word studentlid

— donderdag 27 mei 2021, 08:12 | 0 reacties, praat mee

Rechtbanktekenaar Petra Urban: De mens is een constructie

Haar tekeningen roepen bewondering en vrees op, zo realistisch zijn ze. Petra Urban zegt een interpretatie te geven van wat ze in de rechtbank ziet. ‘Ik teken geen monsters maar mensen.’ Laatste wijziging: 5 september 2023, 13:46

Houding van de tekenaar is licht voorover gebogen, linkerhand soms steun zoekend op het houten tafelblad, dan weer met het lichaam achterover leunend in rood beklede stoel. Zwarte bril, zwart stevig krullend haar, bloedrood gestifte volle lippen, die licht van pijn vertrekken maar ook kunnen wijken voor een lach. Kleding: doorschijnende maillot, parmantig jurkje en nonchalant vallend vest, stofuitdrukking mohair. Kleding rood en met ruches en plooitjes. Volbehangen woonkamer is overheersend rood, donkere muren, 19de eeuwse bohemiensfeer. Algemene schetsontwikkeling van geïnterviewde: voortdurend onrustig, maar opvallend aandachtig. Donkere ogen die niet loslaten.

Petra Urban (49) ontvangt me in haar bescheiden portiekwoning aan de rand van het Amsterdamse centrum, waar ze met een van haar twee dochters woont. Ze neemt voor het vraaggesprek alle tijd, serveert thee met zelfgebakken koek. Maar eerlijk, laat ze al snel weten, ze had liever ergens anders willen zijn, in de Bunker om precies te zijn. Dezer dagen speelt zich er het Marengo-proces af. ‘Ik heb er behoorlijk de smoor in’, zegt ze aan het begin. Een nieuwe hernia-aanval houdt haar gedwongen thuis. Een operatie dreigt, het zou de derde zijn in de rij.

Haar rug was al kwetsbaar, maar het lange en verkrampte zitten in rechtszalen heeft haar lichaam extra beproeft. Op de eerste dag van het proces kon ze nog aanwezig zijn, het leverde haar twee tekeningen en een schets op. Veel te weinig. Nu zit ze noodgedwongen thuis of bezoekt ze specialisten. ‘Ik moet het accepteren’, zegt ze op dappere toon, ‘maar dit soort processen zijn de krenten in de pap.’ In het vervolg van het gesprek doet ze over dit tere onderwerp een beroep op haar zwijgrecht.

Corona heeft het werken nog moeilijker gemaakt. Kijken vanuit onmogelijke posities werd een opgave. Haar lichaam wrong zich in bochten om verdachten te kunnen observeren. Er zijn plastic schermen geplaatst, net als zitplaatsen achterin de zaal, waardoor de afstand tot de betrokkenen zelfs voor een geoefende tekenaar bijna onoverbrugbaar is. Urban besloot bij een antiekhandelaar een bijzondere aanschaf te doen. Met een ouderwetse toneelkijker tuurt ze voortaan naar het gerechtelijke schouwspel. ‘Alleen scherpstellen, inzoomen kan niet’, zegt ze lachend over haar vondst. ‘Zonder dat ding had ik helemaal niet kunnen tekenen.’

Urban behoort al veertien jaar tot het gilde van de rechtbanktekenaars. Ze werkt voornamelijk voor Panorama en De Telegraaf, waarvoor ze samen met Saskia Belleman alle grote zaken verslaat. Als kunstenaar in de journalistiek beschikt ze als een van de weinigen over een perskaart. ‘Ik voel me journalist en werk en denk ook zo. Mijn mening hoort in een tekening niet thuis, wel mijn waarnemingen, de optelsom van gedragingen. Dat is een journalistieke toevoeging aan het verhaal.’ Tekenaars zijn de enigen die een beeld mogen schetsen van verdachten, rechters en officieren van justitie. De regels verbieden de aanwezigheid van fotografen.

Haar oma voorspelde al vroeg de loopbaan van haar kleindochter. Ze wees eens op een rechtbanktekening in De Telegraaf. ‘Dat kan jij later ook’, wist ze zeker. Kleine Urban tekende eerder dan ze kon lopen. Haar moeder wist zich te herinneren dat ze zelfs met de inhoud van de luier kon schetsen. Petra begon als een bezetene te tekenen, alles en iedereen om haar heen. Op Koninginnedag maakte ze portretten die ze voor weinig verkocht. ‘Ik hield ervan om mensen te tekenen die zich onbespied waanden’, vertelt ze. ‘Iets wat ik nog steeds fascinerend vind.’ 

