Publieke omroepen hebben tot 1 september om betrouwbaarheid te bewijzen

De publieke omroepen hebben tot 1 september de tijd om aan het Commissariaat voor de Media (CvdM) te bewijzen dat ze voldoende betrouwbaarheid waarborgen in de totstandkoming van hun media-aanbod. Dat blijkt uit een mail die Villamedia heeft ingezien.
Dat de waakhond, die onder meer toezicht houdt op de naleving van de Mediawet en de Wet op de vaste boekenprijs, het onderzoek had ingesteld werd eind juli al bekend. Veel inhoudelijke details over het onderzoek werden echter nog niet genoemd.
In de mail zegt het CvdM dat het onderzoek twee doelen dient:
1. Beter inzicht in de borging van de onafhankelijkheid van (de totstandkoming van) journalistiek media-aanbod door landelijke publieke media-instellingen.
2. Beter inzicht in de borging van de waarheidsgetrouwheid van journalistiek media-aanbod door landelijke publieke media-instellingen.
In het kader van het onderzoek moeten omroepen verschillende deelvragen beantwoorden. Bijvoorbeeld; ‘Welk beleid hebben landelijke publieke media-instellingen om de betrouwbaarheid van (de totstandkoming van) journalistiek media-aanbod te waarborgen?’
Maar ook: ‘Hoe geven personen werkzaam bij en voor landelijke publieke media-instellingen in de praktijk invulling aan het beleid? En op welke manier toetsen landelijke publieke media-instellingen of hun beleid wordt nageleefd door de personen op wie dit van toepassing is?’
Verschil tussen meningen en feiten
Daarnaast wil het CvdM met het onderzoek te weten komen, hoe de instelling in kwestie omgaat met ‘de verbondenheid tussen personen werkzaam bij en voor de landelijke publieke media-instelling en de buitenwereld’, hoe de scheiding tussen redactie en directie geregeld is en hoe er in journalistiek media-aanbod verschil wordt aangebracht tussen beweringen, meningen en feiten.
Ook is men nieuwsgierig naar de manier waarop de bewuste instelling instaat voor het verifiëren en controleerbaar maken van informatie voor het publiek. En naar hoe deze media-instelling transparantie over de werkwijze bij de totstandkoming van journalistiek media-aanbod borgt.
Wie opgeroepen wordt om deel te nemen aan het onderzoek moet bovendien ook een overzicht van zijn beleid overhandigen. Bijvoorbeeld over het hanteren van redactiestatuten, specifieke regelingen, procedures of een overzicht van de governance van de organisatie.
Naast dit informatieverzoek wil het CvdM ook gesprekken voeren met publieke media-instellingen en de NPO en wordt er een vragenlijst uitgezet onder werknemers van landelijke publieke media-instellingen.
NVJ: Opmaat naar wettelijke verplichting
Thomas Bruning, algemeen secretaris van de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ), reageert positief op dit onderzoek.
“Wat ons betreft is dit onderzoek de opmaat naar een wettelijke verplichting voor alle publieke omroepen om een redactiestatuut te gaan hanteren voor hun volledige journalistieke programmering. Daar pleiten wij al langer voor.”
“Een dergelijk statuut, inclusief de benoeming van een journalistiek hoofdredacteur per omroep, kan bijdragen aan daadwerkelijke onafhankelijke redactionele programmering, zodat omroepverenigingen of hun directies en besturen geen vinger in de pap hebben bij de inhoud van de programma’s”, aldus Bruning.
Afronding in 2023
Het onderzoek moet in het eerste kwartaal van 2023 afgerond zijn. Dat het onderzoek wordt uitgevoerd heeft voor een deel te maken met de bevindingen van de NPO-ombudsman ten aanzien van het functioneren van omroep Ongehoord Nederland (ON).
Volgens de ombudsman heeft ON de Journalistieke Code van de NPO geschonden en onder andere bijgedragen aan het verspreiden van aantoonbaar onjuiste informatie.
Omdat andere omroepen de code eveneens schenden, zij het in mindere mate, krijgen ook andere omroepen het verzoek om deel te nemen aan dit onderzoek.
Het betrouwbaarheidsonderzoek is niet het enige aan de NPO gerichte onderzoek dat het CvdM heeft ingesteld. Zo loopt er ook nog een onderzoek over topinkomens, naar aanleiding van recente berichtgeving van BNR over het vermeende omzeilen van het salarisplafond door Jeroen Pauw.
Ook wordt de integriteit van de NPO op dit moment onderzocht. Dit werd in gang gezet nadat een klokkenluider de hoogste ambtenaar op het ministerie van OCW, Marjan Hammersma, een kwestie toevertrouwde en Hamersma destijds verzweeg dat ze een relatie met NPO-bestuursvoorzitter Shula Rijxman had.
Praat mee