mgm nvj maart

— dinsdag 10 juli 2018, 16:33 | 0 reacties, praat mee

Staat van onafhankelijke onderzoeksjournalistiek in Nederland: Deel III

Staat van onafhankelijke onderzoeksjournalistiek in Nederland: Deel III
De ontwikkeling van redactiekosten in de afgelopen achttien jaar | SEO Economisch Onderzoek

Eind vorige maand is een aantal onderzoeken naar de staat van onafhankelijke onderzoeksjournalistiek in Nederland gepubliceerd, uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media. De onderzoeken dienen als basis voor gesprekken met de mediasector over toekomstig beleid. Laatste wijziging: 10 juli 2018, 16:40

Het rapport Ontwikkelingen journalistieke infrastructuur 2000-2018 [.pdf] van het Amsterdamse SEO Economisch Onderzoek (SEO) geeft een inventarisatie van de belangrijkste technologische en organisatorische veranderingen met een impact op de journalistiek. Het gaat daarbij om zovel nationale als internationale ontwikkelingen.

Los van zaken als de lancering van Google, YouTube en Twitter vonden er in de afgelopen 18 jaar ook marktconcentraties plaats en verschoven interesses van nieuwsconsumenten, vaak ook door technologische ontwikkelingen zoals smartphones en streaming diensten. De verschuiving van print naar digitaal heeft de concurrentie vergroot: zowel tussen traditionele nieuwsorganisaties onderling en met bedrijven als Facebook en Google.

Tegelijk is het stimuleringsbeleid van de overheid in de periode 2000-2018 niet fundamenteel veranderd, constateert SEO.

Internet
De opkomst van het internet betekende ook een groei van het aantal nieuwsaanbieders, ten koste van traditionele nieuwsaanbieders zoals dagbladen en bijvoorbeeld de NOS. Het monopolie, ook in economisch opzicht, is daarmee verdwenen.

SEO schrijft: ” Binnen de waardeketen van de journalistieke infrastructuur zijn er nu andere spelers die op andere plekken in de keten waarde kunnen toevoegen, denk bijvoorbeeld aan gebruikers die zelf nieuwsvideo’s uploaden of digitale journalistieke initiatieven die de fysieke productie en distributie in de waardeketen overslaan.”

Deze nieuwe partijen concurreren niet alleen rond aandacht van nieuwsconsumenten, maar ook voor de gunst van adverteerders. In het bijzonder Facebook en Google zijn belangrijke concurrenten voor traditionele media, terwijl ze een ander verdienmodel nastreven en geen “primaire bedrijfsmatige interesse in de markt voor nieuws” hebben, aldus SEO. Het aandeel van advertenties in het totale volume van dagbladen daalt tegen die achtergrond sterk.

Een belangrijke ontwikkeling, versterkt door de hiervoor genoemde trend, is de daling in het bereik van de dagbladen in Nederland. Het percentage dagelijkse krantenlezers (van een gedrukt exemplaar van een krant, red.) is vanaf 2004 van ruim zeventig procent (!) gedaald naar minder dan vijftig procent in 2015.

Mede door de afkalving van reclameinkomsten staat de scheiding van commercie en redactioneel onder druk. Het redactiestatuut biedt daar weerstand tegen.

De invloed van de digitalisering hebben impact op alle onderdelen van de journalistiek: de teruglopende leestijd, bezuinigingen op het publieke bestel, het overhevelen van taken van de landelijke naar lokale overheden en een groeiende kloof in de samenleving zijn aantoonbaar aan deze trend te wijten.

Betalingsbereidheid
Een klein lichtpuntje: de betalingsbereidheid voor journalistieke producties neemt toe, zij het tergend langzaam. De kans op het afnemen van betaalde online producten daalt met leeftijd, maar stijgt met inkomen. Wie al gewend is te betalen voor andere online diensten, is ook sneller bereid om online voor journalistiek te betalen.

