Protest tegen aanklacht Ferguson-journalisten

De Amerikaanse non-profit persvrijheidsorganisatie Reporters Committee for Freedom of the Press (RCFP) heeft een open brief gestuurd aan de autoriteiten in St. Louis. Aanleiding is de aangekondigde strafzaak tegen twee journalisten, een jaar na de rellen in Ferguson, Missouri. De brief is ondertekend door 38 andere nieuwsorganisaties en mediabedrijven.
De twee journalisten werkten tijdens de rellen in Ferguson vanuit een plaatselijke McDonalds, toen de politie ontruiming gelastte. Wesley Lowery, verslaggever bij Washington Post, en Ryan Reillly van de Huffington Post stelden tijdens die ontruiming vragen en filmden de politie-acties. Lowery en Reilly werden daarop gearresteerd wegens huisvredebreuk en het niet opvolgen van politiebevelen.
De aanklacht zou na één jaar verlopen, maar op het laatste moment besloten de autoriteiten er toch een zaak van te maken. De RCFP en mede-ondertekenaars noemen dat een teken aan de wand: met een vol jaar om over de zaak na te denken is er geen excuus om zulke beroerde keuzes te maken.
De RCFP wijst er op dat de journalisten in een publiek restaurant zaten - van huisvredebreuk kan geen sprake zijn. De vrijheid om vragen te stellen en te filmen wordt gegarandeerd onder het eerste amendement van de Amerikaanse grondwet, aldus de ondertekenaars. Die lijst leest als een who’s who van de Amerikaanse media.
Naast de uitgaven waar Lowery en Reilly voor werken bevinden zich onder de ondertekenaars persbureaus Associated Press en Bloomberg, uitgeverijen Forbes, Herast en First Look Media en een lijst aan journalistieke verenigingen en persvrijheidsorganisaties. St. Louis heeft niet gereageerd op de open brief. Wel werd eind vorige week de voor Ferguson afgekondigde noodtoestand weer ingetrokken.
Praat mee