Spiegel en vergrootglas

De chefs van de buitenlandredacties van Trouw, De Telegraaf en NOS Nieuws merken dat de belangstelling voor ‘buitenland’ toeneemt. Er zijn wel verschillen met vroeger. De belangrijkste verandering typeert Frank van Vliet van De Telegraaf met de beeldende term ‘rugzakcorrespondent’.
Dit is het jaar aan het worden van de chef buitenland. Oekraïne, Syrië, Gaza: het gaat maar door. Ontvoeringen, wreedheden, ebola, militaire machtsverschuivingen, klimaatveranderingen: de redactie buitenland werkt zich een slag in de rondte. De chefs die dit alles bestieren zijn in doorsnee gelouterde vakgenoten die de grote wereld hebben gezien. Op een redactie zijn zij vaak een dukdalf van ervaring en professionele rust. De meeste hypes komen van andere afdelingen.
Intussen merken zij dat de belangstelling voor ‘hun’ buitenland als maar toeneemt, ze trekken steeds meer lezers en kijkers en krijgen meer redactionele ruimte.
Omdat het snelle nieuws is veroverd door internet en sociale media, komt de nadruk bij de traditionele journalistiek ook meer en meer te liggen op duiding, op achtergrond. Vanouds toch al een specialisme van de redactie buitenland.
Wat opvalt: de menskracht op de redactie buitenland en het bijbehorende correspondentennet wordt anders van samenstelling. Aan de aantallen verandert niet zoveel, maar er is een grote verschuiving gaande van vaste mensen naar freelancers.
Het meest opvallende op een tocht langs de chefs buitenland van De Telegraaf, NOS Nieuws en Trouw is echter dat zij, hoe verschillend hun media ook zijn, elkaars werk vrij vlot zouden kunnen overnemen. ‘Buitenland’ bevindt zich op iedere redactie nog steeds in de serieuze hoek van ons oude ambacht.
‘Als je de kranten naast elkaar legt, verschilt de selectie op buitenland niet zoveel’, ziet de chef van Trouw, Wilma Kieskamp (49). Het onderscheid zit vooral in de hoeveelheid en de diepgang van de achtergrondinformatie. Zij werd er dan ook behoorlijk vrolijk van toen ze onlangs uitrekende dat Trouw, inclusief de dagelijkse bijlage De Verdieping, wekelijks tussen de dertig en veertig pagina’s aan buitenland besteedt, vaak meer dan bijvoorbeeld de Volkskrant of NRC.
Omdat bij De Telegraaf pagina 2 nu beschikbaar is voor thematische nieuwsonderwerpen merkt chef buitenland Frank van Vliet (54) dat ook hij meer buitenland kwijt kan. Wel wordt hij ter redactie geregeld geconfronteerd met de vraag of hij ‘nou niet eens iets leuks voor de buitenlandpagina heeft. Vroeger was dat dan iets met dieren, maar daar hou ik niet zo van. Ik ben laatst wel gezwicht voor drie babypanda’s.’ Celebrities als Madonna weten soms ook de buitenlandpagina van De Telegraaf te halen. Maar toen zij onlangs haar speelse toyboy de bons gaf was dat toch meer een specialisme van de pagina Privé.
Dick Jansen (57), chef buitenland van NOS Nieuws heeft nagekeken dat het NOS budget voor correspondenten en reportagereizen in ruim tien jaar gestegen is van 3 naar 4.3 miljoen euro. ‘Wij zitten nu vanaf Kerstmis al in Oekraïne, met steeds verschillende mensen. Ook voor ons is dat ongekend.’
Kieskamp werkt vanaf 1988 bij Trouw. Binnenland, buitenland, De Verdieping, vanaf 2007 was ze chef opinie. En nu sinds april chef buitenland. De belangrijkste vraag die zij zich dagelijks stelt is: ‘Hoe kunnen wij de lezer voldoende informatie geven over ontwikkelingen die invloed hebben op zijn of haar leven. Dan gaat het niet alleen om de grote instituties. Veel belangrijke veranderingen komen tegenwoordig juist van onderop. Lezers van Trouw zijn vaak mensen die zich willen verdiepen: wat maakt dat de wereld in elkaar zit hoe die in elkaar zit? De overtuiging ook dat de wereld groter is dan je eigen domein. En dat geldt ook voor je eigen verantwoordelijkheid.’
