Taaltip: meervoud van bevoegd gezag

Het woord gezag kent in zijn oorspronkelijke, abstracte betekenis ('rechtsbevoegdheid; macht op grond van geestelijk overwicht') geen meervoud. Maar in de loop van de tijd heeft gezag een veel concretere betekenis gekregen: een combinatie als bevoegd gezag duidt een concrete partij aan (bijvoorbeeld de gemeente of de provincie). Daardoor is de behoefte aan een meervoud ontstaan. Het meervoud is (bevoegde) gezagen. Van Dale en het Groene Boekje noemen het niet, maar veel andere naslagwerken wel: de Grote Koenen (1986), Verschueren (1996) en het Witte Boekje (2006). Er zijn wel alternatieven denkbaar (bevoegde gezagslichamen, bevoegde gezagsorganen of bevoegde instanties), maar gezagen is inmiddels helemaal ingeburgerd.