“Een belangrijke, en nog onbeantwoorde, vraag is of het effect van leeftijd daadwerkelijk toegeschreven kan worden aan leeftijd, of dat het een generatie-effect is. Met andere woorden, daalt de bereidheid om te betalen voor online journalistiek naarmate men ouder wordt, of zullen de millennials over tien of twintig jaar nog steeds bereid zijn te betalen voor online journalistiek. Een tweede nog onbeantwoorde vraag is hoeveel men bereid is te betalen voor content. Alle bestaande studies analyseren bereidheid als een ja-nee vraag, terwijl ook de omvang van de besteding een belangrijke factor is voor verdienmodellen in de journalistieke infrastructuur”, schrijft SEO.

Het Reuters Institute becijferde voor meetjaar 2016 dat, door mensen die daadwerkelijk de portemonnee trokken, gemiddeld vijftig euro aan online producten en diensten werd uitgegeven.

Kosten
De afgelopen achttien jaar kenmerkten zich naast de eerder genoemde technologische effecten door een forse daling van kosten voor dagbladuitgevers. In 2003 gaven bij koepelorganisatie NDP Nieuwsmedia aangesloten dagbladen nog 1,6 miljard euro uit aan redactiekosten. In 2016 was dat meer dan gehalveerd naar 700 miljoen euro.

“Deze daling suggereert dat nieuwsredacties inkrimpen”, stelt SEO droogjes. De gesprekken die SEO voerde voor het rapport bevestigden dat beeld. Investeringen die journalistieke organisaties doen betreffen hoe producten digitaal worden vormgegeven aan nieuwsconsumenten worden aangeboden.

SEO: “De totale kosten zijn onderverdeeld in verschillende categorieën, waaronder: papier, techniek, redactie en administratie. De totale kosten van de redactie zijn in dezelfde periode gedaald van ruim 400 miljoen euro naar ruim 200 miljoen euro. Dit betekent dat het aandeel van de redactiekosten in de totale kosten nagenoeg stabiel is en iets minder dan 30 procent bedraagt.”

Investeringen
Journalistieke organisaties hebben in de afgelopen jaar ook zelf flink geïnvesteerd in technologie, onder meer om journalisten meer direct hun eigen stukken online (of in de krant) te laten zetten. Ook wordt er veel meer gemeten over de gepubliceerde inhoud (clicks en downloads) waarop vervolgens weer beleid wordt afgestemd met regelmatig veranderingen in het redactionele proces.

Populaire content komt veelal automatisch bovenaan de website. SEO: “Ook worden online kranten direct aangepast als artikelen minder of juist vaker worden gelezen. Dit betekent tevens dat er minder redactionele vrijheid bestaat, omdat er dikwijls wordt gepusht vanuit redacties om vervolg te geven aan populaire content. Hierdoor wordt men aantrekkelijker voor adverteerders die vooral in zichtbaarheid en bereik zijn geïnteresseerd.”

Tip de redactie

Logo Publeaks Wil je Villamedia tippen, maar is dat te gevoelig voor een gewone mail? Villamedia is aangesloten bij Publeaks, het platform waarmee je veilig en volledig anoniem materiaal met de redactie kunt delen: publeaks.nl/villamedia

Praat mee

Colofon

Villamedia is een uitgave van Villamedia Uitgeverij BV

Uitgever

Dolf Rogmans

Postadres

Villamedia Uitgeverij BV
Postbus 75997
1070 AZ Amsterdam

Bezoekadres

Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Factuurgegevens

Villamedia Uitgeverij BV
Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Contact

redactie@villamedia.nl

Redactie (tips?)

Chris Helt, hoofdredacteur

Marjolein Slats, adjunct-hoofdredacteur

Linda Nab, redacteur

Lars Pasveer, redacteur

Trudy Brandenburg-Van de Ven, redacteur

Rutger de Quay, redacteur

Nick Kivits, redacteur

Sales

Sofia van Wijk

Emiel Smit

Teddy van der Laan

Webbeheer

Marc Willemsen

Vacatures & advertenties

vacatures@villamedia.nl

Bereik

Villamedia trekt maandelijks gemiddeld 120.000 unieke bezoekers. De bezoekers genereren momenteel zo’n 800.000 pageviews.

Rechten

Villamedia heeft zich ingespannen om alle rechthebbenden van beelden en teksten te achterhalen. Meen je rechten te kunnen doen gelden, dan kun je je bij ons melden.