Syrië moet familie Amerikaanse oorlogsjournalist Colvin miljoenen betalen

Een Amerikaanse rechtbank stelt de Syrische staat aansprakelijk voor de moord op de Amerikaanse oorlogsjournalist Marie Colvin in 2012. Syrië moet de familie van Colvin ruim 300 miljoen dollar schadevergoeding betalen.
Colvin, werkzaam voor de Britse Sunday Times, kwam samen met de Franse fotograaf Remi Ochlik om bij een raketaanval op het Baba Amr mediacentrum in een buitenwijk van de Syrische stad Homs. Nabestaanden claimden dat er doelbewust geschoten zou zijn. De zaak, die is aangespannen door Colvins familie, leunde zwaar op de verklaring van een overloper uit het Syrische regime. Deze overloper stelde dat de Syrische militaire inlichtingendienst in Homs actief jacht maakte op Colvin. De Syrische president Assad heeft dat altijd ontkend.
Maar de rechter oordeelt nu dat de aanval opzettelijk werd uitgevoerd. De Syrische militaire inlichtingendienst hield de uitzendingen van Colvin en andere journalisten in de gaten en vervolgens schoten ze met artillerie op het mediacentrum. “Marie Colvin was een journalst die door de Syrische regering werd vermoord terwijl ze verslag deed over de gruweldaden in de oorlog”, aldus rechter Amy Berman Jackson. “Ze was specifiek het doelwit vanwege haar beroep, met als doel het zwijgen op te leggen aan degenen die berichten over de groeiende oppositiebeweging in het land.” Meer bij Press Gazette / France24
Lees ook:
‘Syrië doodde journaliste Marie Colvin gericht’ (11 april 2018)
Assad: journalist Colvin verantwoordelijk voor eigen dood (14 juli 2016)
Familie klaagt Syrië aan voor moord op journalist Marie Colvin (11 juli 2016)
‘Syrische leger jaagt op journalisten’ (23 februari 2012)
Westerse journalisten dood in Homs (22 februari 2012)
Praat mee