Schrokken
Columnist Yves Desmet is hoofdredacteur van De Morgen
Het is een bekend fenomeen: de dagen na een nationaal drama, zoals de moorden in het kinderdagverblijf in Dendermonde, kunnen er niet genoeg riemen krantenpapier aangesleept worden om alle verhalen op te schrijven. Krantenwinkels draaien overuren om de kooplustigen te kunnen bedienen. Oplages pieken.
Na enkele dagen komt dan onvermijdelijk de reactie: bij Pauw & Witteman kwam de burgemeester van Dendermonde vertellen dat de media ‘gieren’ waren, onder meer omdat ze terrassen hadden afgehuurd om de begrafenisplechtigheden beter te volgen. Tot op heden heeft echter nog niemand kunnen ontdekken welk medium en welk terras dat dan geweest is.
In het zog volgen, vaak niet gehinderd door enige kennis van feiten, de zelfverklaarde mediacritici, vaak oud-journalisten die leven onder het motto ‘in mijn tijd was het veel beter’, die het allemaal te veel, te emotioneel, te sensatiegericht, te weinig relevant – schrappen of aanvullen naar keuze – vonden. In ieder geval té.
Was er deontologisch dan veel aan de hand? Niet echt. In de allereerste uren van de chaos verschenen wat verkeerde feiten op enkele websites, maar in de gedrukte kranten stond daags nadien eigenlijk op een detail na niets wat niet klopte. Werden er oneigenlijke methodes gebruikt om informatie te krijgen? Nee, iedereen volgde braaf de officiële communicatie en praatte alleen met wie wou praten.
Daar houdt het mee op, de rest is een kwestie van smaak.
Persoonlijk vond ik 18 pagina’s in een kwaliteitskrant ook wat te veel van het goede, en ergerde ik me blauw aan foto’s van de getroffen ouders die paginagroot de voorpagina van de populaire kranten sierden, maar dat is een subjectief en persoonlijk oordeel, geen deontologische fout van de betrokken kranten.
De dynamiek is een beetje vergelijkbaar met ons gedrag bij McDonald, vrees ik.
Soms hebben we gewoon de behoefte om te schrokken, onze informatienood plat te slaan met een overdosis, waarvan we eigenlijk weten dat het niet echt goed voor ons is.
En na een tijdje komt dan het schuld- en schaamte¬gevoel, de belofte dat we het niet meer zullen doen en het afwentelen van onze schrokzucht op de leverancier van de vette hap, die zijn werk niet naar behoren zou hebben gedaan. Het tegendeel lijkt me dichter bij de waarheid: ze hebben hun job eigenlijk heel goed gedaan.
Praat mee