Van 1998 tot 2002 werkte ze op de buitenlandredactie met als specialisme Azië. ‘Vergeleken met toen is er nu veel meer integratie tussen buitenland en de rest van het nieuws. Elke redactie was in feite een eiland, er werd veel minder gepland, er was veel meer vrijheid om ad hoc allerlei bijzondere dingen te doen. Maar je kunt ook zeggen: het was soms een zootje, niemand drukte echt een stempel op het totaal.’
‘Nu wordt er overdag veel meer en beter nagedacht over de krant van morgen. Dat betekent wel dat je ’s avonds veel minder flexibel bent om de boel nog om te gooien. Maar we zijn veel beter bezig met de vraag: hoe bedienen wij de lezer. Wat kunnen wij nog toevoegen aan alle informatie die de lezer toch al bereikt. Ook mijn moeder van 74 heeft een iPad en kijkt op NU.nl. Door die ontwikkeling is onze diepgang vergroot.’
‘In mijn tijd op buitenland tikte je rustig een stuk van tweeduizend woorden en dacht je dat de lezer dat ook wel volhield. Áls je je dat al afvroeg. Nu ben je per onderwerp veel meer bezig met de vraag: hoe bereik je de lezer op een goede manier.’
Ook Trouw merkt dat de assertiviteit van de lezer aanmerkelijk is toegenomen. Deze betrokkenheid, maar je kunt ook zeggen ‘de lezer pikt steeds minder’, concentreert zich momenteel rond een emotioneel onderwerp als Gaza. Kieskamp: ‘Onze abonnees zijn van oudsher erg begaan met Israël, maar ook bij ons zijn de lezers nu verdeeld. Vergeleken met vijftien jaar geleden is de druk toegenomen. De buitenlandredactie krijgt per mail al snel verwijten. Volgens de een zijn we pro-Palestijns, volgens anderen juist pro-Israël. Dat komt ook omdat het nieuws is veranderd: vroeger was Israël een soort ‘buurland’. Dat is veranderd. Het nieuws speelt zich minder in Israël zelf af, en meer in de bezette Gaza-strook.’
De imposante glazen hal van het Telegraaf-gebouw symboliseert de toegenomen openheid van de grootste krant van Nederland. Vele jaren was de Telegraaf-redactie een bolwerk, afgesloten van de boze buitenwereld. Nu praat chef buitenland Frank van Vliet op vrolijke toon over het sfeerverschil tussen de pagina buitenland en de pagina Privé. ‘Dat kunnen wij niet, mijn redactie schrijft anders. Wij moeten de Privé-stijl niet willen nadoen. Ook onze lezers verwachten een serieuze buitenlandpagina. Maar er is een belangrijk verschil tussen serieus en gortdroog. Daar proberen wij tussenin te zitten. Wij doen op buitenland natuurlijk wel wat bij ons hoort: er bovenop willen zitten. Er altijd en snel bij willen zijn. Twee jaar geleden schreven wij echt geen letter over de Oekraïne. Moet je nu zien. Daarbij is ook bij ons meer nadruk komen te liggen op uitleg, op achtergrond. Maar het grote nieuws gaat toch vooral over incidenten.’
Van Vliet begon in 1980 als geboren Zaankanter bij het dagblad De Zaanlander, dat dapper concurreerde met De Typhoon. Daar leerde je het vak wel. Daarna werkte hij voor De Telegraaf als correspondent in Praag/Boedapest, Tel Aviv, Londen en New York. Man van de wereld, die leeft voor ‘buitenland’. ‘Wij doen nu ook meer aan buitenland, zeker bij grote incidenten. Toen ik in 2000 in Israël zat en Gaza stond in de brand, dan openden wij rustig met het pakje sigaretten dat duurder werd. Dat is nu anders, maar in onze koers zie ik niet zoveel verschil. De Telegraaf is een krant waar zo weinig mogelijk vergaderd wordt. De buitenwereld ziet De Telegraaf vaak als een vooropgezet plan, maar die verhalen over campagnejournalistiek zijn zwaar overdreven, wij beginnen iedere dag weer gewoon opnieuw.’
