Op tafel in de lobby ligt een tablet en een mobiele telefoon. Verder kartonnen bekers koffie, kartonnen bakjes cornflakes en op een kartonnen bord een bagel. Buiten trekt het Amerikaanse verkeer zich in gang nadat het licht op groen is gesprongen. De ochtend breekt door aan de rand van Salt Lake City. In de hoek van de lobby van dit tweesterrenhotel aan de snelweg staat zo’n ijzeren kastje met daarin op een stapeltje de Salt Lake City Tribune. Deze regionale Amerikaanse krant leeft tenminste nog.
Vroeger liep je naar de balie, wisselde je het briefje om in kwartjes en kocht je een krant en ging je ontbijten. Zo nam je het nieuws tot je. Nu laten we de Tribune liggen.
We lezen de stukken over de dopingonthullingen in de Nederlandse wielersport. Het zijn de vruchten van weken lang onderzoek, gedaan door journalisten van kranten en tijdschriften. Mind you, journalisten in dienst van die kranten en tijdschriften. Dus geen resultaat van bloggende opiniemakers, semi-komieken met een camera of op sensatiebeluste freelancers. Nee. Vakwerk.
Ofschoon in dat gele kastje in de hoek de Tribune al ligt vergelen is deze week – de derde week van januari – bewezen dat ‘print’ leeft. De consumptie is meer en meer digitaal, maar de artikelen zijn het resultaat van journalisten die in dienst zijn van ‘print’. Print maakte het verschil. Er verschenen zelfs collega’s op televisie om te vertellen over hun waarheidsbevindingen.
Natuurlijk begrijp ik dat televisie het nadeel in zich heeft dat er ‘op camera’ gesproken moet worden en dat het voor schrijvers voldoende is om mensenaan de telefoon te krijgen, maar ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat de voorbije weken de grootste verhalen van print zijn gekomen. Radio en televisie brachten het nieuws, print maakte het veelal.
Ik hoop dat de directeuren, mediamanagers en tussenchefs goed nadenken over wat ze hebben gelezen en niet alleen trots zijn met het resultaat, maar ook eens nagaan hoe hun werknemers het verschil hebben gemaakt. Hopelijk komen ze erachter dat je met schreeuwen, na-apen, overschrijven en plakken en knippen aan het kortste eind zal trekken. Je moet op zoek gaan naar de waarheid, of een werkelijk. Doe je dat, dan houd je volgens mij print in leven, misschien zelfs op papier, maar zeker digitaal.
Uit nostalgische overwegingen gooi ik straks drie kwartjes in dat gele kastje in de hoek en koop de weekeindeditie van de Tribune. Als eerbetoon aan print.
.(JavaScript moet ingeschakeld zijn om dit e-mail adres te bekijken)
Nando Boers, journalist bij Nusport.nl, geeft de de pen door aan Jeroen Stekelenburg, verslaggever van NOS Studio Sport.
Praat mee