Het lijkt het begin van een kalme, gelukkige jeugd. Maar het werd een roerige periode, waarin onvoorwaardelijke loyaliteit voorkwam dat ze met haar rotzooiende ouders brak. Haar moeder was vaak ziek en alcoholverslaafd. Haar vader liep bij moeder en vier kinderen weg, toen Urban 10 jaar oud was. Kleine Petra bracht haar jongste jeugd grotendeels door in de Bijlmer, maar woonde uit nood tijdelijk bij haar grootouders in Friesland. Later vertrok ze met haar moeder opnieuw naar Friesland, op zoek naar rust. De situatie werd alleen maar erger. De Kinderbescherming greep in: op haar vijftiende werd Petra opgevangen in een pleeggezin.

Urban gaat verzitten en zegt. ‘In die periode heb ik leren houden van mensen die niet lief zijn. Dat is de trouw aan mijn ouders. Ik denk dat ze ook van mij hielden.’ Ze heeft geleerd niet te snel een oordeel over anderen te vellen. In de rechtbank neemt ze slechts waar, gedragingen en microbewegingen die iets over de gemoedstoestand van een verdachte verraden. Gelukkig is het aan de rechter om een vonnis te vellen.

De ontwrichte jeugd wakkerde bij haar aandacht aan voor goed en kwaad. Ze begon te zoeken naar logica in slechte omstandigheden. ‘Door mijn eigen ervaringen begrijp ik situaties vaak beter. Affectieve verwaarlozing kan de oorzaak zijn van een verstoorde jeugd, waaruit veel naars kan voortkomen’, doceert ze. Zelf is haar dat bespaard gebleven. Het stelen van een paar zoete schuimblokken op de markt is haar grootste vergrijp. ‘Over het algemeen ben ik heel gezagsgetrouw.’

In de rechtbank kan ze gruwelijke details aanhoren, van een afschrikwekkende moordenaar of verkrachter, maar ze is stellig als ze zegt wie ze dan voor zich ziet: ‘Een mens, geen monster!’ Ze herhaalt de zin terwijl ze beide handen op het tafelblad plant. ‘Het is iemand van vlees en bloed, een mens, met een schedel en eens geboren met haartje zoals iedereen. Dat plastische van die mens probeer ik op mijn manier tot leven te wekken. Het is mijn interpretatie van wat ik zie. En ik zie geen monster!’

Op de tafel maakt poes Geertje zich geschrokken uit de voeten. Dochter Lucia komt nieuwsgierig kijken en volgt het tafereel vanaf de bank. Urban zoekt ter ontspanning de rugleuning van haar stoel. Ze noemt het voorbeeld van een dementerende vrouw die haar verstandelijk gehandicapte dochter ombracht. Het verhaal is schrijnend, de tekening maakt het eerlijker, betoogt ze, zeker als een advocaat een arm om de verdachte heenslaat. ‘Dát was het beeld’, zegt ze. ‘Het maakte de zaak ineens veel menselijker. Het komt dichtbij, ze had je oma kunnen zijn.’

Ze noemt het een parade van de mensheid die in de rechtszaal verschijnt. Natuurlijk, er zijn ook confrontaties met ‘lege’ mensen, zoals ze die noemt, zoals met tramschutter Gökmen T. of de moordenaar van Anne Faber. Die vragen veel van haar. Urban: ‘En toch probeer ik te ontdekken wat voor leven er in dat hoofd zit. Er moet toch iets zijn? Het zijn per slot van rekening ook mensen. Ik probeer eerst de binnenkant van iemand te pakken.’ Aan de overkant van de tafel ziet ze een niet-begrijpende blik. De woorden zijn niet toereikend, ze staat op om haar iPad Pro te pakken, waarmee ze al haar tekeningen maakt.

Een compact college volgt. ‘De mens is een constructie’, begint ze. Een wat? Urban lacht de onnozele vraag weg. Ze debiteert kennis die ze op de kunstacademie Minerva in Groningen in anatomische lessen heeft opgedaan. Geen lichaam of gezicht ontkomt aan haar scherpe observaties. Neus, oogopslag, houding, kleding, schaduwwerking, sfeer – alles is relevant. Ze neemt me aandachtig op terwijl ze het scherm van de iPad naar me toe draait. De pen beweegt rap over het glas. Haar ogen blijven gericht op het menselijk object vóór haar. ‘Ik zie nu een omhulsel van botten en spieren.’ Neuriënd beschrijft ze haar handelingen: ‘Daar is je neus, zo staan de ogen, kijk die interessante lijn die daar zomaar wegloopt!’ Urban schetst me binnen een minuut. Vanachter haar iPad, ondersteboven.

