Rohingya willen 150 miljard schadevergoeding van Facebook
Een groep van Rohingya-vluchtelingen is in het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten een rechtszaak begonnen tegen Meta, het moederbedrijf van Facebook. Centraal staat de beschuldiging dat haatzaaien tegen Rohingya op Facebook een cruciale rol speelde in geweld en de gedwongen vlucht van honderdduizenden mensen.
De groep eist 150 miljard dollar aan compensatie, naast een eventueel nog andere toe te wijzen schadevergoeding. Dat meldt CNN op basis van rechtbankdocumenten waar het inzage in heeft gehad.
Uit angst voor represailles in Myanmar (waar rond een miljoen Rohingya in provincie Rakhine woonden) zijn de aanklagers anoniem. Facebook-algoritmes zouden de geweld en haat tegen de moslimminderheid in het land hebben aangewakkerd en het bedrijf zou laks zijn geweest in het verwijderen van haatzaaiende posts en accounts.
Honderdduizenden mensen sloegen op de vlucht naar het buurland Bangladesh. Klokkenluider Frances Haugen belichtte dat de systemen die Facebook bouwde om haatzaaien en desinformatie te beperken vooral zijn gericht op grotere talen als Engels en Frans.
Facebook zou wat dat betreft vooral accountant spelen, stelde Haugen: elke nieuwe taal kost geld maar bedient een relatief kleine groep Facebook-gebruikers. “De economische rechtvaardiging ontbreekt om in deze delen van de wereld Facebook net zo veilig te maken.”
Juridisch experts schatten de kansen van de rechtszaken niet bijster hoog in. Hoogleraar Josh Davis van de University of San Francisco School of Law wijst er bij CNN op dat onder Amerikaans recht een ‘class action’ rechtszaak of groepsvordering alleen wordt toegekend als een schending van algemeen belang wordt bewezen.
Gezien de uiteenlopende ervaringen van vluchtelingen in Myanmar is het volgens Davis lastig voor te stellen dat zulk bewijs eenvoudig te leveren is. De aanklacht vraagt verder om Meta aan te klagen onder Myranmarese wetgeving, dat geen bijzondere uitzondering bevat voor de aansprakelijkheid van sociale mediabedrijven voor activiteiten van gebruikers. Meer bij CNN
Praat mee