letterlijke weergaven van iemands (hoorbare) woorden. Dat is anders in Ze zei bij het ontbijt tegen haar kinderen: "Het wordt weer een heerlijke werkweek!" Nu is er wél sprake van een citaat, en zijn er dus aanhalingstekens nodig. Als een gedachte aan het begin van de zin staat, komt er een komma achter: Het wordt weer een heerlijke werkweek!, dacht ze opgeruimd. Na een vraagteken of uitroepteken aan het einde van een gedachte mág de komma ook wegblijven, maar het is het duidelijkst een komma te plaatsen, omdat de lezer dan direct ziet dat de zin nog niet is afgelopen.