Steunen pers is onbegonnen werk
Het getuigt natuurlijk van journalistieke armoe als in een gebied als Rotterdam met één puur op de regio gericht dagblad (AD Rotterdams Dagblad), één regionale omroep (RTV Rijnmond) en maar liefst drie weekkranten (gratis huis-aan-huisbladen) de overheid met een vorm van steun moet komen om ‘de versoaping van de pers’ tegen te gaan. Dat stelt journalist Hans Roodenburg naar aanleiding van het recent gehouden debat ‘Leve de goedgeïnformeerde burger!’ tussen journalisten en politici in Rotterdam.
Ze vlogen elkaar tijdens dit debat behoorlijk in de haren maar er werden ook contouren zichtbaar van samenwerkingsvormen. Met name hoofdredacteur Johan de Koster van RTV Rijnmond en (zakelijk) hoofdredacteur Bart Verkade van het AD (Rotterdams Dagblad) wilden wel hun eerder spaak gelopen gesprekken voor bepaalde gezamenlijke nieuwsgaring hervatten.
Dat werd mede ingegeven door het rapport van de commissie Brinkman waarin wordt gepleit voor regionale mediacentra, waarin regionale omroepen, regionale dagbladen en journalistieke sites gaan samenwerken. Tijdens de discussie werd al heel snel duidelijk dat dit een bijna onbegaanbare weg is. Zoveel journalistieke producten, zoveel meningen.
Het leek er dan ook op dat De Koster en Verkade meer verlekkerd zaten te kijken naar de eventuele overheidsbijdrage aan zo’n regionaal mediacentrum voor hun product zelf dan naar de praktische uitvoering van een media-alliantie.
Waar is de tijd gebleven dat door onderlinge journalistieke concurrentie verschillende media in de regio elkaar opjaagden tot onthullingen, hoge kwaliteit en diepgravende reportages? Tegenwoordig vreet de ‘versoaping’ van de samenleving helaas het grootste deel van de journalistieke inzet op.
Financiële ondersteuning door de overheid van de (regionale) pers is dan ook onbegonnen werk. Nog afgezien van de vraag hoeveel geld daarvoor nodig zou zijn, zal elk journalistiek product zijn eigen invalshoek willen kiezen. Hoe moeten die op één noemer worden gebracht? Ik zou zeggen, er zijn al onafhankelijke persbureaus en freelance journalisten genoeg – ook in de regio’s – die nu al heel goedkoop hun diensten aanbieden.
Als je dit soort activiteiten via een overheid gaat centraliseren, gaan er weer ‘koninkrijkjes’ ontstaan met betweterige journalisten die zich in hun eigen ogen beter voelen dan wat de afzonderlijke media dagelijks of wekelijks leveren.
Als de consumentenmarkt geen verdieping wil in journalistieke uitingen, dan is daar in een dagblad, weekkrant of omroep ook geen plaats meer voor. Overigens ben ik van mening dat voor gratis en betaalde media met kwaliteit en diepgang altijd een plaats zal blijven.
In de forumdiscussie tijdens het debat werd een aantal keren goeddunkend gewezen op regionale politieke verslaggeving in Rotterdam van NRC Handelsblad. Zelfs door fractievoorzitter Marco Pastors van Leefbaar Rotterdam, van wie men zou verwachten dat hij toch vooral belang zou hebben bij populariteitsproducten.
Steun door de overheid moet ook worden afgewezen om het gevaar van het lieverlee ontstaan van (regionale) staatsmedia te voorkomen. En daarmee is eigenlijk ook iedereen het wel eens.
Ik ben jarenlang financieel redacteur geweest en heb daarom wel een mening hoe het wél zou moeten. Creëer een gelijk speelveld tussen particuliere ondernemingen in de mediasectoren en zwaar door de overheid gefinancierde omroepen. Zeker in de regio.
Veel belangrijker dan financiële steun - ontwikkelingskredieten uitgezonderd - is een investeringsklimaat waarin winstmaximalisatie wordt uitgesloten. Een rendement c.q. dividend aan geldschieters (aandeelhouders) van media zou moeten worden beperkt tot een gemiddelde van hooguit 4 tot 5 procent op het geïnvesteerde vermogen over tien jaar gerekend.
Media speelbal laten worden op nogal speculatieve aandelenbeurzen moet worden tegengegaan. Alle waardevermeerderingen van media moeten ook in het eigen bedrijf worden aangewend. De eigenaren van en beleggers in een mediabedrijf moeten ook niet in de verleiding kunnen komen om door doorverkoop grote waardevermeerderingen te kunnen opstrijken.
De onafhankelijke journalistiek is absoluut niet gebaat bij een krachtenspel waarbij de factor kapitaal het belangrijkste gegeven is. Op de vrije markt zijn beperkingen aan de winstmogelijkheden natuurlijk heel moeilijk te realiseren zonder overheidsbetutteling. Maar het is niet onmogelijk.
Kijk maar eens naar de overname van NRC Handelsblad door financiële partijen die aan het maken en handhaven van een kwalitatief dagblad voorlopig geen harde en onhaalbare
rendementseisen stellen. Wanneer op lange termijn onder de hiervoor genoemde maximaal aanvaardbare rendementen wordt gepresteerd dan zal – mede bij afkalving van de oplage - toch de tering naar de nering moeten worden gezet.
Willen investeerders topwinsten behalen? Dan kan dat ook. Het klimaat is thans ook deels gunstig om zich uitsluitend met populariteitszaken c.q. ‘versoaping’ bezig te houden.
Hans Roodenburg heeft tot 2005 als financieel redacteur gewerkt bij het Rotterdams Dagblad, werkt nu freelance voor maritieme vakbladen en De Oud-Rotterdammer. Hij is nog steeds voorzitter van de grotendeels slapende Rotterdamse Journalisten Vereniging, een NVJ-afdeling
Praat mee
1 reactie
Peter Louwerse, 5 maart 2010, 14:08
Fijn dat collega Roodenburg aandacht besteedt aan het debat dat ik samen met Conny Taheij heb georganiseerd. Jammer alleen dat hij de discussie niet helemaal goed heeft gevolgd. Hij schrijft: ,,Steun door de overheid moet ook worden afgewezen om het gevaar van het lieverlee ontstaan van (regionale) staatsmedia te voorkomen. En daarmee is eigenlijk ook iedereen het wel eens.’’ Dat laatste is niet correct. Maar liefst drie van de vijf panelleden (Grashhoff, Pastors en Rootsaert) staan welwillend tegenover overheidssubsidie aan noodlijdende media.