De belangrijkste verandering in de buitenlandjournalistiek typeert Van Vliet met de beeldende term ‘rugzakcorrespondent’. ‘Die jongens zijn nu freelancers en werken voor meerdere opdrachtgevers. Ze moeten van alles tegelijk doen: Twitter, Facebook, internet, filmpjes. Dat geeft ook de spanning: maak ik vier snelle stukjes of neem ik de tijd voor het langere verhaal? Toch ook het laatste. Het blijven idealisten. Maar ze gaan niet meer met de taxi naar het vliegveld, maar met de nachtbus.’
‘De kwaliteit van de rugzakcorrespondent hoeft zeker niet minder te zijn, ze zijn vaak wel onervarener. En ze hebben er soms moeite mee een bepaalde gebeurtenis te plaatsen in de historie en in de wereldpolitiek.’
De ervaren rot bekijkt deze vaak uit nood geboren werkwijze met een zekere vertedering. ‘Wij hebben nu een nieuwe jongen in India en die wilde op reis. Wat gaat dat kosten, vroeg ik. Hij zei: 25 euro voor het hotel, 7 euro voor de trein. Waar hebben we het over? Ze zitten niet meer in de bar van Hilton.’
Ongeveer een jaar geleden zat de Rusland-correspondent van NOS Nieuws, David Jan Godfroid, aan deze zelfde tafel de nabije toekomst door te nemen met zijn chef, Dick Jansen. ‘Godfroid twijfelde eraan hoe lang hij daar nog moest blijven, want wat gebeurde er nu eigenlijk.’ Kortom: niets is veranderlijker dan het wereldnieuws. Maar voor wij ons hierin verder verdiepen wil Jansen een algemeen statement kwijt: ‘De NOS is van en voor iedereen van 4 tot 104. Voor al die mensen willen wij een spiegel zijn en een vergrootglas, van onze en van andere samenlevingen. Een spiegel van wat er in de wereld gebeurt en hoe dat in elkaar zit. Maar er zijn nieuwsgebeurtenissen die wij zo belangrijk vinden dat wij die eruit lichten: dan zijn wij een vergrootglas.’
Jansen zit bijna dertig jaar in het vak. Van 1991 tot 1997 werkte hij voor diverse kranten en omroepen in Chicago en Boston. Sinds 1997 werkt hij bij de NOS in verschillende functies, vanaf 2012 als chef buitenland. Hij kan je inmiddels wel vertellen waaraan een goed nieuwsverhaal moet voldoen: ‘Het neemt je mee. Het vertelt iets dat je interesseert omdat het appelleert aan iets waarover je nadenkt. Het maakt meteen duidelijk waarom je dit moet weten. En het maakt een koppeling met jouw leven, jouw werkelijkheid.’
‘Sander van Hoorn interviewt in Erbil een Koerdische Nederlander die meevecht tegen de Islamitische Staat. Hij weet dat hij ook vecht tegen Nederlandse jongens van IS die hijzelf kent. In helder Nederlands legt hij uit voor welk ideaal hij staat. Op zo’n moment komt een complex probleem heel dichtbij. Daar vechten Nederlandse jongens aan beide kanten. Het wordt verteld door een Nederlandse jongen die je ook hier bij de supermarkt kunt tegenkomen: dan zit je als kijker op het puntje van je stoel.’
De grootste verandering waarmee ook Jansen te maken heeft is de grote omloopsnelheid van het nieuws. ‘Vroeger zei Wim Kok wat, Ruud Lubbers reageerde daarop en dat hield elkaar een paar dagen bezig. Nu is het hele item weg in een halve dag.’
Betekent dit ook in de buitenlandjournalistiek dat de foutkans toeneemt? ‘Dat is een van onze zorgen. Je ziet in Oekraïne dat onze mensen gewoon zeggen dat ze iets niet weten. Dat is ook je publiek serieus nemen. Vroeger zou je dat in ons vak minder snel doen. Toen wisten wij nog alles.’
Praat mee
1 reactie
Jacqueline Wesselius, 11 september 2014, 23:51
Goed verhaal. Denk dat het de ontwikkeling wel redelijk weerspiegelt. En zo doet Villamedia tenminste ook weer eens iets aan buitenland… ;-)