Scholing
Dit nummer is niet de meest vrolijke uitgave die we ooit hebben gemaakt. Het gaat over de arbeidsmarkt voor journalisten. En hoe je ook telt en turft, vrolijk word je er niet van. Het dieptepunt mag dan in 2013 zijn bereikt, dit jaar blijven we wel stevig op dat lage niveau zitten. Met een hele goede loep is te zien dat het ietsje minder slecht gaat.
Het doet arbeidseconoom Ronald Dekker verzuchten: ‘Je vraagt je af waarom die mensen niet stoppen. Als je kunt schrijven en een HBO-opleiding gedaan hebt, zijn er genoeg andere velden om in te werken. Maar dat moet je wel willen. Als het je droom is om journalist te worden of te blijven, dan moet je dat vooral najagen. Maar stel je er wel op in dat het geen vetpot wordt.’
Aan de ene kant lijkt mij dat advies van Dekker zo gek nog niet: doe wat je leuk vindt ook als het salaris niet top is. Aan de andere kant is het op de lange termijn voor de branche niet goed. In bijvoorbeeld het onderwijs heb je gezien dat slechte betaling leidt tot vertrek van talent. En tot daling van de kwaliteit. In die branche werken nog heel veel mensen met passie voor het vak, maar als je het uitrekent, zijn ze eigenlijk knettergek.
Ze doen ingewikkeld en zwaar werk voor weinig geld.
Maar het is de realiteit dat ook de journalistiek is veranderd. En dus vraagt dat om aanpassingen. De eisen die aan journalisten worden gesteld veranderen snel, leert een analyse van de vacatureteksten. Wie stil zit, vermindert zijn kansen op de arbeidsmarkt helemaal.
Gelukkig nemen de mogelijkheden voor her- en bijscholing toe. De overheid stelt 7,5 miljoen euro beschikbaar voor bijscholing, coaching en werk-naar-werk-trajecten. Werkgevers leggen daar hetzelfde bedrag bij. Het zou mooi zijn als daarmee her- en bijscholing veel hoger op de agenda komt te staan. Het klopt niet dat journalisten zo weinig aan hun eigen ontwikkeling doen. En we kunnen het ons ook niet meer veroorloven gezien de slechte arbeidsmarkt.
Praat mee