Stem publiek miste in omroepdebat
Op 10 mei jl. vond in Hilversum een door de NVJ georganiseerd debat plaats tussen omroepmedewerkers en -directeuren. Centraal stond de vraag ‘hoe informeert de publieke omroep’, binnen de context van de aangekondigde bezuinigingen op de publieke omroep. Een nobele, eervolle en nastrevenswaardige onderneming. Precies het engagement zoals je dat verwacht binnen het domein van de publieke omroep. Maar, het publiek beoordeelt in de eerste plaats wat kwaliteit is. Durf als maker je publiek uit te nodigen!, vindt adviseur nieuwe media Ouke Arts.
Het bleek vanuit het door de NVJ gekozen vertrekpunt echter buitengewoon verleidelijk om vooral met elkaar te praten over wat kwaliteit is en hoe deze te verbeteren. Om te discussiëren in hoeverre nieuws profilering behoeft. En om te ageren tegen omroepdirecteuren die pakken dragen en dassen strikken. Daar maakten de aanwezige journalisten een fatale vergissing. Zij vergaten heel even dat informatie een zender en een ontvanger heeft. Zij vergaten heel even dat kwaliteit ontstaat in de relatie tussen die zender en die ontvanger. En zij vergaten heel even dat het publiek via zijn politieke keuze allang (indirecte) uitspraken heeft gedaan over die kwaliteit. Deze uitspraken verdienen nader onderzoek: een taak bij uitstek voor de journalist.
Mijn boodschap is daarom: wat kwaliteit is wordt in de eerste plaats beoordeeld door het publiek (en niet door de journalist). Durf dit publiek daarom toe te laten in het eigen debat. Maak de argumenten en afwegingen voor het publiek transparant en biedt de mogelijkheid hierin te participeren. Geen van de aanwezige omroepmedewerkers deed tijdens het debat de suggestie het publiek te raadplegen over de centrale vraag. Geen van de aanwezige omroepmedewerkers deed een voorstel om de miljoenen leden van ledengebonden omroepen te betrekken. Geen van de aanwezige omroepmedewerkers wist door de muren van Beeld en Geluid door te breken.
En dat vind ik zonde. Het publiek is met de introductie van interactieve elementen in mediaproducties zeer goed in staat gebleken zijn of haar stem te laten horen. Zeker, vooral wanneer het gaat over entertainment maar vlak politiek (meedoen aan een poll), geschiedenis (samenstellen van een canon) en onderzoeksjournalistiek (helpen analyseren van grote hoeveelheden data door het publiek) niet uit. Het succes van nieuwe mediavormen is mede gebaseerd op deze interactie en participatie. De rol van journalist die deze inbreng weet te duiden en te doorgronden is onveranderd belangrijk. Durf als maker je publiek uit te nodigen en wie weet wat interactie en participatie opleveren voor efficiëntie, bereik en gepercipieerde kwaliteit.
Ouke Arts (32) werkt voor strategisch adviesbureau Thaesis. Hij adviseert directeuren en bestuurders over de impact van nieuwe media, informatie en technologie op de strategie en het businessmodel van hun organisatie.
Praat mee
2 reacties
ad zonneveld, 14 mei 2011, 10:58
Kop is anglicisme, ontbreekt is goed Nederlands!!
Ouke Pieter Arts, 19 mei 2011, 14:08
Geachte heer Schaepman,
in de eerste plaats dank voor uw reactie, ik heb er met interesse kennis van genomen.
De suggestie dat kijkers en luisteraars partners van makers zijn, juich ik van harte toe. Helaas werd deze suggestie door geen van de aanwezige omroepmedewerkers gedaan, noch werd er ook maar enigzins op gehint. Kijkers en luisteraars zijn daarom pas écht partners als ze door makers als gelijkwaardig aan henzelf worden gezien. Zonder gelijkwaardigheid is er geen samenwerking mogelijk en zonder gelijkwaardigheid ontstaat geen interactie en participatie. Deze minachting door de maker zit hem of haar flink in de weg!
De grootste drempel zit ‘m daarom wat mij betreft niet in het bedenken van concrete samenwerkingsvormen (gemeenplaatsen kunnen ook uitnodigen tot verkenning, nietwaar?). De grootste drempel vormt de mentale kloof die ervoor zorgt dat het aanspreken, uitnodigen en informeren van het publiek - ook wanneer de omroep niet de schijnwerpers bedient maar er middenin staat - maar niet lijkt te lukken. De grootste drempel, kortom, zit ‘m in de gedachte dat een kijker of luisteraar pas bij misstanden zijn of haar stem wil laten horen.
Het lijkt me zeer interessant om in deze bewogen tijden eens te vragen aan de kijker en luisteraar: hoe ziet u de omroep van de toekomst?
Met vriendelijke groet,
Ouke Arts