Ruimere uitleg bronbescherming
De Hoge Raad heeft onlangs in een arrest een ruime uitleg gegeven aan journalistieke bronbescherming bij getuigenverhoren. Dat recht geldt niet alleen voor de journalist die zélf naar zijn bronnen wordt gevraagd, maar ook voor getuigen in een procedure waarin de journalist wordt aangesproken. Zo is te lezen bij Media Report. In deze zaak was een gemeenteraadslid van de gemeente Arcen en Velden een procedure gestart tegen Dagblad de Limburger. Het raadslid werd door medebewoners van het appartementencomplex waar hij woont als ‘psychologisch terrorist’ betiteld.
Dagblad De Limburger noteerde dat in de krant. De ambtenaar eiste een vergoeding omdat hij zich in zijn persoonlijk integriteit voelde aangetast. De Limburger kon voor de rechtbank bewijzen dat meerdere bewoners het gemeenteraadslid ‘psychologisch terrorist’ hadden genoemd. Een medebewoner werd door De Limburger opgeroepen te getuigen. Na het bevestigende antwoord wil het raadslid weten wie dat dan precies zou hebben gezegd. De Limburger maakt daar bezwaar tegen. Als de getuige die namen zou noemen, zou dat leiden tot openbaarmaking van de bronnen waarop De Limburger zich had gebaseerd.
De rechter oordeelt dat de getuige zelf geen verschoningsrecht heeft, hij is immers geen journalist. Maar als deze medebewoner de vraag van het gemeenteraadslid zou beantwoorden, zou dat er naar alle waarschijnlijkheid toe leiden dat de identiteit van de bronnen van De Limburger bekend worden. Hoewel deze identiteit dan niet zou zijn onthuld door de journalist, heeft het de facto toch bekend raken van de identiteit van de bronnen mogelijk een verkillend effect op de vrijheid van meningsuiting.
Praat mee