Publiceren of niet?
Mijn diploma is in zicht en op een of andere manier gaat dat gepaard met een heleboel nostalgische momenten. Iedere dag komen er weer flarden van mijn eerste maanden op de School voor Journalistiek voorbij.
Zoals de herinnering aan het eerste artikel dat ik schreef. Ik was 17 jaar en apetrots. Ik zou mijn docent eens gaan laten zien wat schrijven is. Eenmaal aan het nakijktafeltje zag ik een dikke rode streep door mijn kop. ‘Een slogan als kop, ben je helemaal gek geworden?’, zei de man ietwat gepikeerd. Ik keek hem met een verbaasde blik aan. Maar hij hield niet op: ‘Je lead is totaal niet pakkend, Saïda. Bovendien is je slot ook dramatisch. Om over de taalfouten niet te spreken!’
Ik nam het in die tijd niet zo nauw met de d’s en de t’s dus dat kon ik snappen, maar zo slecht kon het toch niet zijn? Helaas voor dat 17-jarige meisje van toen: dat was het dus wel. Als ik de artikelen teruglees die ik in het eerste jaar schreef, heb ik voornamelijk de behoefte om mijn computer weg te gooien en me ergens in hoekje te verstoppen.
De afgelopen periode was ik student-assistent bij de redactie ‘deadline’, waar tweedejaars studenten acht weken lang dagelijks een krant maken. Alle artikelen die ze produceren worden gepubliceerd op een website. Maar mocht u als hoofdredacteur op zoek zijn naar nieuwe talentjes, dan moet ik u teleurstellen. Deze website is enkel en alleen te bezoeken door docenten en studenten van de redactie deadline.
‘Waarom zouden we iets op een website publiceren als niemand het kan zien?’, vroeg een van de studenten. Hij vond het maar onzin. ‘Je bent toch journalist, dan moet je ook publiceren.’
Ik ben blij dat ik mijn schoolwerk niet op het web heb gepubliceerd. Alleen al omdat iedereen getuige had kunnen zijn van mijn beginnersfouten. Bovendien hadden die artikelen mij letterlijk jarenlang achtervolgd, want leg maar eens aan je potentiële opdrachtgever uit dat dat artikel ‘echt al heel oud is en dat je inmiddels beter weet’.
Ondertussen keek de student mij nog steeds vragend aan. ‘Doe wat je wilt, maar ik ben gelukkig dat mijn journalistieke jeugdzondes stof verzamelen.’
.(JavaScript moet ingeschakeld zijn om dit e-mail adres te bekijken)
Praat mee