Het is een misvatting dat ik verdachten met mijn tekeningen wil straffen.

Ze is een bewonderde en gevreesde tekenaar. Ze tekent als een fotograaf, zo snel en zo realistisch. Haar tekeningen kunnen foto’s zijn, voor de één reden voor bewondering, voor de ander reden voor een klacht. In 2014 wist advocaat Benediqt Ficq een tekening geblurd in de krant te krijgen. De moeder die haar kinderen en zichzelf om het leven wilde brengen bleef onherkenbaar. ‘Maar het is geen foto’, zegt Urban. ‘Het is mijn interpretatie van die vrouw. Het is een misvatting dat ik verdachten met mijn tekeningen wil straffen.’

Urbans dagen zijn gevuld met verhalen van menselijke ontsporingen, dikwijls uitgedrukt in gruwelijke details: lichamelijke verminkingen, martelstoelen, verwrongen kinderwagens en bebloede scheermesjes. Zoals het verhaal van de moeder die haar beheersing verloor en haar eigen onhandelbare dochter met een kledingmesje doodstak. ‘Dat deed me wel iets, als moeder’, zegt ze. ‘Ik voel de pijn dat je je kind moet missen.’ Dochter Lucia knikt. Haar moeder brengt dit soort verhalen sporadisch mee naar huis. En als het dan gebeurt? Lucia: ‘Oh mam, nee hoor, zeg ik dan, geen details alsjeblieft. Ik heb ook een vreselijke dag gehad.’

Urban zelf zegt een filter te hebben voor de vreselijke dingen die ze hoort: ‘Het is niet mijn pijn, spreek ik mezelf dan toe.’ Het helpt ook als ze op de terugweg in de auto met Saskia Belleman rechtszaken nabespreekt. Thuis is ze het kwijt en wordt ze weer onderdeel van haar eigen, veilige verhaal, met dochter en poes in de als een rode salon ingerichte woonkamer. Een stampvol gevulde boekenkast en wanden vol vogels, vlinders en lijstjes geven haar beschutting, zeker in deze dagen van lichamelijk ongemak.

Tussen de schilderijen en tekeningen kijkt een vrouw vriendelijk de kamer in. Urban loopt er op af en tilt haar van de muur. ‘Mijn moeder’, zegt ze, als ze tekening toont. ‘Eind 2019, vlak voordat corona uitbrak, is ze overleden. Ik heb haar geportretteerd, uit mijn hoofd en een beetje met behulp van oude foto’s. Ze was een vrouw met vele gezichten, ik heb er maar eentje getekend. Ze blijft mijn moeder, een mens, wat ik ook met haar heb meegemaakt.’

 

Petra Urban (Amsterdam, 1972)
Opleiding: 1995 Studie afgerond Academie ­Minerva Groningen, richting Illustratie en Grafiek.
Opdrachtgevers: AD Utrecht, SBS (Hart van Nederland), Panorama en De Telegraaf. Werkt vaak samen met rechtbankverslaggeer Saskia Belleman van De Telegraaf.
Privé: Urban heeft twee dochters, Rosa en Lucia, en een relatie met Radio 1-presentator Jurgen van den Berg.

Tip de redactie

Logo Publeaks Wil je Villamedia tippen, maar is dat te gevoelig voor een gewone mail? Villamedia is aangesloten bij Publeaks, het platform waarmee je veilig en volledig anoniem materiaal met de redactie kunt delen: publeaks.nl/villamedia

Praat mee

Colofon

Villamedia is een uitgave van Villamedia Uitgeverij BV

Uitgever

Dolf Rogmans

Postadres

Villamedia Uitgeverij BV
Postbus 75997
1070 AZ Amsterdam

Bezoekadres

Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Factuurgegevens

Villamedia Uitgeverij BV
Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Contact

redactie@villamedia.nl

Redactie (tips?)

Chris Helt, hoofdredacteur

Marjolein Slats, adjunct-hoofdredacteur

Linda Nab, redacteur

Lars Pasveer, redacteur

Trudy Brandenburg-Van de Ven, redacteur

Rutger de Quay, redacteur

Sales

Sofia van Wijk

Emiel Smit

Teddy van der Laan

Webbeheer

Marc Willemsen

Vacatures & advertenties

vacatures@villamedia.nl

Bereik

Villamedia trekt maandelijks gemiddeld 120.000 unieke bezoekers. De bezoekers genereren momenteel zo’n 800.000 pageviews.

Rechten

Villamedia heeft zich ingespannen om alle rechthebbenden van beelden en teksten te achterhalen. Meen je rechten te kunnen doen gelden, dan kun je je bij ons melden.