Recensie: een jaar lang bij de PKK

Geschiedenis wordt geschreven door de overwinnaars – en journalistiek is een eerste schets van die geschiedenis. Als journalisten krijgen we vaak pas toegang tot conflicten als er een westerse macht bij betrokken is en we embedded mee kunnen, of als er sprake is van een ‘failed state’ – mits de veiligheid het toe laat. Conflicten van minderheden tegen autoritaire, niet-westerse regimes blijven grotendeels buiten beeld.
De oorlog die de Turkse regering in 2015 tegen haar Koerdische bevolking en de PKK in oost-Turkije voerde, is zo’n conflict. Journalist Fréderike Geerdink woonde in Diyarbakir en schreef erover, maar werd door de Turkse autoriteiten het land uitgezet. Ze kreeg het voor elkaar om in noord-Irak een jaar mee te lopen met de PKK, dat op Europese en Amerikaanse lijsten van terroristische organisaties staat, maar ook meevecht met de westerse coalitie in de strijd tegen ISIS.
Tien weken volgt Geerdink, kameraad Avasîn is haar ‘nom de guerre’, met andere kameraden een intensieve taalcursus in een kamp ergens in de bergen. Helaas houdt voor ons als lezer het avontuur gelijk daarna op. In hoofdstuk drie neemt de journalist het over en gaan we van interview naar interview. We maken kennis met interessante personages, zoals de 18-jarige Rojda die haar album laat zien met foto’s van kameraden – ze heeft er bloemetjes en hartjes bij getekend – en vertelt dat ze bijna allemaal zijn gesneuveld. Maar we blijven nooit lang genoeg om hen te leren kennen.
We krijgen les in de filosofie van de PKK. Vechten voor een eigen Koerdische natie blijkt niet het doel te zijn van PKK’s grondlegger Abdullah Öcalan. Het doel is het omverwerpen van het kapitalistische systeem, dat rust op patriarchale waarden. ‘Het kapitalisme zet mensen tegen elkaar op in plaats van hen samen te brengen’, schrijft Geerdink. We moeten terug naar vrouwelijke waarden als gemeenschapszin. Wie enige tijd met de auto door een kapotgeschoten land als Irak heeft gereden, kan alleen maar beamen dat het Midden-Oosten gebaat zou zijn bij een betere man-vrouw verhouding. (Zelf verzuchtte ik regelmatig op mijn reizen door het gebied: ‘Jongens, stop nou eens met pistolen spelen, ga wat dóen’.)
Waar het mis gaat, is als Geerdink meent ons als alwetende verteller te moeten bijpraten en tegelijk de PKK als kritische journalist te moeten ondervragen. Op het ene moment legt ze de lezer de keuze van de PKK uit, om vervolgens kritische vragen te stellen aan co-leider Cemil Bayık over de gevolgen van die beslissing. Dompelen we ons nu een jaar lang onder of blijven we aan de zijlijn staan en stellen we dan ook echt kritische vragen?
Het is bijzonder en belangrijk dat Geerdink zo de diepte is ingegaan. Maar het vergt een stevige redacteur die de journalist die terugkomt van zo’n tocht helpt om perspectief te kiezen. Of had de uitgever haast, omdat nu ISIS verslagen lijkt, de westerse nieuwskaravaan alweer verder trekt?
Fréderike Geerdink: Dit vuur dooft nooit. Een jaar bij de PKK. Uitgeverij Spectrum, ISBN 9789000353552,304 pagina’s, €19,99
Praat mee