Taaltip: PABO / Pabo / pabo

Hoe schrijf je onderwijstypen zoals vwo, havo en pabo: met kleine letters of met een of meer hoofdletters?
Alle onderwijstypen krijgen kleine letters – zowel de voluit geschreven vormen (voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, hoger beroepsonderwijs e.d.) als de afkortingen (vwo, hbo e.d.).
Juist is dus pabo, of het nu om het type onderwijs of om de school gaat:
- Wie lesgeeft in het basisonderwijs, moet een pabo-diploma hebben.
- Rondom de pabo bij ons in de stad is het altijd een drukte van belang.
De benamingen van typen scholen en onderwijs zijn erg divers van aard, maar ongeacht hun opbouw krijgen ze allemaal een kleine letter:
- woorden ‘op zich’: atheneum, gymnasium, lyceum, universiteit;
- samenstellingen, ook met een naam: basisschool, basisvorming, beroepsonderwijs, daltonschool, hogeschool, jenaplan, kunstacademie, leonardoschool, montessorionderwijs;
- woordgroepen: bijzonder onderwijs, brede school, hoger onderwijs, lager onderwijs, middelbare school, openbare scholengemeenschap, primair onderwijs, secundair onderwijs, speciaal onderwijs, tweede fase, voortgezet onderwijs, vrije school;
- letterwoorden (afkortingen die klinken als gewoon woord) en samenstellingen daarmee: havo, mavo, moedermavo, pabo;
- initiaalwoorden (letter voor letter uitgesproken): bso, hbo, lbo, lts, mbo, roc, tso, vmbo, vwo.
Zie voor meer uitleg over de keuze tussen hoofdletters en kleine letters bij afkortingen deze pagina.
In afkortingen als aso (‘algemeen secundair onderwijs’), bo (‘basisonderwijs’), vo (‘voortgezet onderwijs’), ho (‘hoger onderwijs’) en wo (‘wetenschappelijk onderwijs’) kunnen punten worden gebruikt als er anders misverstanden kunnen ontstaan: a.s.o., b.o., v.o., h.o., w.o. In teksten met meer onderwijstermen is dat doorgaans niet nodig.
Alleen als binnen de eigennaam van een school of scholengemeenschap zo’n woord of afkorting voorkomt, kan die een of meer hoofdletters krijgen. De naamgever van de school bepaalt dat. Zo bestaan onder meer het Dalton Voorburg, de Fontys PABO Eindhoven, het Gymnasium Camphusianum, de Hogeschool van Amsterdam, het ROC Zadkine, de Universiteit Leiden en de Vrije School Texel.
Praat mee